259
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1935. BIJLAGE NO. l)))] -
BIJLAGE NO. lljlf.
Aan den Gemeenteraad.
De firma C.H. VAN DUIJSEN, gevestigd alhier, heeft ver
gunning gevraagd tot straataanleg op haar perceel en aan de
Westzijde van den Dokkumertrekweg, kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden, Sectie E nos. JOZJ en 3O2I4.. Uit de bij het verzoek
overgelegde situatleteekening gemerkt "bij 5536 van 32"
blijkt, dat het stratenplan, voor zoover de indeeling van de
straten betreft, overeenstemt met het vastgestelde uitbrei
dingsplan ter plaatse. Wat de breedte der straten aangaat,
zij opgemerkt, dat deze in plaats van 5 Meter, gelijk op de
teekening is aangeduid, overeenkomstig het uitbreidingsplan
6 Meter breed dienen te worden. De sloot, gelegen aan de
Zuidzijde van het terrein moet worden gedempt. De daarop be
trekking hebbende, op zegel gestelde, vergunning van de mede
rechthebbenden, waaruit tevens blijkt, dat ten behoeve van den
straataanleg eenige grond zal worden afgestaan, ligt bij do
stukken. Van de verplichting tot demping der sloot aan de
Westzijde van het terrein kan voorloopig vrijstelling worden
verleend, indien de adressante voor de te zijner tijd uit te
voeren demping en voor het aanleggen van do ter plaatse ge
projecteerde straat zekerheid stelt ten genoegen van ons
College tot een bedrag van f. 2lp20
Een strook van adressantes porceelon, ter diepte van 7 Meter,
gelegen langs de Dokkumer Ee, welke strook bestemd is voor
verbreeding van den Dokkumertrekweg, dient voor dat doel
kosteloos aan de gemeente te worden afgostaan; dit zal plaats
hebben zoodra adressante of hare rechtverkrijgenden langs
dien trekweg wenschen te bouwen. Een gezegelde verklaring
dat adressante hiermede, zoomede mot de overige, voorloopig
door ons gestolde, voorwaarden ten aanzien van den straataan
leg, accoord gaat, voegen wij hiernevens.
De straten zullen behooren tot die der derde klasse,
zoodat bij de overdracht daarvan aan de gemeente als bijdrage
in de kosten van het voortdurend onderhoud moet worden be
taald f. 2.7O per M2», terwijl aan kosten van het van ge
meentewege op den straataanleg gehouden toezicht f. 0.27 peï1
M2. overgedragen straat is verschuldigd. Voor het verleenen
van vrijstelling van de hierbedoelde onderhoudsbijdrage en
de kosten van toezicht, gelijk door adressante is gevraagd
op grond van de omstandigheid dat op het terrein arbeiders
woningen zullen worden gebouwd, bestaat naar onze meening geen
voldoende aanleiding. Wij verwijzen U te dezen kortheidshalve
naar hetgeen wij destijds hebben medegedeeld ten opzichte van
een tweetal verzoeken van gelijke strekking van de Woningver-
eeniging "Leeuwarden" en van de firma Gebroeders Geveke (zie
Handelingen 1928, blz. 229, 23O, 2l|lj. en 2lf5 en Handelingen
1932 blz. i; en 5) waarop door U, overeenkomstig onze voorstel
len, afwijzend is beschikt. De toen door ons aangevoerde mo
tieven gelden ook voor het onderhavige stratenplan.
Het is wenschelijk, tegelijk met de goedkeuring van het
stratenplan over te gaan tot het vaststellen van rooilijnen
voor de bebouwing. Op de overgelegde teekening, gemerkt bij
3239 van 35", zijn de ontworpen rooilijnen aangeduid, t.w.
met een gesloten roode lijn voor zoover de voorgevelrooilijnen,
en met een roode streeplijn voor zoover de achtergevolrooi-
liinen betreft. Ter visie legging van k0*" ontwerp, gelijk in
het eerste lid van artikel. 10 der Woningwet is voorgeschreven,
behoeft in het hier aanwezige geval niet plaats te hebben,
daar de eigenaresse van het terrein een schriftclijko ver a-
ring als bedoeld in het dorde lid van genoemd wetsartikel
hoeft afgelegd, inhoudende, dat zij, noch de hypotheekhouder,
tegen do rooilijnen bezwaar heeft.