262
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van- Leeuwarden, 1935. BIJLAGE NO. 3J4.5
BIJLAGE NO. lii-50
Aan den Gemeenteraad.
Uw besluit ^van 23 Juli 1935, no- 251RA55, tot vaststel
ling van rooilijnen voor de bebouwing op het perceel, kadastraal
bekend gemeente Leeuwarden, Seotie F no. 3I+IO, ten Westen van
Oldegalileen (stratenplan 1 AMeijer), heeft niet de goed
keuring van Gedeputeerde Staten kunnen verwerven. De Inspecteur
van de Volksgezondheid heeft omtrent het plan n.l. enkele
opmerkingen gemaakt welke genoemd College niet zonder grond
acht en in verband waarmede het ons uitgenoodigd heeft U het
plan ter nadere overweging voor te leggen. Gelijk uit den
hierbij overgelegden brief d,d. 12 September j 1nolipéle
Afdeeling B van Gedeputeerde Staten blijkt, heeft de Inspecteur
in hoofdzaak bezwaar tegen de weinige ruimte welke bij toepas
sing van het rooilijnbesluit tusschen de achtergevels van de
woningen der twee middenblokken overblijft (6.6b Meter, per
woning alzoo 3"25 Meter)Daarbij moet er rekening mede worden
gehouden, dat op elk erf nog een bergplaats van 2 x 2.15 Meter
zal worden gebouwd.
De Inspecteur heeft ter ondervanging van zijn bezwaren
twee oplossingen aan de hand gedaan? in den brief van Gede
puteerde Staten zijn zij mot A en B aangeduid. Bij nadere be
schouwing en mede in verband met hetgeen de Directeur der
Gemeentewerken in zijn hiernevensgaand rapport van 21 September
j.l, no. 2568 mededeelt, zijn wij van oordeel, dat er inder
daad reden is om aan de bezwaren van het Provinciaal Bestuur
tegemoet te kogien. Plan A lijkt ons echter niet aanvaardbaar,
voornamelijk niet om de ongunstige ligging van de woningen ten
opzichte van den zonnestand. Met plan B kunnen wij medegaanj
bij uitvoering daarvan zal tusschen de achtergevels der wo
ningen van de beide middenblokken een ruimte van 10 Meter open
blijven. Ook Gedeputeerde Staten kunnen zich blijkens hun boven-
aangehaalden brief daarmede vereenigen,
De concessionaris is volgens een door hem afgegeven, bij de
stukken aanwezige, verklaring bereid het stratenoomplex naar
plan B (dat op de overgelegde teekening, gomerkt "bij 3-1-97 van
35" letter A, nader is uitgewerkt) uit te voeren.
Als gevolg daarvan zal aan den te ruilen grond (Raadsbesluit
van 23 Juli 1935, no* 251rA55j sub I:E) toegevoegd moeten
worden een door de gemeente af te staan^perceeltje grond en
water, groot ongeveer 23 M2», op de zooëven gemelde teekening
met arceering en een roode kleur aangeduid.
Voorts dienen de rooilijnen te worden gewiizigd. Op de
bijgevoegde teekening, gemerkt "bij 3^97 van 55" letter B,
zijn de nieuwe rooilijnen aangegeven: met een gesloten roode
lijn voor zoover do voorgevelrooilijnen, en met een roode
streeplijn voor zoover de achtergovelrooilijnen betreft. Ter-
visielegging van hot nieuwe ontwerp behoeft niet plaats te
hebben, daar de eigenaar van den grond en de hypotheekhouders
de schriftelijke verklaring, bedoeld in het derde lid van
artikel 10 der Woningwet, hebben afgelegd, inhoudende dat zij
tegen de nieuwe rooilijnen geen bezwaren hebben.
De Commissie voor de Openbare Werken heeft ons bij schrij
ven van 9 October jol. bericht, dat zij zich met het gewijzigde
stratenplan en de nieuwe rooilijnon kan voreenigen.
Wij geven derhalve in overweging te besluiten: