Bijl. no. 1.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1935.
INKOMSTEN, HOOFDSTUK Vin, 7, gewone dienst.
OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN.
Werkelijke
inkomsten
volgens de
laatst
vastgestelde
rekening.
GERAAMD BEDRAG
in het
vorig jaar.
thans
voorgedragen.
Transporteeren.
7. Bijzonder gewoon lager onderwijs.
Schoolgelden
De heffing geschiedt naar dezelfde grondslagen als
voor het openbaar gewoon lager onderwijs.
Zie volgno. 70.
Uitkeering van gemeenten ingevolge art. 86 der
Lager-onderwijswet 1920
Vergelijk de bij de begrootingsstukken overgelegde
specificatie.
Uitkeering van gemeenten ingevolge art. 104,
eerste lid, der Lager-onderwijswet 1920
Aan uitkeering zal in 1935 ontvangen kunnen worden
ƒ3.648.03. Deze berekening is gebaseerd op de be
dragen welke aan de besturen van bijzondere scholen
ingevolge art. 101 der Lager-onderwijswet 1920 zullen
worden verstrekt. V.g. de bij de begrootingsstukken
overgelegde specificatie.
Tegemoetkoming van het Rijk in de jaarlijksche
vergoeding voor terreinen en gebouwen van bij
zondere lagere scholen ingevolge art. 205, zevende
lid, der Lager-onderwijswet 1920
95 Uitkeering van andere gemeenten in de aan school
besturen te betalen vergoeding, bedoeld in art. 205
der Lager-onderwijswet 1920
Krachtens het bepaalde bij art. 205, 6° lid, der Lager-
onderwijswet 1920, kunnen uitkeeringen worden ont
vangen ten bedrage van 1.002.54. Vergelijk de bij
de begrootingsstukken overgelegde specificatie.
Rente van waarborgsommen, gestort door be
sturen van bijzondere scholen
Van 111.461.67 kan op dezen post rente worden
ontvangen. Doordat verschillende schoolbesturen bij hel
storten der waarborgsom, ingevolge de bepalingen der
wet, daarop de waarde van den grond in mindering
brachten, wordt van een hooger bedrag rente uitgekeerd
dan waarvan rente wordt gekweekt.
Gerekend wordt op een rente van 41/2 's jaars,
makende ƒ5.015.78. In verband met eventueel nog te
ontvangen waarborgsommen wordt deze post geraamd
op 5.025.Zie volgno. 448.
Terugontvangst van pensioensbijdragen verschul
digd door besturen van bijzondere scholen voor per
soneel, wier jaarwedden ingevolge art. 100 der l.o.-
wet 1920 door de gemeente zijn vergoed
Voor 1935 geraamd op 1600.
Zie volgno. 447.
Teruggaaf door besturen van bijzondere lagere
scholen van te veel ontvangen bijdragen ingevolge
art. 101 der l.o.-wet 1920
Niet bekend is of teruggaaf zal plaats hebben.
20.946
3.993
3.504
4.903
1.116
99 20.000
46 i 4.950
1.900
4.679 43 memo
40.134
19
35.539
34.440
31 4.017 87 1 3.759 42
27 3.550 21 3.648 03
990 73 1.121 43 1.002
54
5.025
1.600 -
rie memo rie
51
49.474 99
72
OMSCHRIJVING DER UITGAVEN.
Werkelijke
uitgaven
volgens de
laatst
vastgestelde
rekening.
GERAAMD BEDRAG
in het
vorig jaar.
thans
voorgedragen.
7. Bijzonder gewoon lager onderwijs.
Belooning als bedoeld in art. 33, tweede lid, der
Lager-onderwijswet 1920, toe te kennen aan onder
wijzers, verbonden aan in de gemeente gevestigde
bijzondere scholen, welke voor rijksvergoeding in
aanmerking komen
Ingevolge artikel 33, 2e lid, der Lager-onderwijswet,
is de raad gehouden tot toekenning van gelijke beloo
ningen aan de onderwijzers, verbonden aan de in de
gemeente gevestigde bijzondere scholen, als die verleend
worden aan de onderwijzers van openbare scholen voor
het bezit of het gebruik maken van bevoegdheden, waar
voor geen wettelijke akten van bekwaamheid verkrijgbaar
zijn, alsmede op grond van hunne aanwijzing tot plaats
vervangend hoofd.
Nu voor het openbaar lager onderwijs de vaste jaar
lijksche vergoeding voor plaatsvervangend hoofd is
afgeschaft, kan deze post voor memorie worden uitge
trokken.
1.164
memo
rie
memo
rie
Kosten van instandhouding van schoolgebouwen,
welke in bruikleen zijn gegeven aan besturen van
j bijzondere scholen als bedoeld in art. 101, zesde lid,
der Lager-onderwijswet 1920
Er zijn geen scholen in bruikleen gegeven.
Vergoeding aan schoolbesturen wegens erfpacht
van het schoolterrein, als bedoeld in art. 101, zesde
lid, der Lager-onderwijswet 1920
Vergoeding aan schoolbesturen wegens huur van
gebouwen en terreinen, als bedoeld in art. 205bis
der Lager-onderwijswet 1920
Vergoeding aan besturen van bijzondere scholen
voor de kosten van schoollokalen, bedoeld in art. 84
der Lager-onderwijswet 1920 f
Deze vergoeding is niet verschuldigd.
Uitkeering aan gemeenten ingevolge art. 86 der
l ager-onderwijswet 1920
In verband met de uitgaven over 1933 geraamd op i
550.Een belangrijk deel van deze vergoeding is aan
de gemeente Leeuwarderadeel verschuldigd.
560
37
200
550
Vergoeding ingevolge art. 100 der Lager-onder
wijswet 1920, aan besturen van bijzondere scholen,
welke voor rijksvergoeding in aanmerking komen,
voor aan die scholen verbonden boventallige onder
wijzers
In 1931 is over het jaar 1929 23.226,36, in 1932 over
het jaar 1930 13.866,91, in 1933 over het jaar 1931
15.498.13 en in 1934 over het jaar 1932 20.971.53
uitgekeerd.
Voor 1935 wordt geraamd ƒ20.000.
15.498
13
15.500
20.000
Vergoeding aan schoolbesturen als bedoeld in art.
tot, negende lid, der Lager-onderwijswet 1920
Evenals vorige jaren zal de gemeente ook over 1935
aan de besturen der bijzondere scholen, aan welke vak
onderwijzers werkzaam zijn, daarvoor krachtens art. 101,
9e lid, een vergoeding moeten toekennen.
Zie de bij de begrootingsstukken overgelegde specificatie.
21.099
87
13.378
41
13.887
63
Vergoeding van de kosten van instandhouding van
bijzondere scholen, bedoeld in art. 101, ie lid, der
Lager-onderwijswet 1920
Zie de bij de begrootingsstukken overgelegde specificatie.
54.510
22
58.790
25
56.486
68
Transporteeren
92.832
59
87.868
66
90.924
31
73