307
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1935» BIJLAGE NO. 176.
1.86.80 Hectare, hebben zich bereid verklaard die perceelen in
eigendom aan de gemeente over te dragen tegen denzelfden prijs
als waarvoor de eerste perceelen zijn aangekocht, n.l. f.3000.-
per Hectare. Met den eigenaar van de perceelen Sectie D no.66i|_,
groot 3.28.3O H.A., dat geheel, en no. 663, groot 3.19.OO H.A.,
dat gedeeltelijk voor het luchtvaartterrein noodig is, hebben
wij geen overeenstemming omtrent den koopprijs kunnen verkrijgen.
De door hem gevraagde som van f. 125O.- per 3^ï Are is n.l. te
hoog te achten, zoodat hier, ten einde den grond te verkrijgen,
de weg tot onteigening moet worden ingeslagen.
De inrichting van het grootere terrein zal, daar thans in
plaats van I|.0 H.A. een oppervlakte van ongeveer 70 H.A. gereed
moet worden"~gemaaktuiteraard meer kosten medebrengen dan oor
spronkelijk voor het kleinere terrein waren geraamd. Volgens de
bij de stukken overgelegde gespecificeerde begrooting van den
Directeur der Gemeentewerken zijn de totale inrichtingskosten
van het terrein te stellen op rond f. 252.Ó00.- of f. I32.OOO.-
meer. Hierbij zij er op gewezen, dat deze hoogere uitgaaf mede
haar oorzaak vindt in de omstandigheid, dat, nu het terrein in
zijn geheel direct in orde wordt gemaakt, het raadzaam is om nu
ook dadelijk een afwateringssloot daaromheen te graven, waarmede
alleen reeds een bedrag van f. 12200.- is gemoeid, dat de aldus
uitgegraven grond moet worden vervoerd en verwerkt, dat een be-
malingsgebouwtje moet worden opgericht, enz. Voor bijzonderheden
dienaangaande zij naar vorenbedoelde specificatie verwezen.
Van de Regeering hebben wij de toezegging gekregen dat,
waar het werk in werkverschaffing zal worden uitgevoerd, in de
kosten daarvan subsidie uit 's Rijks kas zal worden verleend.
Nu dit vaststaat, levert het geen bezwaar op, ja is het zelfs
wenschelijk, dadelijk het geheele terrein in te richten, omdat,
indien slechts het kleine terrein in uitvoering werd genomen, na
het gereedkomen daarvan, toch weer naar een ander object van
werkverschaffing zou moeten worden omgezien en de keuze daarin
niet ruim is.
Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten:
A. nader te bepalen dat het luchtvaartterrein, bedoeld onder
a van het besluit van 7 Mei 1935* no» liji-lR/1 Olpzal worden aange-
Tegd op de perceelen, aangeduid op de hierbij behoorende situatie-
te ekening;
B. voor de uitvoering van het onder A vermelde werk alsnog
een bedrag van f. I32.OOO.- beschikbaar te stellen;
C. aan te koopen tegen den prijs van f. 3000.-per Hectare:
1. van het Kerkdiakenfonds te Leeuwarden, het perceel wei
land, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, Sectie D no. 26,
ter grootte van 92.30 Are;
2. van Maartje Bonnema, vrouw van P. Wassenaar, te Leeuwarden,
het perceel weiland, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden,
Sectie D no. 27, ter grootte van 1.86.80 Hectare,
onder voorbehoud dat de Minister van Waterstaat het lucht
vaartterrein goedkeurt en met bepaling dat de op de eigendomsover
drachten vallende kosten ten laste der gemeente komen;
D. ons College te machtigen bij het hooger bestuur de ont
eigening aan te vragen van de aan J.N. Wassenaar te Jelsum toebe-
hoorende perceelen weiland, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden,
Sectie D no. 661|, groot 3.28.30 Hectare, en no. 663, geheel groot
3.I9.OO Hectare, dit laatste voor zoover het gedeelte betreft,
dat benoodigd is voor den aanleg van het luchtvaartterrein.
Leeuwarden, 20 November 1935»
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.M. VAN BEIJMA, Burgemeester.
E. SCHOTMAN Secretaris.
Verzonden 21 November 1935*
308
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1935. BIJLAGE NO. 177
BIJLAGE NO. 177.
Aan den Gemeenteraad.
In ons voorstel betreffende de samenvoeging van het
bureau verificatie der gemeentefinanciën met"de "afdeeling
financie'n en belastingen der gemeentesecretarie (bijlage
no. 117 van 1935) deelden wij Uwe Vergadering reeds mede, dat
het de bedoeling was, dat de uitvoering van de verordening op
het centraal kasbeheer, waarmede de verificateur was belast,
bij den gemeenteontvanger zou komen te berusten en zegden wij
U daaromtrent een nader voorstel toe. Nadien hebben wij onder
zocht, op welke wijze uitvoering aan dit voornemen kan worden
gegeven en welke wijzigingen daarvoor in de bestaande regeling
noodig zullen zijn.
Wij hebben gemeend het bestaande stelsel van een centrale
kasadministratie zonder eigenlijk geldelijk beheer te moeten
handhaven.
Teneinde het mogelijk te maken de hierbedoelde taak in
den vervolge aan den gemeente-ontvanger op te dragen, zijn in
bijgevoegde ontwerp-vercrdening een aantal wijzigingen van de
verordening betreffende het centraal kasbeheer aangegeven.
Ip aansluiting op de wijziging van de instructie van den
gemeente-ontvanger, vastgesteld bij Uw besluit van 2I4. Septem
ber j.l. (zie gemeenteblad no. 37 van 1935, II)wordt in
artikel Ibis der verordening bepaald, dat wij den beheerder
van de centrale kas en diens plaatsvervanger aanwijzen.
Verder zijn in onderscheidene artikelen de noodzakelijke
wijzigingen van redactioneelen aard aangebracht.
Artikel 7 bepaalt, op welke wijze de renteverrekening
moet plaats hebben, welke bepaling geheel de bestaande prak
tijk volgt; artikel 8 bevat bepalingenA noodig voor de controle.
Onder mededeeling, dat de Financiëele Commissie zich met
dit voorstel kan vereenigen, geven wij U alsnu in overweging
over te gaan tot vaststelling van de hierna volgende ontwerp
verordening tot wijziging van die betreffende het centraal
kasbeheer der gemeente Leeuwarden.
Leeuwarden, 20 November 1935
Burgemeester en V/ethouders van Leeuwarden,
J.M. VAN BEIJMA, Burgemeester
E. SCHOTMAN Secretaris.
ON WERP.
Bestaande redactie.
Artikel 1.
Waar in deze verordening
sprake is van instellingen,
worden daaronder verstaan de
gemeente-bedrijven en -instel
lingen en de door Burgemeester
en Wethouders aan te wijzen
rechtspersonen
VERORDENING tot wijziging van
de verordening betreffende
het centraal kasbeheer der
gemeente Leeuwarden (ge
meenteblad 1920 no. 50;
1921 no. 31/ 1925 no^ 12)
Artikel I.
Na artikel 1 van bovengenoemde
verordening wordt ingevoegd een
nieuw artikel, luidende als volgt:
"Art. l5iË.
De beheerder van de centrale kas
en diens plaatsvervanger worden
door Burgemeester en Wethouders
aangewezen.