321; Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1935. BIJLAGE NO. 188. BIJLAGE NO. 188. Aan den Gemeenteraad. Nadat in Uwe vergadering van 13 Februari j.l„ aan ons was opgedragen in verband met een ingekomen schrijven van den Minister van Binnenlandsche Zaken betreffende de Sala rissen van het gemeentepersoneel, daarvoor een zoo goed moge lijke regeling te ontwerpen, hebben wij het salarisvraagstuk opnieuw overwogen. De daarop gevolgde onderhandelingen met het Departement hebben, althans wat de hoofdzaken betreft, tot overeenstemming geleid en ons aanleiding gegeven eenige voorstellen bij de Commissie voor Georganiseerd Overleg aan hangig te maken. Na de behandeling dezer voorstellen door de Commissie hebben wij evenwel gemeend indiening bij Uwe verga dering vooralsnog achterwege te moeten laten, aangezien ons intusschen bij de voorbereiding voor het opmaken der ontwerp- begrooting voor het dienstjaar 1936 was gebleken, dat da finan- cieele toestand der gemeente waarschijnlijk hernieuwde over weging van deze aangelegenheid noodig zou maken en de vraag onder oogen zou moeten worden gezien, of uit een financieel oogpunt met de aanvankelijk gedachte verlaging zou kunnen worden volstaan. Bovendien was inmiddels de bekende circulaire van den Minister van Binnenland sche Zaken van J4. September 1935 ingeko men, waarbij in verband met de verlaging van het Rijkssalaris peil verdere verlaging en aanpassing aan het plaatselijk loon peil in overweging werd gegeven. Met het oog op deze omstandig heden kwam het ons wenschelijk voor, zoowel deze circulaire als het begrootingsaspect tegelijkertijd in beschouwing.te nemen en dan als resultaat van die gezamenlijke overweging te komen tot een herziening van de loonen en salarissen met ingang van 1 Januari 195&» Bij nadere uitwerking van de ontwerp-begrooting voor 1936 kwam inderdaad vast te staan, dat de aanvankelijk voorgenomen verlaging in verband met den financieelen toestand der gemeen te niet voldoende zou zijn, Het bleek toch, dat, ten einde een sluitende begrooting te verkrijgen, een bedrag van ongeveer f. 39O.OOO.- zal moeten worden gevonden, waartoe eenige in grijpende maatregelen noodig zullen zijn. Zooals in den brief tot aanbieding van de begrooting nader zal worden uiteengezet, zijn wij van oordeel, dat dek king van bedoeld tekort zal moeten geschieden zoowel door belastingverhooging, als door toepassing van diverse bezuini gingen. Wat betreft de belastingen, overwegen wij voorstellen tot plaatsing van de gemeente in de Jde klasse der gemeente- fondsbeiasting, tot verhooging der 55 opcenten gemeentefonds belasting tot 75 en tok invoering van een straatbelastingo De opbrengst van een en ander kan op rond f. 293»000,- gesteld worden. Ten einde het resteerende bedrag van ongeveer f. 100.000.- te vinden, zullen voorts onderscheidene bezuinigingen moeten worden ingevoerd. Naar onze meening is het onvermijdelijk, dat een algemeene salarisvermindering van die bezuinigingsmaatre gelen een onderdeel uitmaakt. Wij zouden dezn bepaald willen zien op 5van de loonen en salarissen, zooals zij na de korting van 5i% definitief zijn vastgesteld; met inbegrip van de te besparen pensioenspremie zal deze maatregel een bedrag van rond f. 60.000.- opleveren. Wij achten een korting tot dit percentage slechts gemo tiveerd door den toestand der gemeentefinanciën, die deze verlaging naar onze meening absoluut noodzakelijk maakt, ook gezien de aanmerkelijke verzwaring van den belastingdruk;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1935 | | pagina 413