"525
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1955* BIJLAGE NO. 188.
overigens zijn wij van oordeel dat door dezen maatregel
tevens in alleszins voldoende mate met de circulaires van
den Minister van Binnenlandsche Zaken rekening is gehouden.
Na de invoering van deze korting zal tot een defini
tieve wijziging van de salarisverordening moeten worden over
gegaan, waarbij enkele bijzonderheden, zooals afronding der
bedragen, invoering en regeling van periodieke verhoogingen
e.d. onder oogen kunnen worden gezien. Voorstellen daartoe
zullen U binnenkort bereiken.
Ten aanzien van het personeel van de politie is in .het
U aangeboden voorstel tot vaststelling van een verordening
op de gemeentepolitie (bijlage no. 189) reeds een definitieve
regeling opgenomen, waarbij evenwel zij opgemerkt dat In af
wachting van de Koninklijke goedkeuring van die verordening
de algemeene korting ook Voor het politiepersoneel zal moeten
gelden. Voor nadere bijzonderheden betreffende deze regeling
mogen wij naar genoemd voorstel verwijzen.
De behandeling van ons voorstel heeft in de vergadering
van de Commissie voor Georganiseerd Overleg, wier advies wij
hierbij overleggen, niet tot overeenstemming geleid. In de
gegeven omstandigheden kunnen wij hierin evenwel geen aanlei
ding vinden wijziging in het voorstel te brengen.
Wij geven U derhalve in overweging:
a. te besluiten met ingang van 1 Januari 193^ op alle
salarissen en loonen van het personeel in dienst der gemeente,
voor zooveel van gemeentewege vastgesteld, een definitieve
korting van vijf procent toe te passen met afronding van de
salarissen, waarvoor jaarlijksche bedragen zijn vastgesteld,
naar boven tot geheele guldens;
b. te bepalen, dat deze korting voor het personeel der
gemeentepolitie vervalt met den eersten dag der maand, vol
gende op die waarin de Koninklijke goedkeuring op de Verorde
ning op de Gemeentepolitie is verkregen;
c. tot de Gedeputeerde Staten, onderscheidenlijk de Kroon,
het verzoek te richten, om in verband met het beslotene sub a
op de salarissen van den burgemeester, den secretaris, den
ontvanger, de ambtenaren van den burgerlijken stand, belast met
alle werkzaamheden, uitgezonderd het voltrekken van huwelijken,
en den commissaris, van politie eveneens een overeenkomstige
korting toe te passen.
Leeuwarden, 12 December 1935»
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.M. VAN BEIJMA, Burgemeester.
E. SCHOTMAN Secretaris.
Verzonden 13 December 1935*
S
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1939* BIJLAGE NO. 189.
BIJLAGE NO. 189.
Aan den Gemeenteraad.
Ter uitvoering van artikel 223, 3de lid, dor Gemeentewet
werd in Uwe Vergadering van 20 Maart 193J+ een verordening op
de gemeentepolitie vastgesteld. Deze verordening heeft den
Minister van Binnenlandsche Zaken tot verschillende, hierna
vermelde, opmerkingen aanleiding gegeven.
Zoo is de Minister van oordeel, dat de naam der verorde
ning moet overeenstemmen met de woorden van artikel 223, 3de
lid, der Gemeentewet en derhalve behoort te luiden: "Veror
dening, regelende de rangen, het aantal, de samenstelling, de
eischen van benoembaarheid en de bezoldiging der gemeentepo
litie." De benaming, "Verordening op de Gemeentepolitie",
waarbij de verordening in de practijk kortheidshalve kan
worden aangeduid, dient dan in een afzonderlijk artikel te
worden vastgelegd. Hoewel de aanvankelijk gekozen titel het
onderwerp der verordening onzes inziens kort en voldoende
duidelijk aangeeft, hebben wij er, daar het opschrift overi
gens van ondergeschikt belang is, geen bezwaar tegen om aan
den wensch des Ministers gevolg te geven.
Bij de regeling van het geneeskundig onderzoek van het
politiepersoneel dient te worden verwezen naar de verordening,
waarin zoodanig onderzoek voor de overige gemeente-ambtenaren
is voorgeschreven. Voorts moet een bepaling worden opgenomen,
dat de van gemeentewege verstrekte kleeding, bewapening en
verdere uitrusting het eigendom der gemeente blijven, terwijl
de beoordeeling van de waarde van politiediploma' s niet aan
Burgemeester en Wethouders, doch uitsluitend aan den Burgemees
ter is over te laten.
Behalve deze wijzigingen, waartegen van onze zijde evenmin
bedenkingen bestaan, zullen nog een aantal aanvullingen In de
verordening moeten worden aangebracht. De Minister acht het
n.l. noodzakelijk, dat verschillende onderwerpen, die, zij het
zijdelings, verband houden met de bezoldiging der gemeente
politie, in dezelfde verordening worden geregeld. Hieronder
vallen het ziektegeld, de uitkeering bij overlijden, het wacht
geld,, de financiëele aanspraken ingeval van militairen dienst
en tijdens verlof en vacantia, zoomede bij intrekking van een
verleend verlof om redenen van dienstbelang, de regeling voor
overwerk, gratificatiën e.d.
Ten einde ook aan deze bezwaren tegemoet te komen, hebben
wij een geheel nieuwe verordening ontworpen, die hierachter
in ontwerp is afgedrukt. Naast de, voor zoover noodig, gewij
zigde bepalingen van de in den aanhef genoemde verordening,
zijn daarin thans de noodige regelingen opgenomen voor de door
den Minister aangegeven punten. Deze regelingen sluiten zich
zooveel mogelijk aan bij de bepalingen van het Ambtenarenre
glement,, waarbij uiteraard rekening moest worden gehouden met
de bevoegdheid van den Burgemeester ten aanzien van de vast
stelling van de rechtspositie van het politiepersoneel.
Wat betreft de salarisregeling, opgenomen in artikel l|,
doen wij U opmerken dat de daarin vermelde bedragen zijn ver
kregen door op de salarissen zooals deze thans worden uitbe
taald, dezelfde korting toe te passen als bij aanvaarding
van ons voorstel tot algemeene verlaging der salarissen en
loonen (bijlage no. 188) voor de bezoldigingen van het overige
personeel zal gelden, en de verkregen bedragen vervolgens
eenigszins af te ronden. Bij dit laatste is, wat het administra
tieve personeel betreft, rekening gehouden met de bijzondere
werktijden van dat personeel. Voorts hebben wij bij nadere
overweging de vergoeding voor het politiediploma, die tot dusver