2 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeente raad van Leeuwarden, 1936. BIJLAGE NO. 9. 4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van Burge meester en Wethouders is overgedragen, mag bebouwing door derden niet plaats hebben; 5. de acte van erfpacht moet notarieel worden verleden binnen een door Burgemeester en Wethouders te stellen termijn; 6. voor het overige zijn op dezen afstand in erfpacht van toepassing - voor zoover mogelijk en met het boven staande niet in strijd - de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen tusschen Oostersingel en Cambuursterpad en toebehoorende aan de gemeente Leeuwarden. Leeuwarden, 9 Januari 1936. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.M. VAN BEIJMA, Burgemeester. E. SCHOTMAN Secretaris. Verzonden 10 Januari 1936. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1936* BIJLAGE NO. 10. BIJLAGE NO. 10. Aan den Gemeenteraad. Nadat wij Uwe Vergadering bij brief van 19 December 1933 (bijlage no. 200 van dat jaar) de ontwerpbegrootingen voor 193° hadden aangeboden, is ons gebleken, dat tengevolge van eene in de berekening geslopen fout het percentage van uitkeering uit het Werkloosheidssubsidiefonds niet, gelijk in de ontwerp-gemeentebegrooting was aangenomen, 79*1» maar lfL.7 moet bedragen. Dientengevolge moeten de aanvankelijk geraamde cijfers der bijdragen ad f. 3ip80I4.Oin de werkloosheidslas ten (volgno. I4O) en ad f. 5796.80 in de kosten van ontwikke ling en ontspanning van jeugdige werkloozen (volgno. llj.2) ge steld worden op respectievelijk f. l83.i1.8O.- en f. 2001.oO. Op de in den aanvang van onzen aanbiedingsbrief (zie blz. 357) genoemde grootere ontvangst wegens uitkeering uit het Werkloos heidssubsidiefonds valt derhalve niet te rekenen, waardoor een bedrag van f. 166.355*20 vooralsnog ongedekt is. Ware bij het samenstellen van de ontwerp-begrootingen het juiste, hierboven genoemde, percentage van 1|1.7 in aanmerking genomen, dan zou ook voor gemeld bedrag van f. 166.355*20 reed3 toen de noodige dekking moeten zijn gezocht. Wij hebben thans nagegaan op welke wijze die dekking nu alsnog kan worden gevonden en te dien einde de onderscheidene ontwerp-begrootingen aan een nadere beschouwing onderworpen. Daarbij is in de eerste plaats gebleken, dat als gevolg van de na het opmaken der begrootingen in werking getreden wet tot verlaging van de openbare uitgaven de begroo ting op een tweetal punten eene voor de gemeente gunstige wij ziging moet ondergaan. Ingevolge 16 toch van die wet wordt het totaal der door de gemeente te betalen pensioensbijdragen van 1 Januari j.l. af verminderd met een percent van het ge middelde der gezamenlijke pensioensgrondslagen der bij de ge meente in dienst zijnde ambtenaren, welke mindere uitgave te ramen is op f. lij.O7M-.65. Voorts mag, als uitvloeisel van het bepaalde in 38 van genoemde wet, verwacht worden dat ter zake van de in 1920 aangegane geldleening a 6%, pro resto groot f. I.25O.OOO.- een som van f. I5.OOO.- minder aan rente zal behoeven te worden betaald. Behalve deze verminderingen van de uitgaven kunnen nog drie andere uitgaafposten eveneens eenigszins worden verlaagd. Zoo kan voor kosten wegens de verpleging van armlastige krankzin nigen tengevolge van de verlaging van enkele verpleegprijzen f. 3IO5.- minder worden uitgetrokkennet subsidie aan de Roomsch-Katholieke bewaarscholen van het St. Lucia Gesticht (volgno. lj.76) alsnog met f. 570*- worden verlaagd, daar is ge bleken dat, evenals in 1935> ook in 1936 vermoedelijk slechts voor 5 bevoegde leerkrachten subsidie zal behoeven te worden toegeke en kunnen de kosten van aansluiting bij den provin cialen keuringsdienst (volgno. 289) f. 80.- lager worden ge steld Voorts kan de post rente en provisie van tijdelijk opge nomen kasgelden (volgno. 673)thans uitgetrokken op f20.000.-, gevoegelijk nader op f. 17.000,- worden gesteld de raming voor 1935 was f* 15*000*-) Vervolgens hebben wij - ofschoon de bezwaren van een zoo ver gaande bezuiniging op het onderhoudswerk terdege beseffend - gemeend in de gegeven omstandigheden nog enkele posten van de ontwerp-begrooting van Gemeentewerken te moeten schrappen. Het betreft hier eenig binnenverfwerk - te weten in het Zuster huis (volgno. 108 begrooting G.W.f. 136.-)van 2 lokalen In de scholen aan de Gedempte Keizersgracht (volgno. 158 G.W. sub a, f. 266.-)van 2 lokalen In de scholen aan de Schoolstraat Tidem sub b, f. 126.-), van 2 lokalen in de school aan de Leeuw- rikstraat Tidem sub k, f. 2lj.2.-) - en het buitenverfwerk van de school aan de Boerhaavestraat (idem sub m, f. 368.-) zoomede dat van de lange luifel in den Prinsentuin (volgno. llj.6 G.W.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1936 | | pagina 185