Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1956. BIJLA'GE NO. I7-.
BIJLAGE NO. 17.
VERSLAG van Rapporteurs omtrent het verhandel
de ln de sectievergaderingen van den Ge
meenteraad op 15, lil ©n 19 Januari 1936
betreffende de ontwerp-begrootingen voor
het dienstjaar 193^«
Aan den Gemeenteraad.
ALGEMEENE BESCHOUWINGEN.
Opmerkingen van algemeenen aard.
1. Een lid zag den toestand der gemeentefinanciën als uit
vloeisel van den klasse-staat; het pro-kapitalistisch karakter
komt tot uiting in deze begrooting. Dit lid verklaarde des
ondanks,te zullen deelnemen aan de behandeling der begrooting
om de arbeidersklasse duidelijk te maken, dat de moeilijkheden
moeten worden overwonnen door opvoering van het klassebewust-
zijn. Volgens hem is er neiging de klassever schillen te ver
doezelen.
Verscheidene andere leden konden deze meening niet dealen
en zagen veeleer in het beeld dezer begrooting een gevolg van
de tijdsomstandigheden, er daarbij den nadruk op leggende, dat
sommige cijfers zijn opgelegd door van hoogerhand genomen
maatregelen.
Een ander lid toonde zich geenszins verbaasd over het as
pect van deze begrooting en zag de toekomst van Leeuwarden
donker in. Een zekere partij zou een verslechtering gaarne
zien met als resultaat een aanwinst van leden. Hij meende, dat
ieder zonder voorbehoud offers zou moeten brengen om daarmede
niet alleen Leeuwarden, doch mede daardoor de landsregeering
te steunen.
Tijdstip van indiening der begrooting.
2. Eenige leden wezen bij herhaling op de te late indiening
der begrooting, welke in strijd is met de bepalingen der ge
meentewet en de begrootingsvoorschriften. Men was van oordeel,
dat de overheid zich niet mag schuldig maken aan een dergelijke
overtreding van de voorschriften.
5. Als bezwaar van de te late indiening der begrooting werd
genoemd de onmogelijkheid om thans nog wijziging te brengen in
de heffing der Personeele belasting, welke eventueel voor 1
September of 15 October had moeten plaats hebben.
Samenstelling College van Burgemeester en Wethouders.
ip. Een aantal leden kondigden, namens de Protestantsch Chris
telijke Raadsfractie aan, dat zij in openbare vergadering ern
stig wilden spreken over de samenstelling van het College van
Burgemeester en Vfethouders. Het had bij deze groep ernstige
ontstemming gewekt, dat zij bij het overleg werd genegeerd en
niet als gelijkwaardig was erkend.
Een lid, die bij de samenstelling van het College had ge
stemd voor twee sociaal-democraten en een vrijzinnig-democraat
betreurde het ernstig, dat niet als vierde een Protestantsch
Christelijke, waarvan er tenslotte zeven in den Raad zijn ver
tegenwoordigd tegenover drie Roomsch Katholieken, tot wethouder
was verkozen.
Andere leden waren van tegenovergestelde meening en acht
ten de benoeming der wethouders in de lijn der historie. Men
verwees meergenoemde fractie naar de verkiezing van leden van
Gedeputeerde Staten, waarbij ook werd nagelaten andere fracties
te hooren.
Een lid achtte het gewenscht te vragen of er een accoord
bestaat tusschen de in het College vertegenwoordigde partijen
en vroeg bij bevestigende beantwoording om publicatie van den
inhoud daarvan.