8 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1936. BIJLAGE NO. 17-. Hier komt bij,dat de exploitatie van het Paviljoen voor besmettelijke ziekten dan ook in moeilijkheid zou komen, waar dan het personeel daarvoor niet meer naar behoefte aan het Stadsziekenhuis aanwezig is. 61. Wij zijn gaarne bereid dit onderzoek in te stellen. - 62. Reeds bij de aanbieding van de ontwerp-begrootingen schreven wij,dat wij op grond van de practijk bij een regelmatig en deskundig onderhoud,hetwelk den levensduur van het automate riaal zeer ten goede komt,een algemeen afschrijvingspercen tage van 8% gewettigd achten. Wij merken nog op,dat dit per centage bij .de begrooting voor het dienstjaar 1935 voor de toen aangeschafte "FauriWagens bereids door den Raad is aangenomen. Bij beschouwing van den bij de stukken gevoegden staat van afschrijvingen op auto's sedert 1927 blijkt,dat van de aan schaffingswaarde van het sedert 1§26 aangeschafte materiaal ad f I77493.6O op 31 December 1935 reeds meer dan de helft zal zijn afgeschreven en dat nog een boekwaarde van f 81514.IC resteert terwijl verscheidene auto's geheel of bijna geheul zijn afgeschreven. Door toepassing van het nieuwe percentage zal het tijdperk van afschrijving voor sommige objecten met 1 tot 5 jaren worden verlengd,doch daarmede blijven binnen den termijn,die voor de "Faun"-wagens is gesteld. Op dezelfde gronden achten wij wijziging voor den sleuven- stamper van Gemeentewerken geoorloofd;dit beteekent een ver lenging scan den afschrijvingstermijn met drie jaren. Ten aanzien van de wijziging in de afschrijving op de slachthal voor export van het Openbaar Slachthuis meenen wij, dat,gezien de door ons aangevoerde motieven,tegen deze wijziging geen bezwaren kunnen bestaan. 63. 'Wij meenen te mogen volstaan met verwijzing naar ons voor stel van 23 Mei 1935 (bijlage no.86),ten geleide van het rapport der Commissie voor de Openbare Werken dd.20 Mei 1935, welke stukken in Uwe vergadering van 25 Juni d.a.v.met algemeene stemmen voor kennisgeving werden aangenomen* Uw Raad zal zich herinneren,dat ook de Commissie na een uitvoerig en nauwkeurig onderzoek tot de conolusie is gekomen,dat het naar hare volle overtuiging niet mogelijk is verandering te brengen in de per soneelsbezetting van Gemeentewerken,zonder den dienst schade te berokkenen. Wij voegen hieraan toe,dat niettemin bij iedere vacature door ons wordt overwogen,of vervulling noodzakelijk is en of de salarieering herziening behoeft. Op grond van het een en het ander meenen wij te mogen vragen, dat deze zaak niet telkens weer opnieuw ter sprake wordt gebracht 64. Uit het feit,dat de bijzondere tijdsomstandigheden ons genoopt hebben bij nota van wijzigingen een aantal,op zichzelf noodige, voorzieningen nog eenigen tijd uit te stellen,mag geenszins de gevolgtrekking worden gemaakt,dat de bedrijfsbegrooting nog voor verdere vermindering vatbaar is. 65. In verhoudingtot andere overeenkomstige bedrijven en tot vergelijkbare particuliere bedrijven zijn de algemeene kosten niet houg,vooral niet wanneer men er rekening mede houdt,dat in deze kosten .verschillende opslagen zitten,welke feitelijk niet tot de algemeene kosten behooren,doch die om administratieve redenen daarbij worden ondergebracht. 66. Dat de groote vermindering van het onderhoudswerk,hetwelk voor plm*60% uit 3.i*b6 idsloon bGstuat ,1110de de werkgele ge nheid vermin— derten derhalve de werkloosheid vergrootmoet worden erkend. Het is dan ojk met leedwezen,dat wij ons tot de ingrijpende bezuinigingenwelke de bedrijfsbegrootingen de laatste iaren aangeven,hebben gedwongen gezien. 9 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden,1936BIJLAGE NO.17» 67» Nadat Gedeputeerde Staten op2fy. Juli 1935 het Raadsbesluit van 11 Februari 1935 No.6R/28,hadden goedgekeurd,is onmiddel lijk met de uitvoering daarvan begonnen. Na gehouden onder- handsche aanbesteding hebben wij op 29 Augustus d.a.v.den Directeur der Gemeentewerken gemachtigd het maken van den ijztren bovenbouw op te dragen aan de N.V.de Nederlandsche Staalindustrie te Rotterdam; binnenkort denken wij tot het openbaar aanbesteden van den onderbouw der brug over te g^an. 68. Er wordt voor gezorgd,dat deze badinstallatie,welke dringend, noodig is,zal passen in een eventueele verdere verbetering van het Stadsverzorgingshuis. Het verband tusschen dezen post en de verbetering van het Wilhelminaplein,welke,wil zij eenigszins doeltreffend zijn, een belangrijk hooger bedrag zou vergen,ontgaat ons. 69* Tot het onderhoud van het plantsoen behoort ook dat van de op het terrein van het paviljoen gelegen wegen. Het onderhoud wordt reeds tot het hoog noodige beperkt. Bij het beoordeelen van dezen post houde men er voorts rekening mede,dat met het oog op de in de barak ondergebrachte zieken dit plantsoentje in een behoefte voorziet. 70. Zooals wij in de Memorie van Antwoord betreffende de begroo ting van 1955 hebben medegedeeld,heeft een ingesteld onderzoek ons niet de overtuiging geschonken,dat een ander systeem voor de gemeente voordeel zou opleveren. 71. Het juiste bedrag der onderhoudskosten is uiteraard nog niet bekend. Het betreft hier dus een stelpostwaaronder voor- loopig ook de brandweergarages en de bovenwoningen zijn opge nomen, Te zijner tijd zal deze post in onderdeelen worden gesplitst. 72. Deze zaak is sinds eenigen tijd bij ons in onderzoek, 73* Wanneer hier wordt bedoeld de slootdemping en wegverbetering ter plaatse van het BIokkepad,kunnen wij mededeelen,dat dit onderwerp bij het samenstellen van de ontwerp-begrooting in behandeling is geweest,doch dat wij met het oog op de daaraan verbonden kosten f 4100.-) geen vrijheid hebben kunnen vinden dit werk voor uitvoering in 1936 in aanmerking te brengen. 74. Ieder jaar wordt een ander gedeelte der bij de gemeente in onderhoud zijnde vaarwaters gebaggerd. Wordt hiermede niet geregeld voortgegaan, dan ontstaat een achterst and, welke tot groote financieele offers in eens zou leiden. Het gemeentebe lang brengt mede,dat de vaarwaters voor de scheepvaart voldoende bevaarbaar blijven. Wij vestigen er voorts de aandacht op,dat deze post reeds is teruggebracht van f 10.000.- in 1930 tot f 7000.- thans. 75* Niettegenstaande door den aanleg van nieuwe of uitbreiding van bestaande plantsoenen (bij de Mercuriusfontein,op het Leeuwrikplein,bij de Mozartstraat,bij de Vrouwenpoortsbrug, op het Spanjaardsplein,op het Merelplein,langs den Mr.P.J, Troelstraweg en bij de Swamfherdamstraat) het oppervlak der plantsoenen met niet minder dan 5*30 H.A.,en het aantal straatboomen met 1670 is toegenomen,zijn de op dit volgnummer aangevraagde gelden van f 36.050.- in 1932 geleidelijk tot f 28.207*- teruggebrachtuit welk bedrag o.a.nog moet worden bestreden de voorgenomen plantsoenaanleg op het Engelscheplein. Bij het uitspreken van een oordeel over de hooge uitgaven voor plantsoenen moet hiermede wel rekening worden gehouden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1936 | | pagina 213