10
Bijlage tot het verslag der handelingen, van den gemeenteraad
van Leeuwarden,1936. BIJLAGE NO.17.
?6. Ofschoon de staat,waarin de frontmuren van de Dubbele pijp
verkeeren,geen onmiddellijk gevaar oplevert,is de toestand
van deze muren,alsmede van die van enkele andere pijpen,zoo
danig,dat restauratie waarlijk geen overbodige luxe is. Wij
hebben daarom de herstelling van de frontmuren van de onder
havige pijp (welke voorkomt op de Voorloopige lijst der Neder-
landsche monumenten van Geschiedenis en Kunst Deel IX,blz.l71,
sub c 9) op de begrooting gebracht,in verband waarmede wij
volgnummer 137 (onderhoud steenen wallen,enz.) met het bedrag
der geraamde kosten hebben verminderd.
Ten sterkste moeten wij ontkennen,dat de vernieuwde front-
muur van de Langapijp,in 1935 uitgevoerdin goeden staat
verkeerde. Deze muur was integendeel op onderscheidene plaat
sen gescheurd en verzakt. Waar de aansluiting van het vernieuwde
gedeelte van den walmuur aan de Nieuwestad N.Z.opnieuw gemaakt
moest worden,is van de geplaatste afdamming gebruik gemaakt om
ook den bedoelden frontmuur te herstellen.
Was deze noodige voorziening nog korten tijd uitgesteld ge
worden,dan zouden de kosten van herstelling derhalve niet on
belangrijk hooger zijn geweest.
77Het contract betreffende het onderhoud van de uurwerken en
klokken leggen wij hierbij ter inzage over. Wij vestigen er
de aandacht op,dat de aanneemsom,in 1933 beloopende f 873,-,
in 1934 werd teruggebracht tot f 835en thans is verminderd
tot f 725.-. Wanneer in den loop van dit jaar opnieuw tot aan
besteding moet worden overgegaan,zullen de voorwaarden ander
maal onder oogen worden gezien.
78. Door verlaging van de vergoedingenalsmede door het concen-
treeren van verschillende lessen,zijn deze kosten reeds minder
geworden. Deze aangelegenheid heeft overigens onze voortdu
rende aandacht.
Waar de schoollokalen der gemeente ook voor tal van andere
doeleinden worden verhuurd,zouden wij het niet juist achten,
wanneer zij voor het godsdienstonderwijs niet beschikbaar wer
den gesteld.
79- Slechts die benoodigdheden worden bezorgd,welke zich door
afmeting of gewicht niet leenen om door de schoonmaaksters
te worden gehaald,b.v ,veegmateriaal(zakjes van 25 50 K.G.
80. Tegen het schrappen van de kosten van het vlaggen bestaat
bij ons overwegend bezwaar.
81. Gelet op den ook in dit verslag tot uiting komenden eisch
van zuinigheid,achten wij de hieraan verbonden kosten voorshands
niet voldoende gewettigd.
82. Bij het bedrijf der Gemeentewerken zal omstreeks het midden
van het jaar 1936 een vacature inde betrekking van technisch
hoofdambtenaar ontstaan. Wij zullen nagaan,op welke wiize in
deze vacature moet worden voorzien. J
83. Dit bedrag is ook thans weer geraamd in verband met de uit
gaven, ter zake in vorige jaren gedaan. Intusschen is het onder
houd van de rijwielen opnieuw bij ons in onderzoek.
84. Het niet verhalen van de premie ingevolge de Ziektewet be
rust op het Raadsbesluit van 3 Juni 1930,no.l82R/103.
85. De werkelijke uitgaven hebben bedragen in 1932 f 10.854.07
in 1935 f 12.463.34, ia 1934 f 9876.14 en in 1935 f 10.408.761
86. Zooals uit de ontwerp-begrooting blijkt,zijn wij van oordeel,
dat tot verlaging thans niet mag worden overgegaan.
11
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden,J-936» BIJLAGE NO. 17»
87. Met het hier bedoelde,z.g.vaste-lasten-ontwerp,hebben wij
bij het samenstellen van de ontwerp-begrootingen geen rekening
gehouden,te minder omdat dit ontwerp waarschijnlijk ingrijpende
wijziging zal ondergaan.
88. l.Het is ons niet bekend,dat er erfpachtsperceelen zijn,
die verliezen opleveren.
2.Tegenover een gezamenlijke balanswaarde op 31 December
1934 der verschillende terreinen van rond f 4.600.000.- bestaat
in het bedrijf een reserve van slechts f 252.272.21. Er is dus
tegenover een eventueel verlies op bovengenoemde waarde der
terreinen practisch geen reserve aanwezig om verliezen van be-
teekenis door teruggang van de waarden bij afloop der contrac
ten te kunnen opvangen.
Wij achten het dan ook niet raadzaam om deze reserve aan te
spreken ten behoeve van den gewonen dienst der gemeenterekening;
zij behoort onzes inziens in het Grondbedrijf te blijven.
89» Wij zijn bereid ons over deze vraag te beraden,maar naar
het ons aanvankelijk voorkomt zijn er aan deze zaak zeer groote
moeilijkheden verbonden.
90. Onder verwijzing naar art.2 der Bouwverordening doen wij
opmerken,dat in den regel wordt goedgevonden dat met den bouw
van woningen wordt begonnen,wanneer met den straataanleg is
aangevangen. Straat en woningen komen dan ongeveer gelijktijdig
gereed. Vooral wanneer min of meer uitgebreide complexen wonin
gen worden gebouwd zou,indien met den straataanleg werd gewacht,
emmet het oog op het verkeer onhoudbare toestand ontstaan.
Verder mag niet worden voorbijgezien,dat de bebouwing in vele
gevallen eerst in den loop van een vrij langdurig tijdsbestek
gereed komt.
91. Wij zijn bereid dit onderzoek in te stellen.
92. Nog afgezien van de vraag,of men daartoe principieel zou
willen overgaan,lijkt het ons niet raadzaam om woningen te gaan
verkoopen juist in een tijd,waarop de prijzen zeer laag zijn.
94. Wij zullen aan deze opmerking aandacht schenken.
95. De mogelijkheid van tariefsverlaging,mede in verband met de
bevordering van het gas- en electriciteitsverbruik heeft,gelijk
bekend is,de bijzondere aandacht van ons College en van den
Directeur van het bedrijf. De toestand der gemeentefinancien
laat intusschen niet toe,de bedrijfswinsten ten behoeve van
tariefsverlaging te doen verminderen.
96. Wij kunnen ons met het denkbeeld van dit lid niet vereenigen,
97. Aannemende,dat hier bedoeld worden tarieven,waarvan de hoe
grootheid toeneemt met de mate vamrelstand van den afnemer en
afgezien van de billijkheid van zulk een stelsel,doen wij op
merken,dat toepassing daarvan zou leiden tot een sterke terug
gang van het verbruik en tot een daarmede gepaard gaande oneven
redig sterke stijging van de productie -,resp.distributiekosten,
Dergelijke tarieven zijn in de oorlogsjaren gedurende korten
tijd toegepast ten einde het gasverbruik zooveel mogelijk te
beperken. Zelfs toen heeft men overigens de onhoudbaarheid van
zulk een regeling spoedig ingezien.
Daar in de tegenwoordige omstandigheden alles moet worden
gedaan om het gas- en stroomverbruik te doen toenemen,althans
op peil £e houden,ware de invoering van een progressief tarief
wel het minst geschikte middel om dat doel te bereiken.