12
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden,1936. BIJLAGE NO.17.
98. Het desbetreffend advies der Commissie voor de Lichtfa
brieken bereikte ons op 23 December 1935» Intusschen is ons
voorstel verschenen (zie bijlage no.13).
99* Uit den aard der z.aak heeft in het algemeen een winkelier
een korteren bedrijfsduur van het maximum dan een particulier
(ongeveer 750 bedrijfsuren tegen 1000). Uit dien hoofde zou
hem dus feitelijk een hoogere prijs voor den stroom gevraagd
moeten worden,dan aan den particulier wordt in rekening
gebracht
In vele gevallen,vooral wanneer buiten de speruren stroom
verbruik plaats vindt,is de winkelier met toepassing van het
piektarief gebaat. Het zal wellicht eerlang technisch uitvoer
baar blijken voor winkelbedrijven den spertijd vroeger te doen
eindigen dan te 10 uur des avonds,welk uur in het algemeen gehand
haafd dient te worden. Alsdan wordt het moge lijk,voor winkel
bedrijven met een dubbeltarief-,resp.piekmeter de etalage-"
verlichting na winkelsluiting tegen laagtarief te gebruiken.
In elk geval kan bij eventueele herziening van de stroom-
tarieven speciale aandacht aan het electriciteitsverbruik door
winkelbedrijven worden geschonken.
100. Ons standpunt ten opzichte van de omzetbelasting blijkt uit
de ontwerp-begrootingen der Lichtbedrijven,waarin wij de in
1934- en 1935 ontvangen bedragen hebben gereserveerd,zoomede
uit het desbetreffende voorstel,bij onzen aanbiedingsbrief
gedaan en toegelicht.
De meeningen,welke op dit punt in de Commissie voor de
Lichtfabrieken heerschen,zijn weergegeven in haar bij de stuk
ken overgelegd advies van 19 December 1935»
101. Tot recht begrip zij opgemerktdat voor muntgas geen meter-
huur wordt betaald; echter wordt als vergoeding voor het ge
bruik van metergasleiding en toestellen per M3. 6as 1 cent
meer betaald dan voor gewoon gas.
Het muntgasverbruik bedroeg in 1935 circa 1.132.000 M3.
Voor vergoeding voor het gebruik van muntgasinstallaties werd
in dat jaar circa f 11,320.- ontvangen,neerkomende op een ver
goeding van f 2.63 per jaar per in gebruik zijnde installatie
plus meter.
Voor een gewonen meter bedraagt de meterhuur f 1,80 per
jaar bij een prijs van f 18.30. De prijs van een muntmeter
bedraagt f 28.70-, Naar deze verhouding zou dus per installatie
gevorderd moeten worden f 2.83 of f 0.20 meer dqn het geval is.
Overigens is het juist,dat een muntgasverbruiker,wiens ver
bruik belangrijk boven de 283 M3per jaar uitgaatrelatief
iets meer betaalt dan een afnemer van gas over een gewonen
meter,waar echter tegenover staatdatwie dit aantal M3.niet
bereikt,te weinig betaalt.
102. Dat de verhooging van de huur der piekmeters eigenmachtig
door het bedrijf zou zijn geschied,is onjuist. Zij is ingevoerd
bij besluit van ons College dd.19 Januari 1935»genomen krach
tens de bevoegdheid,ons gegeven bij artikel 7 ^sub C der veror
dening op de levering van el^ctrischen stroom.
Het overleg met de Commissie voor de Lichtfabrieken,waarvan
op.blz.53 der Handelingen varr 1935 sprake is,is nog niet
beëindigd.
103» Ons voorstel van 20 Januari jl.(bijlage no.13) bevat een
regeling in dezen geest.
104. Wanneer men den prijs van de K.W.U.van het enkeltarief gaat
verlagen overeenkomstig bovenbedoeld voorst el,dan zal dit,
aangenomen dat iedere verbruiker 110 K.W.U. afneemtneerkomen
op een prijsverlaging voor enkeltarief van gemiddeld 4,27 cent.
13
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden,1936. BIJLAGE NO.17»
Gerekend naar het geraamde verbruik enkeltarief der begrooting
1936 ad 1.272.000 K.W.U.zou dit een mindere inkomst van
f 54*.314-.40 tot gevolg hebben.
Indien dit voorstel werd aangenomenzou uit billijkheids
overwegingen ook het dubbeltarief-hoogtarief van 28 cent per
K.W.U. althans met gemiddeld 4,27 cent verlaagd moeten worden.
Gerekend met 100.000 K.W.U.op deze wijze afgeleverd,wordt het
nadeelig verschil nog f 4.270.- groot er.
105. De verplichting tot het betalen van deze extra-bijdrage
loopt over het tijdvak van 1 Januari 1933 "tot en met 31 Decem
ber 1937.
De vraag,of het mogelijk is om,eventueel nog tusschentijds,tot
een wijziging van de desbetreffende overeenkomst met de Provin
cie te geraken,maakt sinds eenigen tijd een punt van overweging
in ons College uit.
106. Het bedrijf beschikt over een storingskoffer,waarmede het
mogelijk is de plaats van de storing aan te wijzen,indien
althans de storing bestaat op hetzelfde oogenblik,dat er met
het toestel naar wordt gezocht.
Wanneer alle radiostoringen,die aan het bedrijf worden ge
meld, grondig, zouden moeten worden onderzochtzou daarvoor een
man geregeld^werk moeten worden gesteld,terwijl zijn werkzaam
heden door diegenen,die van zijn diensten gebruik maken,aan
het bedrijf zouden moeten worden betaald.
Het beste is,dat zij,die hinder van radiostoringen ondervinden,
eerst nagaan,of door hun radio-handelaar doen nagaan,of de fout
zit bij hen zelf of elders. Blijkt dit laatste het geval en
kan men aantoonen door wien de storing wordt veroorzaaktdan
kan het bedrijf zijn bemiddeling verleenen door bij den ver
wekker van het kwaad aan te dringen op opheffing,zoo noodig
tot toepassing van artikel 3bis of artikel 12 sub 9 der ver
ordening, houdende voorwaarden voor de levering van electrischen
stroom door het Gemeentelijk Electriciteitbedrijf,over te gaan.
107. Met verwijzing naar de ten vorige jare (zie Memorie van
Antwoord begrooting 1935,punt 87) verstrekte inlichtingen
doen wij nog opmerken,dat de mogelijkheid,dat hier een soort
reserve zou zijn ontstaan,buitengesloten moet werden geacht.
Uit de gemeenterekeningen toch over de jaren 1914 tot en met
1918 blijkt,dat de kapitaaluitkeeringen aan het Electriciteit-
bedrijf in die jaren zijn verstrekt uit door de gemeente zelve
voor leening opgenomen gelden.
108. In verband met het winterweer zijn in de maand December
1935,met name van 16 tot en met 24 December vele extra werk
zaamheden door den dienst der Gemeentereiniging verricht, Zoo
is er in die dagen ongeveer 33000 K.G.wegenzout en ongeveer
300 M3.strooizand verbruikt.
Voor het sneeuwruimen is door vast en los personeel 2447 uur
en voor het strooien 1312 uur gewerkt.
Hoewel bij sneeuwval de hoofdverkeerswegen en de binnenstad
zooveel mogelijk eerst worden verzorgd,wordt te dezen ook aan
de buitenwijken aandacht geschonken.
109. Plaatst men de uitkomsten van de laatste dienstjaren naast
elkaar,dan blijkt,dat er door inkrimping van het personeel
ten gevolge van de verdere mechaniseering van het bedrijf een
vrij belangrijke besparing is verkregen. Zoo werd in 1934,toen
de "Faun"wagens nog niet aanwezig waren,in totaal f 192.947.77
aan arbeidsloon uitgegeven. In 1935,toen gedeeltelijk geprofi
teerd kon worden van de autotractie bij den huisvuildienstbe
droeg het totale bedrag aan arbeidsloon f 186.888.79,dat is
ruim f 6000.- minder dan in 1934,zulks niettegenstaande de
toegenomen werkzaamheden. Voor het jaar 1936,waarin van de
mechanisatie volledig profijt kan worden getrokken,zijn de
loonen,ongerekend de ingevoerde 5% verlaging,geraamd op rond
f 177.000.-,een verschil van f 15.000.- alzoo met 1934.