18
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1936. BIJLAGE NO. 17*
14-6. Op 7 Augustus 1934 heeft Uw Raad "besloten voor den cursus
1934-/35 geen eerste klasse te vormen,omdat het aantal aangif
ten beneden 10 was gebleven. Waar de aangifte voor den cursus
1935/36 belangrijk boven 10 uitging,is weer een eerste klasse
ingesteld. In het geheel waren er op 1 Januari j.l. 25 leer
lingen op dezen cursus. Gezien,dat de totale kosten f 1000.-
beloopen,wordt hier voor een betrekkelijk gering bedrag aan
een aantal meisjes de gelegenheid geboden een opleiding te
verkrijgen die htar goede kansen biedt een behoorlijke plaats
in de maatschappij te verwerven,hetzij bij het voorbereidend
onderwijs,hetzij elders.
14-7. Ons College kan geen aanleiding vinden om verandering in
het voorgestelde bedrag van dit subsidie te brengen.
14-8. Noodig,in den zin van noodzakelijk,is dit subsidie niet,
doch voor Leeuwarden,als gemeente waar het Priesch Genootschap
is gevestigd,achten wij een bijdrage van f 100.- ten behoeve
van deze belangrijke vereeniging alleszins gerechtvaardigd.
14-9. De hier gevraagde verhouding is die van f 36.172.- tot
f 393264-7gelijk het overgelegde staatje doet zien.
150o V/ij kunnen de meening van het hier aan het woord zijnde
lid niet deelen. In zijn betoog wordt er immers ten onrechte
van uitgegaan,dat het uittrekken van gelden voor steunuitkeering
het normale is en het uitvoeren van nieuwe werken het abnormale.
Alleen dan toch zou het logisch zijn om de normale uitgaven
(steunuitkeering) op hetzelfde peil te houden als waarop zij
zonder het bestaan van de,als abnormaal aangenomen,uitvoering
van werken zouden staan.
Het tegendeel is echter het geval: het uitvoeren van nieuwe wer
ken dringt voor een evenredig deel de,abnormale,crisisomstandig
heden terug en doet in zooverre den normalen toestand terug-
keeren. Derhalve behooren,wanneer dientengevolge de kosten der
steunverleening blijken te kunnen dalen,die werken op de gewone
wijze te worden gefinancierd en de post voor steunuitkeering te
worden verminderd.
151. Bij de raming voor 1936 is rekening gehouden met den voor
dit jaar te verwachten gang van zaken.
152. Na kennisneming van de salarissen welke het aan de vereeniging
"Prachische Hulp" verbonden personeel over 1936 zal genieten,
hebben wij geen £ermen aanwezig geacht om op verlaging daarvan
aan te dringen of eene daarop gegronde vermindering van het
subsidie te bevorderen.
153. Wij deelen dit gevoelen niet.
154-. Wij zmMen deze voorstellen afwachten.
155. Wij hebben een classificatie achterwege gelaten,omdat wij die
minder juist achten.
156. Het bepaalde in artikel 280 der Gemeentewet eischt geenszins
een verband tusschen de kosten,welke de gemeente maakt voor
zekere land- of waterwegen,en de heffing van belasting wegens
eigendommen,aan of in de onmiddellijke nabijheid van die wegen
gelegen. De woorden van het artikel laten alleszins toe,dat er
slechts een algemeen verband bestaat van het totaal der belasting
op de eigendommen eenerzijds met alle kosten voor aanleg,enz.der
wegen anderzijds. Voldoende is derhalve,dat de gemeente kosten
heeft te maken voor de openbare wegen in de gemeente,in welk
geval de heffing mag geschieden wegens alle gebouwde perceelen,
die aan een openbaren weg belenden of in de onmiddellijke nabij
heid daarvan gelegen zijn,onverschillig of juist aan dezen weg
de gemeente kosten heeft besteed of dat zij dit doet ten aanzien
van andere openbare wegen.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden,1936. BIJLAGE N0.17.
De voorgestelde verordening voldoet dus geheel aan den
door den Hoogen Raad aldus omschreven eisch der wet.
In het licht van het bovenstaande komt het ons onnoodig
voor,een omvangrijke en tijdroovende berekening op te zetten
van de kosten,welke ter zake van aanleg,onderhoud,verlichting,
enz. van alle openbare wegen op de gemeente rusten.
157. Wij zullen dit denkbeeld in overweging nemen.
158. Wij veronderstellen,dat deze mogelijkheid bestaat.
Leeuwarden,27 Januari 1936.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.M.VAN BEIJMA,Burgemeester.
E.SCHOTMAN,Secretaris
Verzonden 28 Januari 1936.