3
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden,1936. BIJLAGE NO.20.
Art.6.
De erfafscheidingen,voor zooveel gelegen voor de voor
gevelrooilijnen,mogen zonder vergunning van Burgemeester
en Wethouders geen grootere hoogte verkrijgen dan van
1 Meter.
Art
In de te stichten woningen mogen zonder vergunning van
Burgemeester en Wethouders geen winkels, werkplaat sen,
bedrijven,neringen of opslagplaatsen worden gevestigd of
uitgeoefend. Zonder toestemming van den Raad mogen geen
garages voor meer dan één auto of gebouwen voor industriëele
doeleinden worden gesticht.
Art.8.
Het is verboden op het in artikel 1 vermelde terrein
te bouwen of gebouwen geheel of voor een gedeelte te ver
bouwen of te vernieuwen of te veranderen of uit te breiden,
anders dan in overeenstemming met de eischen,in deze ver
ordening aangegeven.
Art.9.
Het is den eigenaar,den gebruiker,zoomede ieder,die
krachtens eenig zakelijk recht de beschikking over die
goederen heeftverboden het in artikel 1 vermelde terrein,
de daarop opgerichte gebouwen,de erfafscheidingen of de
voortuinen te doen of laten verkeeren in een toestand,
welke in strijd is met één of meer bepalingen dezer ver
ordening.
Art.10.
Overtreding van de bepalingen dezer verordening,voor
zoover niet reeds bij of krachtens de wet strafbaar gesteld,
worden gestraft met hechtenis van ten hoogste 2 maanden of
geldboete van ten hoogste f 300.-.
Verzonden 18 Februari 1936.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden,1936. BIJLAGE NO.21.
BIJLAGE NO.21.
Aan den Gemeenteraad.
De Directeur der Gemeentewerken heeft ons bij
brieven dd.19 December 1935 no.3303 en 3 Februari 1936 no.
295 toegezonden een ontwerp-rooilijnplan voor de bebouwing
op de perceelen ten Zuiden van het Engelscheplein en de
P.C.Hooftstraatkadastraal bekend gemeente Leeuwarden Sectie
D nos.246, 247, 258 en 3^38 en op een terreintje aan de
Brederostraatten Noorden van de P.C.Hooftstraatmet welk
plan wij ons kunnen vereenigen. Op de bij laatstgemeld
schrijven behoorende teekening zijn de ontworpen rooilijnen
aangeduid,t.w.met een gesloten roode lijn voor zoover de
voorgevelrooilijnen en met een roode streepstip lijn voor
zoover de achtergevelrooilijnen betreft. Aangezien de eige
nares van den grond en de hypotheekhouders blijkens de bij
de stukken aanwezige verklaring.tegen de ontworpen rooilij
nen geen bezwaar hebben,behoeft ingevolge het bepaalde in
het derde lid van artikel 10 der Woningwet ter inzage legging
van het desbetreffend ontwerp niet plaats te hebben. Het
gedeelte van de achtergevelrooilijnen,loopende over het
perceel kadastraal bekend gemeente Leeuwarden Sectie D no.
3438 heeft betrekking op aan de gemeente in eigendom toe-
behoorend terrein.
De Commissie voor de Openbare Werken kan zich met de
ontworpen rooilijnen vereenigen.
Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten:
tot vaststelling van voorgevelrooilijnen en van achter
gevelrooilijnen voor te stichten gebouwen op de perceelen
Sectie D nos.246, 247, 258 en 3438 en op een terrein aan
de Brederostraat ten Noorden van de P.O.Hooftstraat,gelijk
op de bij dit besluit behoorende teekening onderscheiden
lijk met gesloten roode lijnen en met roode streep-stip
lijnen is aangeduid.
Leeuwarden,17 Februari 1936.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.M.VAN BEIJMA,Burgemeester.
E,SCHOTMAN,Secretaris.
Verzonden 18 Februari 1936.