k Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1936. BIJLAGE NO. 26. "Art. i|.ter. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd den in artikel l[bis, tweede lid, bedoelden aanslag in afwijking of bij ont breken van de aangifte vast te stellen naar de door of van wege hen getaxeerde bouwkosten. Ten behoeve van de juiste vaststelling van het reoht is de aanvrager van eene vergunning, als in gemeld artikel be doeld, verplicht aan Burgemeester en Wethouders alle door hen gewenschte inlichtingen te verschaffen, welke zij tot dat doel dienstig achten. Art. lj.quater Indien het verschil tusschen het bedrag der aangifte en dat van de door of vanwege Burgemeester en 'Wethouders getaxeerde bouwkosten beloopt: meer dan f. 25O.- bij bouwkosten van f. 2000.- en minder, meer dan 10$ van de aangegeven som bij bouwkosten van meer dan f. 2000.-, wordt het verschuldigde recht verhoogd met het viervoud van het verschil tusschen dit recht en dat, berekend naar de aangifte. Ar tl+quinquies Bij weigering van of nalatigheid in het verstrekken der in artikel l|_ter, tweede lid, bedoelde inlichtingen, vvordt, indien het recht volgens den door Burgemeester en Wethouders vastge- stelden aanslag meer bedraagt dan het recht, berekend naar do aangifte, eerstbedoeld bedrag in ieder geval verhoogd met het viervoud van het verschil. Artikel I+sexies blijft in dit geval buiten toepassing. Art. [|.3axles Aan den aanvrager van eene vergunning, als bedoeld in ar tikel [(.biswordt, indien blijkt, dat het verschuldigde recht naar een te hooge bouwsom is berekend, ontheffing verleend van het verschil tusschen het opgelegde recht en dat, verschuldigd overeenkomstig de lagere bouwsom. Indien ingevolge artikel i+quater de daar bedoelde verhooging is opgelegd, wordt deze verhooging nader bepaald op het viervoud van het verschil tusschen het recht, berekend naar de aangifte en dat, berekend naar de nader vastge stelde, lagere, bouwsom, en wordt ontheffing verleend van het ter zake der eerst opgelegde verhooging aanvankelijk meer verschuldig de, voor zoover althans het in artikel [[.quator bedoelde verschil aanwezig is; is dit verschil niet aanwezig, dan wordt van het ge- heele bedrag der opgelegde verhooging ontheffing verleend. De in het vorige lid bedoelde ontheffing vindt alleen plaats, wanneer de aanvrager, met overlegging van bewijsstukken, ten ge noegen en ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders,daartoe het schriftelijke verzoek aan dit College doet binnen twee maan den na de geheele voltooiing van het bouwwerk, waarvoor de ver gunning is verleend." Art. V. Na artikel 8 wordt ingevoegd een nieuw artikel, luidende als volgt! "Art. 8bia. Dit besluit kan worden aangehaald als "Legesverordening"." Art. VI. Deze verordening treedt in werking op 1 April 193^* ONTWERP B. VERORDENING, houdende wijziging van de verorde ning op de invordering der rechten, geheven onder den naam van leges (gemeenteblad 1925 no. k; 1932 no. 1;) Artikel I. In het eerste lid van artikel 1 van bovengenoemde verorde ning wordt in plaats van "6" gelezen: "11". In het tweede lid van artikel 1 wordt in plaats van "art.7" en "art. 7bis" gelezen respectievelijk "art. 12" en "art. 15"» Art. II. In het eerste lid van artikel 2 wordt in plaats van "2-6" gelezen: "2-11". In het tweede lid van artikel 2 wordt in plaats van '7 gelezen: "12". Art> Deze verordening treedt in werking op 1 April 193°* Verzonden 3 Maart 193^* Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 193^* BIJLAGE NO. 27. BIJLAGE NO. 27. Aan den Gemeenteraad. Op overtreding van het bij Uwe verordening van 11 Decem ber 193i|- (gemeenteblad 1935 no* 3) ingestelde verbod om zon der toestemming van den burgemeester in een vergunnings- of verlofslocaliteit vrouwelijke personen gedurende de uitoefe ning van het bedrijf dienst te laten doen of vanwege den houder van de vergunning of het verlof aanwezig te doen zijn, staat ingevolge het toen tevens gewijzigde artikel 9 der ver ordening, regelende de politie op de openbare vermakelijkheden en plaatsen van vereoniging, een straf van ten hoogste f. 25«-« Hooger beroep van te dezer zake door den kantonrechter gewe zen vonnissen kan derhalve niet worden ingesteld. Met den Commissaris van Politie, wiens desbetreffend rapport wij hierbij overleggen, zijn wij van meening, dat er^aanloi- ding bestaat om door wijziging van het strafmaximum en do preventieve waarde van de genoemde verbodsbepaling te verhoo- gen on de vonnissen des kantonrechters appellabel te maken. Hetzelfde geldt naar ons gevoelen ook voor do andere artikc- lon dor verordening, togen welker overtreding straf is bedreigd. Mitsdien geven wij Uwe Vergadoring in overweging tot vaststelling van de in ontwerp hieronder afgedrukte verordening over te gaan. Leeuwarden, 2 Maart 193^* De Commissie voor de strafverordeninge J.M. VAN BEIJMA, Voorzitter. ONTWERP BESTAANDE REDACTIE. Art. 9. De overtredingen van de bepalingen dezer verordening worden gestraft: die van artt. 1, 6bls en 5 met geldboete van ten hoogste f. 25.-; die van artt. 3 en 6 met geldboete van ten hoogste f. 15--; de overige met geldboete van ten hoogste f. 10.-. VERORDENING tot wijziging van de verordening, regelende de politie op de openbare verma kelijkheden en plaatsen van vereeniging (gemeenteblad 19li| nos. b en 21; 1918 no. 27; 1920 no. 1+7; 1935 no. 3). Eenig artikel. Artikel 9 van bovengenoemde ver ordening wordt gelezen als volgt: "Overtreding van de bepalingen dezer verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 6 dagen of geldboete van ten hoogste f. 25.-." Verzonden 6 Maart 1938*

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1936 | | pagina 230