VERORDENING tot regeling van de bezoldiging
en verdere inkomsten der ambtenaren in
dienst der gemeente Leeuwarden.
Artikel 1.
De jaarlijksche bezoldiging van den ambtenaar, belast
met het beteekenen van stukken betreffende vervolging
ter invordering van plaatselijke belastingen en de ten
uitvoerlegging van dwangbevelen, bedoeld bij art. 294
der Gemeentewet, in de gemeente Leeuwarden, be
draagt 1530.
Art. 2.
De jaarlijksche bezoldiging van den archivaris be
draagt van 2700.— tot ƒ3150.
De jaarlijksche bezoldiging van den amanuensis aan
het gemeente-archief is, ter beoordeeling van Burge
meester en Wethouders, gelijk aan de bezoldiging van
een derden of van een tweeden klerk ter secretarie.
Art. 3.
De jaarlijksche bezoldiging van den directeur der
alqemeene begraafplaatsen te Leeuwarden bedraaqt van
ƒ900.- tot 1170.—
van de doodgravers 1640.benevens vrije woning.
Art. 4.
De jaarlijksche bezoldiging van den beurs- en waag-
meester bedraagt van ƒ2430.— tot 2700.
Art. 5.
De bezoldiging van de gaarders der bruggelden be
draagt voor de gaarders aan de Harlingervaartsbrug,
de Prins Hendrikbrug, de Wirdumerpoortsbrug, de
lste Kanaalsbrug en de 2de Kanaalsbrug van ƒ23.04
tot 28.80 per week
met 4 jaarlijksche verhoogingen van 1.44 per week
aan de Oosterbrug, de Vrouwenpoortsbrug en de
Noorderbrug van 22.08 tot 27.84 per week
met 4 jaarlijksche verhoogingen van 1.44 per week
aan de Verversbrug van 20.27 tot 26.03 per week
met 4 jaarlijksche verhoogingen van 1.44 per week
Zij genieten bovendien vrije woning de daarvoor
verschuldigde personeele belasting wordt door de ge
meente betaald.
De bezoldiging der hulpgaarders bedraagt van 23.04
tot 28.80 per week
met 4 jaarlijksche verhoogingen van 1.44 per week.
Art. 6.
De jaarlijksche bezoldiging van den directeur en den
boekhouder van de gemeentelijke lichtbedrijven bedraagt:
voor den directeur van 4850.— tot 5750.
boekhouder 3150.3600.
De directeur heeft boven zijn bezoldiging het genot
van vrije woning met vuur, voor zoover cokes betreft,
en licht.
De jaarlijksche bezoldiging van de overige ambte
naren van die bedrijven bedraagt
a. van het gemeentelijk electriciteitbedrijf
den opzichter van
2340—
tot 2970—
chef-monteur
1890—
2250—
een adjunct-commies
„2160—
2430—
den eersten klerk
kassier
1890—
„2160—
den eersten klerk
magazijnmeester
1890—
„2160—
een eersten klerk
1890—
„2160—
tweeden klerk
1620—
1890—
derden klerk
1080—
1530—
machineschrijver
650—
950—