2 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1936. BIJLAGE NO. l+Ji over het afgeven van de bedoelde verklaring wordt gehoord, terwijl wij er geen bezwaar tegen hebben,dat in die verklaring uitkomt, dat de leerlingen het zesde leerjaar van een school voor gewoon lager onderwijs met goeden uitsla? hebben door- loopen. Op grond van het bovenstaande geven wij U in overweging tot vaststelling van de in ontwerp hieronder afgedrukte ver ordening over te gaan. Leeuwarden, 28 Maart I93Ó. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.M. VAN BEIJMA, Burgemeester, E. SCHOTMAN Secretaris. ONTWERP BESTAANDE REDACTIE. Art. 51. Om op de openbare scholen voor gewoon lager onderwijs te worden toegelaten, moeten de kinderen voor den len De cember van het jaar van toe lating den eeftijd van zes jaren hebben bereikt. Op ver langen der ouders of verzor gers kunnen, in afwijking van het in de vorige zinsnede be paalde, evenwel kinderen wor den toegelaten die vóór 1 Maart van het jaar, volgende op dat der toelating, dien leeftijd hebben bereikt. Toelating tot de school of scholen voor uitgebreid lager onderwijs heeft plaats voor kinderen die het zesde leer jaar van de school voor gewoon lager onderwijs met vrucht hebben doorloogen. VERORDENING tot wijziging van de verordening op het open baar lager onderwijs in de gemeente (gemeenteblad 1931 no. 7 en 193^ no. 9) Eenig artikel. Het tweede lid van artikel 31 van bovengenoemde verordening wordt vervangen door twee nieuwe leden, luidende als volgt: "Voor toelating van kindoren tot een school voor uitgebreid lager onderwijs geeft het hoofd der laatstelijk door die kin deren bezochte school voor ge woon lager onderwijs, indien hij van oordeel is dat met grond mag worden verwacht dat zij krachtens hun ontwikkeling en aanleg het onderwijs eener school voor uit gebreid lager onderwijs zonder bezwaar zullen kunnen volgen, een daartoe strekkende verklaring af, uit welke verklaring, behou dens het bepaalde in de tweede zinsnede van hot derde lid van artikel 11 der Lager Onderwijswet 1920, tevens moet blijken dat de leerlingen het zesde leerjaar met goeden uitslag hebben doorloopen. Wanneer het hoofd der school het zesde leerjaar niet zelf aan de kinderen heeft onderwezen, hoort hij voor hot afgeven van de ver klaring den betrokken klasse- or.lerw:^ zerHij zendt de ver klaring in aan Burgemeester en Wethouders Het hoofd der school voor uit gebreid lager onderwijs houdt bij zijne beoordeeling omtrent de toe lating met de in het vorige lid bedoelde verklaring rekening". Leeuwarden, 30 Maart 1936. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden,1936» BIJLAGE NO.44. BIJLAGE NO.44. Aan den Gemeenteraad. De krachtens Uw besluit van 11 Februari 1935 met ingang van 1 Januari tevoren ingevoerde huurverlagingen van onderscheidene gemeente- en vereenigingswoningen hebben destijds blijkens zijn schrijven van 10 Januari 1935 slechts de voorloopige goedkeuring van den Directeur-Generaal van de Volksgezondheid te 's Gravenhage verkregen. In een nader schrijven dd.14 September 1935 van genoemden Directeur- Generaal wijst deze er op,dat de verlaagde huren naar zijne meening nog aan den hoogen kant zijn en deelt hij mede er prijs op te stellen alsnog een voorstel tot verdere huurverla- ging van ons College te ontvangen. Wij hebben over deze aangelegenheid de meening gevraagd van de U bekende Contactcommissie voor de verhuring van woningen. Deze heeft ons bij schrijven van 6 Maart j.l., dat wij hiernevens overleggen,van advies gediend. Met de daarin naar voren gebrachte motieven,waarvan de conclusie is,dat het wenschelijk moet worden geacht,ten einde een te voorzien verloop van huurders tegen te houden,opnieuw tot huurverlaging over te gaan,kunnen wij ons vereenigen. Ook wij zijn van oordeel,dat het moeilijk zal zijn de woningen permanent verhuurd te houden tegen de thans geldende prijzen. De daling van de inkomens der huurders,gevoegd bij de con currentie in het particuliere bedrijf,is oorzaak dat velen naar een andere woongelegenheid omzien. Weliswaar heeft ook verloop van huurders uit de onderhavige woningen plaats naar duurdere woningen,doch hier moet de oorzaak worden gezocht in het meerdere comfort dat de laatstgenoemde soort biedt. Het is dan ook te verwachten dat,zoo geen wijziging in de huren wordt gebrachtvele woningen zullen worden verlaten. Om dit risico vdat tot schade van de ge meente en de vereenigingen zal leiden,te ontloopen en om het aanzien van de woningcomplexen mede door het bewoond blijven van de woningen op peil te houden,achten wij het noodzakelijk de huren te verlagen tot de bedragen zooals die door de Contactcommissie worden voorgesteld. Bij in voering van een dergelijke reductie zullen de huren gemid deld ongeveer 20% lager zijn dan die van 1931,sen verminde ring waarmede naar het ons voorkomt kan worden volstaan. Wij wijzen er op,dat de huren in onderling overleg tusschen de Besturen der woningvereenigingen en van de gemeente zijn bepaald en met elkander in overeenstemming gebracht, zoodat bij de verhuring geen concurrentie is te verwachten. De Directeur-Generaal van de Volksgezondheid heeft ons bij schrijven van 23 Maart j.l.medegedeeld met de voorge stelde- verlagingen accoord te ga&n. Met betrekking tot de financieele gevolgen van de huur- vermindering merken wij het volgende op. Het totale bedrag van de verlagingen beloopt f 34681.09 over een vol jaar. Een gedeelte van die som zal voor reke ning der gemeente moeten blijven. Naar onze meening kan echter onaer de tegenwoordige tijdsomstandigheden door de betrokken vereenigingen in dezen eerst een beroep op de openbare kas worden gedaan,indien geen middelen aanwezig zijn om de schade,ontstaan door de huurverlaging,te dekken. Ten aanzien nu van de woningvereeniging "Leeuwarden",waar de huurverlaging f 8252.40 kost,is deze toestand niet aanwezig. Blijkens het jaarverslag over 1934 toch was op 31 December van dat jaar een saldo aanwezig van f 58828.89r (in de balans vermeld als fonds voor nieuwbouw) f 8324.70,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1936 | | pagina 256