Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1956. BIJLAGE N0,i|.5, BIJLAGE N0.i+5. Aan den Gemeenteraad. Krachtens artikel 2,eerste lid,der verordening op het Gemeentelijk Grondbedrijf (Raadsbesluit van 7 December 1925, zie bijlage no.36 van 1925) verdeelt de Raad telkens om de vijf jaren op ons voorstel,nadat wij het advies van de commissie van bijstand hebben ingewonnen,de gronden van dit bedrijf in de volgende rubrieken: a. voor bouwterrein bestemde gronden,dat zijn die gronden, waarvan verwacht wordt,dat zij in de eerstvolgende vijf jaren als bouwterrein zullen worden verkocht of in erfpacht uitgegevenj b. voor cultuur bestemde gronden; c. in erfpacht uitgegeven gronden,waaronder begrepen de aan het Woningbedrijf ten behoeve van de volkshuisvesting ep. andere bedrijven in gebruik gegeven terreinen. 'Het tijdstip voor hernieuwde indeeling is thans aangebro ken. Met den Directeur der Gemeentewerken wiens desbetreffende rapporten hierbij zijn overgelegd,zijn wij van meening,dat de tegenwoordige indeeling weinig aanleiding tot v/ijziging geeft. Echter komen enkele perceelen cultuurgrond,gelegen bij het Kalverdijkje,den Poppeweg en het Vliet voor bestem ming tot bouwterrein in aanmerking. De hier bedoelde per ceelen zijn op een bij de stukken gevoegde kaart aangegeven. Wij zijn van meening,dat verder thans geen gronden tot bouwterrein behooren te worden bestemd,aangezien het met het oog op- overvoering van de woningmarkt wenschelijk is den aan log van nieuwe straten- en huizencomplexen te beperken,Het ligt dan ook in ons voornemen U voorshands geen voorstellen tot het verleenen van vergunning voor straataanleg meer te doen,behalve dan met betrekking tot verzoeken,ten aanzien waarvan wij ons tegenover de aanvragers reeds tot medewer - king bereid hadden verklaard of die strekken tot den bouw van woningen,waaraan bepaaldelijk behoefte bestaat. Bij de behandeling van de ontwerp-begrootingen voor het jaar 1936 ia voorts de vraag ter sprake gekomen,of het niet wenschelijk ware naast uitgifte in erfpacht ook verkoop van gemeentelijke perceelen mogelijk te maken. Wij achten het raadzaam deze quaestie afzonderlijk onder het oog te zien en zijn voornemens haar eerlang tot een punt van overweging te maken. Onder overlegging van het advies der Commissie voor de Openbare Werken geven wij U in overweging over te gaan tot vaststelling van het in ontwerp hierachter afgedrukte besluit tot indeeling van de in het Grondbedrijf aanwezige gronden in de drie,in artikel 2,eerste lid,der aangehaalde beheersverordening omschrevengroepen, Leeuwarden, 26 Maart 1956. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.M.VAN BEIJMA Burgemeester, E.SCHOTMAN Secretaris,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1936 | | pagina 258