Bijlag© tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1936c RT.TT.An.TC wn.Alf. ONTWERP A, Bestaande redactie. Art e28. Aan de jaarwedde van het vast aangestelde personeel en aan hen,die met of voor een proeftijd zijn aangesteld, wordt,met uitzondering van de fröbelonderwijzerseene bij zondere verhooging van f I4.7O toegevoegd. De bespeler(bespeelster) der piano voor het begeleiden van het onderwijs in lichame lijke oefening en van den zang geniet eene belooning van f 75»" Per wekelijksch lesuur, welke belooning na 2,4,6,8, 10,12 en lij. jaren dienst als zoodanig kan worden verhoogd telkens met f 5o"« Artcij.2, 1e lid. De jaarwedde van de vakon derwijzers in de lichamelijke oefening bedraagt f I83O0-, na 1 2 en 3 dienstjaren tel kens te verhoogen met f 120,- en na 4, 367o91 51 51 It 19,21 en 23 dienstjaren tel kens te verhoogen met f 90» Indien deze onderwijzers min der dan 26 uren per week on derwijs geven,bedraagt de be looning f 75Per wekelijksch lesuuro Art.45, 1e en 2e lid. De jaarwedden van de vak onderwijzeressen in de hand werken bedragen per wekelijksch lesuur: I.aan de scholen voor ge woon lager onderwijs f 65,-, na 2,4,6,8,10,12 en II4. dienst jaren te verhoogen telkens met f 5«~ Per wekelijksch lesuur,totdat het maximum van f 100,- per wekelijksch lesuur is bereikt; II.aan de scholen voor uit gebreid lager onderwijs f 90*-, na 2,ij.,6,8,10,12 en lij. dienst jaren te verhoogen telkens met f 5«" per wekelijksch lesuur, totdat het maximum van f 125 per wekelijksch lesuuur is be reikt O BIJLAGE NO*61+. VERORDENING tot wijziging van de verordening op het openbaar lager onderwijs in de gemeente (gemeente blad I931 n0c7 en 1954 noa9). Artikel I0 In het eerste lid van arti kel 28 van bovengenoemde veror dening wordt in plaats van "f i|.70o-" gelezen: "f 450»-", Het tweede lid van dit arti kel wordt gelezen als volgt "De bespeler(bespeelster) van de piano voor het bege leiden van het onderwijs in lichamelijke oefening en van den zang geniet eene belooning van f 68- per wekelijksch lesuur.welke belooning na 2, ij.,6,8,10,12 en lij. jaren dienst als zoodanig kan worden ver hoogd telkens met f 4»50o De volgens dit lid toe te kennen belooning wordt steeds tot een gulden naar boven afgerond," ArtoII* Het eerste lid van artikel Jj.2 wordt gelezen als volgt: "De jaarwedde van de vakon derwijzers in de lichamelijke oefening bedraagt f 1645«" na 1,2 en 3 dienstjaren telkens te verhoogen met f 108C- en na ij., 5, 6,7,8,9,11 ,15,15,17, 19,21 en 25 dienstjaren tel kens te verhoogen met f 81 Indien deze onderwijzers min der dan 26 uren per week on derwijs geven,bedraagt de be looning f 680- per wekelijksch lesuur.-:i ArtoIII Het eerste lid van artikel ij.3 wordt gelezen als volgt: "De jaarwedden van de vakon- derwijzeresseh in de handwer ken bedragen per wekelijksch lesuur I0aan de scholen voor ge woon lager onderwijs f 59®-, na 2,ij.,6,8,10,12 en 1 ij. dienst jaren te verhoogen telkens met f ij.e50 Per wekelijksch lesuur, totdat het maximum van f 90»- per wekelijksch lesuur is be reikt; II-aan de scholen voor uit gebreid lager onderwijs f 81.-, na 2,4,6,8,10,12 en lij. dienst jaren to verhoogen telkens met 5 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1956e BIJLAGE N0.64» Boven de jaarwedden,bedoeld onder I van het eerste lid, wordt voor het bezit van de akte,genoemd onder u van arti kel 2 der wet tot regeling van het lager onderwijseen jaarlijksche toelage van f50.- toegekend,tenzij dat bezit vereischt is voor het geven door de betrokken onderwij zeres van onderwijs in de fraaie handwerken voor meisjes. Art,1(4, Ie lid. De belooning van den vak onderwijzer in het teekenen aan de scholen voor uitgebreid lager onderwijs bedraagt f75 s jaars per wekelijksch les uur bij het bezit der lagere akto on f 100,- 's jaars per wekelijksch „lesuur bij"het be- zu; aer middelbare akte voordat vSk. Art,45* De belooning van den vak onderwijzer in het zingen bedraagt f 100.- 's jaars per wekelijksch lesuur, Art«55,1e lid,sub a. Boven de ingevolge de wet bepaalde verhoogingen van jaarwedden voor het bezit van de daar genoemde bevoegdheden wordt eene belooning toegekend: a.van f 100.- 's jaars voor het bezit van het getuig schrift voor zang,afgegeven door de Maatschappij tot be vordering der Toonkunst of door andere,door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen, vereenigingen. Art.54. Het onderwij zend personeel, dat voor 1 Januari 1921 in deze gemeente werkzaam was en dat voor dien datum in het bezit was van beide of één der diploma's A of B voor handenarbeid,ontvangt daarvoor eene toelage van f 50»- 's jaars. Art,55» 1e en 2e lid. De onderwijzer aan een cursus voor vervolgonderwijs als bedoeld in artikel 21 der Lager Onderwijswet 1920- geniet als zoodanig eene be looning, welke op den grond slag van f 104.- per kalender jaar voor elk door hem te ge ven wekelijksch lesuur,bere kend wordt naar het aantal weken,dat die cursus duurt en naar het aantal daarin door hem te geven wekelijksche lesuren. f 4*50 Per wekelijksch lesuur, totdat het maximum van f 112*50 per wekelijksch lesuuïHcereikt De volgens dit lid toe te ken nen belooningen worden steeds tot een gulden naar boven af gerond. In het tweede lid wordt in plaats van "f 50.-" gelezen: "f 45'-"" 0 Art.IV. In het eerste lid van arti kel 44 wordt in plaats van 75*-" en "f 100.-" onder scheidenlijk gelezen:"f 68.-" en "f 90c-"e Art,V. In artikel 45 wordt in plaats van "f 100,-" gelezen: fif 90e-\ Art.VI. In het eerste lid van ar tikel 55 wordt onder a in plaats van "f 100e-" gelezen: "f 90»""» Art.VII. In artikel 54 wordt in plaats van "f 50.-" gelezen: "f 45»-"» Art.VIII. In het eerste lid van arti kel 55 wordt in plaats - van f "f 104o~" gelezen: "f 9Ï-.-". In het tweede lid wordt in plaats van"f 26.-" gelezen: "f 24c-" c.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1936 | | pagina 283