Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1936. BIJLAGE NO. 68, BIJLAGE NO. 68. Aan den Gemeenteraad. Om praeadvies is in onze handen gesteld een tot Uwen Raad gericht adres van de "vereeniging tot "bevordering van Vreemdelingenverkeer in Leeuwarden en Omstreken" en van "Het Torenfonds", alhier, waarbij U verzocht wordt een terrein in de omgeving van de Sint Jacobstraat en het Hofplein (lees: Gouverneurspl.einaan te wijzen voor den bouw, vanwege adressanten, van een toren en voorts om de steungelden, welke aan de bij dien bouw te werk te stellen werkloozen uitgekeerd zouden worden indien de torenbouw niet tot uitvoering zou komen, ter beschikking van genoemd Torenfonds te stellen. Blijkens de toelichting is het de bedoeling van de adressan ten om ter vervanging van den in 1884 afgebroken "Nieuwen Toren", gestaan hebbende aan de Groote Hoogstraat en Klok»- straat, een toren te bouwen, geschikt om er het klokkenspel, dat thans in den Stadhuis toren aanwezig is, in aan te brengen. Dit carillon zou dan bovendien worden aangevuld en verbeterd. Bij den bouw zouden door bemiddeling van de gemeentelijke Arbeidsbeurs werklooze Leeuwarder werklieden worden aangeno men, wien het normale loon zou worden uitbetaald. De toren zou te zijner tijd aan de gemeente in eigendom worden overgedragen. U van het gevraagde praeadvies dienende, venschen wij voorop te stellen, dat wij alle waardeering hebben voor den burgerzin van hen, die hun steun en medewerking verleenen aan de plannen tot het stichten van een nieuwen "stadstoren". Wanneer wij desondanks geen vrijheid hebben kunnen vinden om het verzoek van adressanten bij Uwe Vergadering te ondersteunen, dan is daar dus elke mindere appreciatie van hun streven vreemd aan. Ons bezwaar tegen inwilliging van het verzoek richt zich in hoofdzaak tegen het feitdat men hier een toren wil gaan bouwen uitsluitend en alleen om een toren te bezitten. Dit voornemen toch ie onzes inziens in strijd met den gedachten- gang en de bedoeling, welke aan de totstandkoming van een toren ten grondslag moeten liggen en in den toren zelve tot uitdruk king moeten komen. In ons land kent men, behoudens een enkele uitzondering, niet den toren, opgericht zonder bijbehoorend bouwwerk. Zijn er thans hier en daar vrijstaande oude torens, dan zijn veelal de oorspronkelijk daarbij aanwezige gebouwen gesloopt of door brand vernield. Men'kandan ook in het algemeen wel zeggen, dat een toren (behalve dan natuurlijk vuurtorens, watertorens en andere utiliteitsgebouwen, waarvan hier niet de rede is) moet zijn de bekroning van een gebouw, dienende om de belangrijkheid van dat gebouw, of van een important onderdeel daarvan, nader te ac- oentueeren. Een dergelijke redelijke grondslag voor torenbouw is niet alleen in ons land, maar ook ver daarbuiten, waar te nemen. Vele kerktorens zijn aanduiding van den ingang der kerk, zooals bijvoorbeeld ook in deze provincie voorkomt; in sommige gevallen is een toren of een verhoogde koepel opgericht ter plaatse van de ontmoeting van het schip der kerk en het tran sept (bijv. de St. Janskathedraal te 's-HertogenboechEen typeerend voorbeeld van goed gemotiveerde plaatsing van een toren geeft het stadhuis in Maastricht, waar deze boven de centrale hal is opgericht en waar zoodoende, behalve het ge- heele gebouw als zoodanig, nog in het bijzonder het in archi tectonisch opzicht belangrijkste gedeelte daarvan door een toren wordt bekroond. Door zulk een zinrijke plaatsing komt de sym bolische beteekenis van een toren ten volle tot haar recht. Dat dan somtijds de toren tevens voor het aanbrengen van een aarillon wordt gebezigd, doet hieraan niet alleen niets af, maar verhoogfc die beteekenis zelfs in aanzienlijke mate.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1936 | | pagina 288