Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1936. BIJLAGE NO. 69. BIJLAGE NO. 69. Aan den Gemeenteraad. Bij adres van 27 Maart j.l. heeft G.A. HELDOORN, archi tect, alhier, namens de erven van wijlen O.J. KONING vergun ning gevraagd voor den aanleg van straten op het terrein, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, Sectie D no. 352, ge legen aan en ten Zuiden van den HarlingerstraatwegIn Uwe Vergadering van 7 April j.l. werd gemeld adres om praeadvies in onze handen gesteld. Wij hebben de eer U dienaangaande het volgende mede te deelen. Het ingediende stratenplan, dat op de hierbij overgelegde teekening is uitgewerkt, stemt overeen met het uitbreidings plan ter plaatse. Tegen het plan bestaan bij ons geen beden kingen. Wij merken op, dat het hier betreft een verzoek tot straataanleg als waarop wij doelden in ons voorstel van 26 Maart j.l. (bijlage no. 1^5) en ten aanzien waarvan wij ons tegenover de aanvragers reeds tot medewerking bereid hadden verklaard. Anders zouden wij op de gronden, in genoemd voor stel ontwikkeld, vermoedelijk tot afwijzing van het verzoek hebben geadviseerd. Ingevolge het bepaalde in de Bouwverordening moeten de slooten, welke het terrein omringen, worden gedempt. Voor zoo ver de Noordelijke en de Oostelijke slooten betreft, waarvan de gemeente mede-eigenares is, kan Uwe Vergadering vergunning tot demping geven, waartegen naar onze meening geen bezwaar bestaat. De Zuidelijke sloot is eigendom van de adressanten. Met betrekking tot de sloot, welke de Zuidwestelijke grens van he t terrein vormt, hebben de adressanten voorloopig vrijstel ling van de verplichting tot demping gevraagd, aangezien hier toe geen vergunning van den mede-eigenaar van de sloot kon worden verkregen. Tegen inwilliging van dit verzoek zijn geen bedenkingen, daar de adressanten voor de later uit te voeren demping zekerheid hebben gesteld. Dit is ook geschied ten op zichte van de toekomstige kosten van aanleg, toezicht en voort durend onderhoud van die straatgedeelten, welke tegen de Zuid westelijke perceelsgrens liggen en die in verband met het voorshands achterwege blijven van gemelde slootdemping nog niet kunnen worden aangelegd. De Noord-Zuid ontworpen hoofdstraat verkrijgt een breedte van l8 Meter, verdeeld in een rijweg van 9»l6 Meter, met trottoirs ter weerszijden van JLp-ij_2 Meter elk. De Zuidelijke en Westelijke straten zijn geprojecteerd op een breedte van 5*96 Meter voor den rijweg, met trottoirs ter breedte van 2.02 Meter, De Noor delijke straat, uitmakende een deel van het ontworpen plein, verkrijgt een rijbreedte van 7 Meter en één trottoir ten Zuiden, breed ip.50 Meter. Laatstgenoemde straat en de 18 Meter breede straat behooren tot die der eerste klasse, als zijnde straten in het rechtstreeksch belang van het algemeen verkeer; de overige straten behooren tot die der tweede klasse. De grond, gelegen ten Noorden van den Noordelijken trottoir band der 7 Meter breede straat op het ontworpen plein, ter opper vlakte van ongeveer 22ij.O M2., wordt voor f. 1.- per M2. aan de gemeente in eigendom overgedragen; de aanleg van het plein op dezen grond geschiedt door en voor rekening van de gemeente. Voorts wordt tegen f. 1.- in totaal aan de gemeente afgestaan de voor plantsoen bestemde grond aan de Engelumerstraatzoomede de strook grond, gelegen tusschen den achterkant van het ontwor pen Zuidelijke trottoir langs den Harlingerstraatweg en de Noor delijke eigendomsgrens van het perceel van de adressanten. Dit trottoir wordt door en op kosten van de gemeente gelegd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1936 | | pagina 290