2
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1956. BIJLAGE NO. 70.
Onder mededeeling, dat de Financieele Commissie zich
met ons voorstel kan vereenigen en metoverlegging van de
stukken geven wij U alsnu in overweging:
lê.^te berusten in de door prof. mr. B.M. Telders te
Leiden bij dagvaarding d.d, 13 Mei 1936 tegen de gemeente
ingestelde rechtsvordering tot betaling van een bedrag groot
f. 1000.-, met kosten en interessen, ter zake als daarin
omschreven;
2£. vast te stellen de in ontwerp hierbij overgelegde
wijziging van de gemeentebegrooting, dienst 1935.
Leeuwarden, lip Mei 1936.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.M. VAN BEIJMA, Burgemeester
E. SCHOTMAN Secretaris.
Verzonden 15 Mei 1936.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden,1936. BIJLAGE N0.71
BIJLAGE NO.71
Aan den Gemeenteraad,
Met het oog op den aanleg van het luchtvaartter
rein is het gewenscht,dat het Keegsdijkje,hetwelk den toe
gangsweg tot dat terrein zal vormen,in eigendom aan de ge
meente toebehoort! thans is genoemde weg eigendom van het
waterschap "Het Leeuwarder Oud- en Nieuwland"met uitzonde
ring van een strook over ongeveer de halve breedte langs de
Noordzijde,ter lengte van +117 Meter en ter grootte van
580 M2,,waarvan F,N,WASSENAAR,alhiereigenaar is en van een
strook.uitmakende een Noordelijk deel ter grootte van
62,50 M2,van den overweg in de spoorlijn van Leeuwarden
naar Stiens,welke aan de Nederlandsche Spoorwegen toebehoort.
Wij hebben aan de eigenaren gevraagd,of zij bereid zijn
het hun toebehoorende gedeelte van het genoemde dijkje in
eigendom en onderhoud aan de gemeente over te dragen.
Blijkens de hiernevens overgelegde briefwisseling is het
Waterschap tot zoodanige kostelooze overdracht bereid onder
voorwaarde,dat de gemeente de bestaande,op den weg aanslui
tende, dammen voor hare rekening in verharden toestand
brengt. Wij hebben deze voorwaarde zóó opgevat,dat de be
doelde verharding op eenvoudige wijze kan geschieden en
zich niet verder zal uitstrekken dan tot de eigendomsgrens
gelijk onzerzijds ook in de vergadering van Ingelanden van
het Waterschap,betrokken bij den Keegsdijk,is te kennen
gegeven. Intusschen blijft de mogelijkheid,dat ter wille
van de reinheid van den weg het beter is enkele dammen
geheel te verharden. Tegen aanvaarding van deze voorwaarde,
aldus opgevatbestaat bij ons College geen bezwaar; de
wijze van verharding blijft ter beoordeeling van het
Gemeentebestuur; zij zal natuurlijk niet eerder dan tege
lijk met de verbetering van den weg zelf geschieden.
Van den eigenaar WASSENAAR,voornoemd,ontvingen wij be
richt, dat hij genegen is de hem toebehoorende strook
grond van het Keegsdijkje eveneens kosteloos aan de ge
meente over te dragen,onder voorwaarde,dat hem,met uit
sluiting van anderen,het jachtrecht voor den tijd van
zes achtereenvolgende jaren blijft voorbehouden op de
landerijen,aangekocht voor het luchtvaartterrein. Tegen
deze voorwaarde bestaan bij ons geen bedenkingen; met
betrekking tot dit jachtrecht blijven uiteraard de bepa
lingen der Jachtwet 19^3 onverminderd van kracht,terwijl
de belanghebbende zich verder zal moeten houden aan de
bepalingen van de Luchtvaartwet en de ter uitvoering
daarvan gegeven voorschriften,zoomede aan de voorschrif
ten voor het gebruik van de gronden als luchtvaartterrein.
De Directie van de Nederlandsche Spoorwegen heeft ons
medegedeeld,niet tot den verkoop van het gevraagde terrein
te kunnen overgaan zoolang de spoorweg als zoodanig in
gebruik blijft. Zij is echter bereid het in gebruik nemen
van het terrein en het leggen van leidingen voor electri-
citeit,water en telefoon te regelen door het verleenen
van een vergunning.
Wij geven IJ mitsdien in overweging te besluiten:
in eigendom en onderhoud over te nemen:
a.van het Waterschap "Het Leeuwarder Oud- en Nieuwland",
tegen den prijs van f 1,-,den weg,genaamd het Keegsdijkje,
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden,Sectie D no,1ó70,
groot 91*50 Are,
zulks onder voorwaarde,dat de bestaande,op genoemden
weg aansluitende,dammen op den tijd en de wij ze,door
Burgemeester en Wethouders te bepalen,door en voor reke
ning van de gemeente zullen worden verhard;
