Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden,1936BIJLAGE NO.104.
BIJLAGE NO. 104.
Aan den Gemeenteraad.
Tijdens de behandeling van de wijziging der gemeentebe
grooting 1936 in Uwe vergadering van 15 Juli jl.,diende Uw mede
lid, de heer WIERSMA, het voorstel in,om Gedeputeerde Staten te
verzoeken de jaarwedden van de wethouders te verlagen feot
f.2500,-. Dit voorstel werd om praeadvies in handen van
Burgemeester en Wethouders gesteld.
Aangezien de wethouders zich van een advies te dezer zake
wenschen te onthouden,moge ik het volgende onder de aandacht
van Uwen Raad brengen.
De jaarwedde van de wethouders dezer gemeente bedroeg tot
voor enkele jaren f.3000.-; zij werd in 1934 (besluit van
Gedeputeerde Staten dd. 10 April 1934goedgekeurd bij
Koninklijk besluit van 22 Mei 1934) verminderd met tien
procent en teruggebracht tot f.2700.-.
Reeds eerder (bijlage no.2 van 1935) &af ik als mijne mee
ning te kennen,dat een belooning van f.2700.- 's jaars
voor de functie van wethouder eener gemeente als Leeuwarden,
ook wanneer men de gewijzigde tijdsomstandigheden in aanmer
king neemtgeenszins aan den boegen kant is te achten.
"De arbeid toch" -zoo schreef ik destijds- "aan dit ambt
verbonden en voor een goede vervulling daarvan onvermijdelijk,
is in den laatsten tijd aanzienlijk vermeerderd, de noodzake
lijke bemoeiingen van het dagelijksch bestuur der gemeente
gaan in toooonend'o mate op den tijd van zijn individueele
leden beslag leggen".
Het wil mij voorkomen,dat deze argumenten sindsdien slechts
aan kracht hebben gewonnen. Het behoeft immers niet te worden
betoogd,dat ook na 1934 de werkzaamheden van de gemeentebestu
ren nog voortdurend in omvang en veischeidenheid toenemen en
dat van de leden van dat bestuurwillen zij hun taak naar
behooren vervullen,aanmerkelijk meer tijd en toewijding wordt
geeischt dan vroeger noodig was.
Ik ben dan ook van meening,dat de wethouders jaarwedde niet
verder behoort te worden verlaagd.
In deze meening word ik gesterkt door kennisneming van de
salarissen,welke de wethouders in een aantal andere gemeenten
van ons land genieten. Uit het overzichthetwelk hierbij
wordt overgelegd,blijkt namelijk,dat in de navolgende 12,
te dezen met Leeuwarden vergelijkbaregemeenten de wethouders
een jaarwedde genieten,diemeer of minder,boven die van
Leeuwarden uitgaat,3ulks zelfs na de kortingen,welke op het
oogenblik hier en daar voor die wedden in overweging zijn,
te weten in; Apeldoorn (f.2800.-), Arnhem (f.4000.-), Breda
(f.3136.50), Delft (f.2850.-), Dordrecht (f.3000.-), Eind
hoven (f.3700.25), Enschedé (f.2850.-). s-Hertogenbosch
(f.3136.50), Hilversum (f.3464.- netto), Leiden (f.3000.-)
Nijmegen (f.4000,-) en Schiedam (f.2850.-).
Slechts in vier van de zestien gemeenteh,waar geïnformeerd
is, n.l. in den Helder (f.2500.-), Zaandam (f.2000.-) en
Zwolle (f.1900.-)alle kleiner dan Leeuwarden,zoomede in
Maastricht (f.2250.-), zijn de wethoudersjaarwedden lager
dan hier ter stede.
Er is naar mijn gevoelen geen gegronde reden aan te voeren,
waarom na de reeds plaats gehad hebbende korting van tien
procent op de salarissen van de wethouders van Leeuwarden een