Bijlage tot het verslag derhandelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 195^* BIJLAGE NO. 111. BIJLAGE NO. 111. Aan den Gemeenteraad. Het in Uwe vergadering van 25 December 1935 genomen besluit om ten behoeve van de verbouwing van de perceelen Bij de Put no. 17 en Jacob!jnerkerkhof no. 50 en de inrich ting daarvan tot bureaux van de samen te voegen diensten der Arbeidsbemiddeling en Werkloosheidsverzekering (Arbeids beurs) en het gemeentelijke bureau voor Maatschappelijk Hulpbetoon, een bedrag van f. 20300.- beschikbaar te stel len, heeft niet de goedkeuring van Gedeputeerde Staten kun nen verwerven. Blijkens de mededeeling in het hierbij over gelegde schrijven d.d. 11 Maart j.l. was genoemd College van oordeel, dat onderscheidene bezuinigingen op het verbouwings plan moesten worden toegepast en dat een eventueel nieuw plan slechts in overweging kon worden genomen, als dit tot de so berste proporties was teruggebracht. Nadat wij een nieuwe raming hadden doen opmaken, waarbij met toepassing van onderscheidene bezuinigingen een eindcijfer van f. 1828O.- werd bereikt, en er tusschen Gedeputeerde Staten en ons College correspondentie en een bespreking over deze aange legenheid had plaats gevonden, deelden Gedeputeerde Staten ons mede, dat zij, hoewel het belang van samenvoeging der boven vermelde diensten niet voorbijziende, het daarvoor nader op f. 18280.- geraamde^bedrag met het oog op den tegenwoordigen ongunstigen financiëelen toestand nog te hoog bleven achten. Gedeputeerden waren van oordeel, dat het plan op eenvoudiger leest geschoeid en op minder kostbare wijze uitgevoerd zou kunnen worden en berichtten ons dat zij het met het onderwer- pelijke doeleinde gediend wordende gemeentebelang ten slotte waardeerden op ten hoogste f. 15000.-, tegen welke som geen bezwaar zou worden gemaakt. Uit de hiernevens overgelegde nieuwe begrooting van den Directeur der Gemeentewerken blijkt, dat voor f. 15000.- wel een verbouwing tot stand kan komen, doch dat dit alleen moge lijk is door nog meer wijzigingen en vereenvoudigingen in het plan aan te brengen d.w.z. door materialen van mindere kwali teit te bezigen en door allerlei voorzieningen achterwege te laten, die toch eigenlijk tot een normale inrichting van een dergelijk gebouw behooren en allerminst overbodige weelde zijn. Hoewel wij het betreuren, dat tot het toepassen van materialen en fabrikaten moet worden overgegaan, welke in kwaliteit liggen boneden de norm, die voor openbare gebouwen dient te worden aangehouden en hoewel wij met de Commissie voor de Openbare Werken van oordeel zijn, dat het belang der gemeente daarmede geenszins gediend wordt, meenen wij na ampele overweging toch, dat het belang van den dienst van Sociale Zaken hier den doorslag moet geven, opdat namelijk da samenvoeging van de beide genoemde takken van dienst haar volle effect kan hebben. Met het oog daarop stellen wij U dan ook voor, tot uitvoering van het gewijzigde verbouwings plan over te gaan. De termijn van aflossing der op te nomen geldleening kan naar onze meening gesteld blijven op 10 jaren, te beginnen in 1937. De Commissie voor de Openbare Werken kan zich, blijkens haar schrijven van 7 September j.l., in de gegeven omstandig heden met dit voorstel vereenigen. Onder verwijzing naar de ter visie liggende stukken geven wij U alsnu in overweging: a. de onder II en III van het Raadsbesluit d.d. 25 Decem ber 1935, no. 373R/277>vermelde bedragen ad f. 203OO.- te wij zigen in f. 15000.-; b. vast te stollen de hierbij overgelegde wijzigingen van de begrootingen der gemeente en van het bedrijf der gemeente werken, beide dienst 193^* Leeuwarden, 10 September 1956. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.M. VAN BEIJMA, Burgemeester Verzonden lé September 193^* SCHOTMAN Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1936 | | pagina 343