2
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1936. BIJLAGE NO. Il6.
b. ons te machtigen den volledigen tekst der gewijzigde
verordening bekend te maken, met doorloopende nummering van
de artikelen en met wijziging, waar noodig, van de verwij
zingen.
Leeuwarden, 17 September 1936.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
Burgemeester
Secretaris.
ONTWERP.
VERORDENING, houdende wijziging van de verordening,
regelende de toekenning van vergoeding en pensioen
aan afgetreden wethouders der gemeente Leeuwarden
en aan hunne weduwen en weezen (gemeenteblad 1930
no. 18)
Artikel I.
In den titel van bovengenoemde verordening wordt in
plaats van "vergoeding" gelezen: "wachtgeld".
Art. II.
Het opschrift boven artikel 1 wordt gelezen: "Van het
wachtgeld". Artikel 1 wordt gelezen als volgt:
"Aan hem, die ophoudt wethouder te zijn wordt - voor zoo
ver hierna niet anders Is bepaald - op zijn verzoek gedurende
een tijdvak ten hoogste gelijk aan den diensttijd tot een
maximum van 3 jaar wachtgeld ten laste van de gemeente toege
kend
Het wachtgeld bedraagt gedurende het eerste jaar 75^» Se~
durende het tweede jaar ^0% en gedurende het derde jaar 25^
van de laatstelijk genoten wedde.".
Art. III.
In artikel 2 wordt in plaats van "de vergoeding" telkens
gelezen: "het wachtgeld".
Art. IV.
In artikel 3 wordt in plaats van "vergoeding" gelezen:
"wachtgeld" en in plaats van "26 of 89": "28 of 95".
Art. V.
Artikel vervalt.
Art. VI.
In artikel 5 wordt in plaats van "de vergoeding" gelezen:
"het wachtgeld". Het derde lid van artikel 5 vervalt.
Art. VII.
Het eerste lid van artikel 6 wordt gelezen als volgt:
"indien hij, die in het genot is van wachtgeld, weder
wethouder der gemeente wordt, vervalt het wachtgeld op den
dag van aanvaarding van het wethouderschap.".
Het tweede lid van artikel 6 vervalt.
Art. VIII.
In artikel 7 wordt In plaats van "de vergoeding" gelezen:
"wachtgeld".
Art. IX.
Het opschrift boven artikel 8 wordt gelezen: "Van het
ouderdomspensioen"
In artikel 8 wordt in plaats van "pensioen" gelezen:
"ouderdomspensioen"
5
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1936» BIJLAGE NO. Il6.
Art. X.
Het eerste en het derde lid van artikel 9 vervallen.
Het tweede lid van artikel 9 wordt gelezen als volgt:
"Het ouderdomspensioen wordt verleend door dan Raad, op
schriftelijke aanvrage van den betrokkene of zijn wettelijken
vertegenwoordiger
Art. XI.
Het opschrift boven artikel 10 vervalt.
Art. XII.
In artikel 11 wordt in plaats van "het 2/3 gedeelte" ge
lezen: "de helft".
Art. XIII.
Artikel l6 vervalt.
ArtXIV.
Het opschrift boven artikel 17, zoomede de artikelen 17
tot en met 22vervallen.
Art. XV.
Artikel 26 wordt gelezen als volgt:
"Het weduwenpensioen bedraagt jaarlijks de helft van het
pensioen, dat de wethouder of gewezen wethouder na pension-
neering, zonder toepassing van het vijfde lid van artikel 101
der Gemeentewet, zou hebben genoten of genoot.
Art. XVI.
Aan het slot van artikel 27 vervalt de punt, waarna aan
het artikel wordt toegevoegd: "of den 65-jarigen leeftijd had
bereikt.
Art. XVII.
In het tweede lid van artikel 28 wordt in plaats van "de
haar als zoodanig toekomende vergoeding" gelezen: "het haar
als zoodanig toekomende wachtgeld".
Art. XVIII.
De laatste zinsnede van het eerste lid van artikel 33
wordt gelezen als volgt:
"met dien verstande, dat de som van het weduwenpensioen en
de weezenpensioenen, noch van de werezenpensioenen tezamen,
het dubbele van het weduwenpensioen mag overtreffen.".
Art. XIX.
Aan het slot van artikel vervalt de punt, waarna aan
het artikel wordt toegevoegd: "of den 65-jarigen leeftijd had
bereikt.
Art. XX.
In artikel 35 wordt In plaats van "de vergoeding" gelezen
"wachtgeld
Art. XXI.
Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden
met ingang van 1 April 193^# dien verstande, dat, met in
achtneming van artikel 10 der wet van 9 Januari 193^ (Staats
blad no. 300)* de tot dien datum bestaande verordeningen van
kracht blijven voor hen, die toen in het genot waren van wacht
geld of pensioen en voor hen, die op 13 Juni 1935 wethou
derschap bekleedden en voor wie de bekleeding van dat ambt
daarna niet werkelijk is onderbroken.
Verzonden 18 September 193^*