ONTWERP B.
b. bij overlijden van den leerling
d. wegens plaatsing op een school voor gewoon- of
buitengewoon lager onderwijs.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1936. Bijlage HO. 121
VERORDENING op de invordering van
schoolgeld voor het onderwijs aan
de gemeentelijke bewaarscholen.
Artikel 1.
1De hoofdonderwijzeressen leggen bij den aanvang
van het leerjaar een lijst aan van de leerlingen, die
alsdan tot de schoolbevolking behooren, ingericht over
eenkomstig het door den Controleur der gemeente
belastingen vast te stellen model.
2. In die lijst worden de in den loop van het leerjaar
plaats hebbende veranderingen in de schoolbevolking
dadelijk en nauwkeurig aangeteekend.
3. Onder „leerjaar wordt in deze verordening ver
staan hetzelfde tijdvak als daarvoor in de heffingsver
ordening is bepaald.
Art. 2.
1. Binnen 10 dagen na den aanvang van het leerjaar
wordt door de hoofdonderwijzeresssen een door haar
voor deugdelijk verklaard afschrift van de in het eerste
lid van het vorig artikel bedoelde lijst aan den Con
troleur der gemeentebelastingen gezonden.
2. Een uittreksel uit de lijst van het loopende leer
jaar, wat de veranderingen in de schoolbevolking betreft,
wordt vervolgens door haar voor den 5en van iedere
maand aan den Controleur der gemeentebelastingen
ingediend.
3. Hebben in den loop eener maand geen verande
ringen plaats gehad, dan wordt het uittreksel vervan
gen door een negatief bericht.
Art. 3.
De Controleur der gemeentebelastingen maakt uit de
volgens het vorig artikel ontvangen opgaven zoo spoe
dig mogelijk lijsten van aanslagen op en zendt die, na
vaststelling, aan den Gemeente-ontvanger ter invor
dering van de daarin uitgetrokken bedragen.
Art. 4.
1Door den Controleur der gemeentebelastingen
wordt ontheffing of teruggaaf van schoolgeld verleend
a. indien de tot grondslag gestrekt hebbende ge
mengde hoofdsom blijkens onherroepelijk geworden
uitspraak op een ingediend bezwaarschrift is verlaagd,
mits binnen twee maanden na dagteekening der uit
spraak en onder overlegging daarvan aanvraag aan
den Controleur voornoemd wordt gedaan
c. wegens het verlaten der school door den leerling
als gevolg van vertrek van dengene, die volgens art. 2
schoolgeldplichtig is
2. Indien binnen twee maanden na het verlaten der
school daartoe het verzoek bij den Controleur der
gemeentebelastingen is ingediend, kan door dezen bij
verhuizing binnen de gemeente ontheffing of teruggaaf
van schoolgeld worden verleend.
3. De ontheffing of teruggaaf, in het le en 2e lid
bedoeld, bedraagt zooveel twaalfde gedeelten van het
voor een geheel leerjaar verschuldigde bedrag als er na
den dag van het overlijden of den datum van het ver
trek nog volle maanden van het leerjaar overblijven.
Art. 5.
Na ontvangst van een lijst van aanslagen zendt de
Gemeente-ontvanger binnen 14 dagen een gedagteekend
aanslagbiljet, waarvan het model door den Controleur
der gemeentebelastingen wordt vastgesteld, aan de
daarop voorkomende schoolgeldplichtigen.
5
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1936. Bijlage TIO. 121.
Art. 6.
1. De schoolgelden zijn invorderbaar in zooveel ter
mijnen als er na de maand, waarin een lijst aan den
Gemeente-ontvanger is toegezonden, nog maanden van
het leerjaar overblijven.
2. De eerste termijn vervalt den laatsten dag van
de maand, volgende op die, waarin de toezending heeft
plaats gehad en zoo vervolgens den laatsten dag van
iedere opvolgende maand één termijn.
3. De schoolgelden, uitgetrokken op de lijsten, die
in de laatste maand van het leerjaar of later aan den
Gemeente-ontvanger worden toegezonden, zijn één
maand daarna ineens invorderbaar.
Art. 7.
Bij nalatigheid in het tijdig aanzuiveren van vervallen
termijnen geschiedt de invordering der schoolgelden
overeenkomstig de voorschriften van de artikelen 291
tot en met 294 der Gemeentewet.
Art. 8.
1Deze verordening wordt geacht in werking te zijn
getreden op 1 September 1936.
2. Alsdan vervalt de verordening op de invordering
van schoolgeld voor het onderwijs aan de gemeentelijke
bewaarscholen (gemeenteblad 1935 no. 21 en 1936 no.
5), behalve voorzooveel betreft de aan het leerjaar
1936/37 voorafgaande leerjaren.