jlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden. 1936. B ijld. ff C HO. 121.
NT WERP C. VERORDENING tot heffing van schoolgeld
voor het lager onderwijs.
Artikel 1
Ter tegemoetkoming in de voor rekening der
gemeente blijvende kosten van het openbaar en bijzon
der gewoon-, buitengewoon- en uitgebreid lager onder
wijs, wordt ten behoeve van de gemeente schoolgeld
geheven.
Art. 2.
Het schoolgeld is verschuldigd door de krachtens
de wet tot onderhoud en opvoeding verplichte ouders
of, bij ontstentenis van dezen, door de leerlingen zelf.
Art. 3.
1. Voor de toepassing van deze verordening wordt
onder „gemengde hoofdsom'' verstaan de maatstaf,
omschreven in artikel 63, lid 4, letter b, der Lager
Onderwijswet 1920, zooals dit luidt ingevolge para
graaf 8 der wet van 22 Februari 1936 (Staatsblad
no. 100) tot verlaging van de openbare uitgaven voor
het onderwijs.
2. Bij toepassing van den in het eerste lid van dit
artikel bedoelden maatstaf wordt als grondslag geno
men het belastingjaar, aanvangende met het leerjaar of,
indien het leerjaar later dan 1 Mei begint, het belas
tingjaar aanvangende op den lsten Mei voorafgaande
aan het leerjaar.
3. Waar in deze verordening gesproken wordt over
leerjaar, wordt daaronder verstaan het tijdvak van
1 September tot en met 31 Augustus, tenzij het leerjaar
in Mei begint, in welk geval onder leerjaar wordt ver
staan het tijdvak van 1 Mei tot en met 30 April.
Art. 4.
Het schoolgeld bedraagt
Gemengde
hoofdsom
Verschuldigd bedrag per leerling
en per jaar
Gewoon lager
en buitengewoon
lager onderwijs
Uitgebreid
lager onderwijs
beneden 2.
vrij
vrij
2—
3.-
6—
4—
3.20
6.30
6—
3.60
6.70
8—
4—
7.10
10—
4.40
7.60
12—
4.80
8.10
14—
5.20
8.70
16—
5.80
9.30
18—
6.40
10.-
20—
7.20
11
22.-
8—
12—
24—
9—
13.20
26—
10—
14.40
28—
11.—
15,60
30—
12.—
16.80
32—
13.—
18—
34—
14—
19.20
36—
15—
20.40
38—
16—
21.60
40—
17—
22.80
42—
18—
24—
44—
19—
25.20
46—
20.-
26.40
48—
21.—
27.60
50—
22.—
28.80