12
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1936. Bijlage: HO.
3. Onder „leerjaar' wordt in deze verordening ver
staan hetzelfde tijdvak als daarvoor in de heffingsver-
ordening is bepaald.
Art. 2.
1. Binnen 10 dagen na den aanvang van het leerjaar
wordt door de hoofden der scholen een door hen voor
deugdelijk verklaard afschrift van de in het eerste lid
van het vorig artikel bedoelde lijst aan den Controleur
der gemeentebelastingen gezonden.
2. Een uittreksel uit de lijst van het loopende leer
jaar, wat de veranderingen in de schoolbevolking betreft,
wordt vervolgens door hen voor den 5en van iedere
maand aan den Controleur der gemeentebelastingen
ingediend.
3. Hebben in den loop eener maand geen verande
ringen plaats gehad, dan wordt het uittreksel vervan
gen door een negatief bericht.
Art. 3.
De Controleur der gemeentebelastingen maakt uit
de volgens het vorig artikel ontvangen opgaven zoo
spoedig mogelijk lijsten van aanslagen op en zendt die,
na vaststelling, a. wat het openbaar onderwijs betreft
aan den Gemeente-ontvanger ter invordering van de
daarin uitgetrokken bedragen; b. wat het bijzonder
onderwijs betreft aan het betrokken schoolbestuur,
tenzij dit vooraf den wensch heeft te kennen gegeven,
dat het innen door het gemeentebestuur zal geschieden,
in welk geval met deze lijsten wordt gehandeld als met
die onder a vermeld.
Art. 4.
Door den Controleur der gemeentebelastingen wordt
ontheffing of teruggaaf van schoolgeld verleend
a. indien de tot grondslag gestrekt hebbende ge
mengde hoofdsom blijkens onherroepelijk geworden
uitspraak op een ingediend bezwaarschrift is verlaagd,
mits binnen twee maanden na dagteekening der uit
spraak en onder overlegging daarvan aanvraag aan
den Controleur voornoemd wordt gedaan
b. indien een leerling door ziekte gedurende ten
minste 30 achtereenvolgende dagen in een leerjaar de
school niet heeft kunnen bezoeken, mits binnen een
maand na afloop van het leerjaar aan den Controleur
der gemeentebelastingen daartoe het verzoek wordt
gedaan. Deze ontheffing bedraagt voor ieder vol tijd
vak van 30 dagen */12 gedeelte van het voor den
betrokken leerling over een vol leerjaar verschuldigde
schoolgeld.
Art. 5.
Na ontvangst van een lijst van aanslagen zendt de
Gemeente-ontvanger binnen 14 dagen een gedagteekend
aanslagbiljet, waarvan het model door den Controleur
der gemeentebelastingen wordt vastgesteld, aan de
daarop voorkomende schoolgeldplichtigen.
Art. 6.
1. De schoolgelden zijn invorderbaar in zooveel ter
mijnen als er na de maand, waarin een lijst aan den
Gemeente-ontvanger is toegezonden, nog maanden van
het leerjaar overblijven.
2. De eerste termijn vervalt den laatsten dag van
de maand, volgende op die, waarin de toezending heeft
plaats gehad en zoo vervolgens den laatsten dag van
iedere opvolgende maand één termijn.
3. De schoolgelden, uitgetrokken op de lijsten, die
in de laatste maand van het leerjaar of later aan den
Gemeente-ontvanger worden toegezonden, zijn één
maand daarna ineens invorderbaar.
13
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1936. Bijlage TIO. 121.
Art. 7.
Bij nalatigheid in het tijdig aanzuiveren van vervallen
termijnen geschiedt de invordering der schoolgelden
overeenkomstig de voorschriften van de artikelen 291
tot en met 294 der Gemeentewet.
Art.. 8.
1. Deze verordening wordt geacht in werking te
zijn getreden op 1 September 1936.
2. Alsdan vervalt de verordening op de invordering
van schoolgeld voor het lager onderwijs (gemeenteblad
1935 no. 22 en 1936 no. 5), behalve voorzooveel betreft
de aan het leerjaar 1936/37 voorafgaande leerjaren.