36 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1936. Bijlcige TIO121 ONTWERP L. Art. 10. Voor de toepassing van de artikelen 297, 299 en 300 der Gemeentewet treedt ten aanzien van deze veror dening in de plaats van den Raad, Burgemeester en Wethouders of van den Burgemeester, de Controleur der gemeentebelastingen of zijn plaatsvervanger. Art. 11. 1. Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 September 1936. 2. Alsdan vervalt de verordening tot het heffen van schoolgeld voor het onderwijs aan den gemeente lijken cursus voor opleiding van bewaarschoolonder wijzeressen (gemeenteblad 1935 no. 26 en 1936 no. 5), behalve voor zooveel betreft de aan het leerjaar 1936/37 voorafgaande leerjaren. VERORDENING op de invordering van schoolgeld voor het onderwijs aan den gemeentelijken cursus voor opleiding van bewaarschoolonder wijzeressen. Artikel 1. 1De directeur van den cursus legt bij den aanvang van het leerjaar een lijst aan van de leerlingen die als dan tot de schoolbevolking behooren, ingericht overeen komstig het door den Controleur der gemeentebelas tingen vast te stellen model. 2. In die lijst worden de in den loop van het leerjaar plaats hebbende veranderingen in de schoolbevolking dadelijk en nauwkeurig aangeteekend. 3. Onder „leerjaar wordt in deze verordening ver staan hetzelfde tijdvak als daarvoor in de heffingsver ordening is bepaald. Art. 2. 1. Binnen 10 dagen na den aanvang van het leerjaar wordt door den directeur van den cursus een door hem voor deugdelijk verklaard afschrift van de in het eerste lid van het vorig artikel bedoelde lijst aan den Contro leur der gemeentebelastingen gezonden. 2. Een uittreksel uit de lijst van het loopende leer jaar, wat de veranderingen in de schoolbevolking be treft, wordt vervolgens door hem vóór den 5en van iedere maand aan den Controleur ingediend. 3. Hebben in den loop eener maand geen verande ringen plaats gehad, dan wordt het uittreksel vervan gen door een negatief bericht. Art. 3. De Controleur der gemeentebelastingen maakt uit de volgens het vorig artikel ontvangen opgaven zoo spoe dig mogelijk lijsten van aanslagen op en zendt die, na vaststelling, aan den Gemeente-ontvanger ter invorde ring van de daarin uitgetrokken bedragen. Art. 4. 1. Door den Controleur der gemeentebelastingen wordt ontheffing of teruggaaf van schoolgeld verleend a. indien de tot grondslag gestrekt hebbende ge mengde hoofdsom blijkens onherroepelijk geworden uitspraak op een ingediend bezwaarschrift is verlaagd, mits binnen twee maanden na dagteekening der uit spraak en onder overlegging daarvan aanvraag aan den Controleur voornoemd wordt gedaan b. bij overlijden van den leerling c. wegens het verlaten der school door den leerling als gevolg van vertrek van dengene, die volgens art. 2 schoolgeldplichtig is 37 e tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1936. 770, 121 d. om andere redenen dan de onder b en c ge noemde, vóór 1 Maart van het loopende leerjaar e. indien een leerling door ziekte gedurende ten minste 30 achtereenvolgende dagen in een leerjaar de school niet heeft kunnen bezoeken, mits binnen een maand na afloop van het leerjaar aan den Controleur der gemeentebelastingen daartoe het verzoek wordt gedaan. 2. teruggaaf of ontheffing bedraagt a. in het geval sub b en c zooveel twaalfde gedeelten van het voor een geheel leerjaar verschuldigde bedrag als er na den dag van het overlijden of na den datum van het vertrek nog volle maanden van het leerjaar overblijven b. in het geval sub d 4/j2 gedeelte van het voor een geheel leerjaar ver schuldigde bedrag c. in het geval sub e voor ieder vol tijdvak van 30 dagen 1/12 gedeelte van het voor den betrokken leerling over een vol jaar ver schuldigd schoolgeld. Art. 5. Na ontvangst van een lijst van aanslagen zendt de Gemeente-ontvanger binnen 14 dagen een gedagteekend aanslagbiljet, waarvan het model door den Controleur der gemeentebelastingen wordt vastgesteld, aan de daarop voorkomende schoolgeldplichtigen. Art. 6. 1. De schoolgelden zijn invorderbaar in zooveel ter mijnen als er na de maand, waarin een lijst aan den Gemeente-ontvanger is toegezonden, nog maanden van het leerjaar overblijven. 2. De eerste termijn vervalt den laatsten dag van de maand, volgende op die, waarin de toezending heeft plaats gehad en zoo vervolgens den laatsten dag van iedere opvolgende maand één termijn. 3. De schoolgelden, uitgetrokken op de lijsten, die in de laatste maand van het leerjaar of later aan den Gemeente-ontvanger worden toegezonden, zijn één maand daarna ineens invorderbaar. Art. 7. Bij nalatigheid in het tijdig aanzuiveren van ver vallen termijnen geschiedt de invordering der school gelden overeenkomstig de voorschriften van de arti kelen 291 tot en met 294 der Gemeentewet. Art. 8. 1. Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 September 1936. 2. Alsdan vervalt de verordening op de invordering van schoolgeld voor het onderwijs aan den gemeente lijken cursus voor opleiding van bewaarschoolonder wijzeressen (gemeenteblad 1935 no. 26 en 1936 no. 5), behalve voorzooveel betreft de aan het leerjaar 1936/37 voorafgaande leerjaren.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1936 | | pagina 374