k
Bijlage tot hot verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1956. BIJLAGE NO. 123.
Art. 12.
De belooning van het bij het
laatste lid van artikel 6 be
doeld tijdelijk personeel
wordt berekend naar de in arti
kel 11, onder b vermelde mini
mum-jaarwedde
Art. 15, le lid.
Voor elk jaar, dat een on
derwijzeres jonger is dan 21
jaar, worden de in artikel 11b
genoemde wedden en de in arti
kel 12 bedoelde belooningen
met f. 39.- verminderd. Een
gedeelte van een jaar wordt,
ten aanzien van deze verminde
ring, beschouwd als een geheel
jaar.
Art. lij..
Boven de jaarwedden, in ar
tikel 11 bepaald, wordt eene
jaarlijksche toelage toegekend:
I. aan de hoofdonderwijzeres
sen van f. 39»- voor het bezit
van een der diploma's A of B
voor handenarbeid, afgegeven
door de vereeniging voor han
denarbeid
II. aan de onderwijzeressen:
a. van f. 153'~ voor het be
zit van de akte als bewaar-
schoolhouderes (akte B)
b. van f. 39.- voor het be
zit van een der diploma's A
of B voor handenarbeid, afgege
ven door de vereeniging voor
handenarbeid
Aan de onderwijzeres, die
aangewezen is tot plaatsver
vangster van de hoofdonderwij
zeres en als zoodanig de hoofd
onderwijzeres onafgebroken lan
ger dan dertig achtereenvolgen
de dagen heeft vervangen, wordt
sene belooning toegekend van
f. 1.- per dag tot een maximum
van f. 250.- ;s jaars. Bij de
berekening van deze belooning
tellen de vacantiën voor een
vierde gedeelte mede, indien de
hoofdonderwijzeres ook na af
loop van eene vacantie nog moet
worden vervangen.
Dit artikel is niet van toe
passing op het bij het laatste
lid van artikel 6 bedoelde tij
delijk personeel.
Art. IV.
Artikel 12 wordt gelezen
als volgt:
"De belooning van de kwee-
kelingen, die met het geven
van zelfstandig onderwijs
zijn belast, bedraagt
f. 500*- P®*1 jaar.".
Art. V.
Het eerste lid van artikel
13 wordt gelezen als volgt:
"Voor elk jaar, dat een on
derwijzeres jonger is dan 21
jaar, worden de in artikel 11
eerste lid onder b, genoemde
wedden met f. 39 •- verminderd
Een gedeelte van een jaar
wordt ten aanzien van deze
vermindering beschouwd als
een geheel jaar.".
Art. VI.
Het derde lid van artikel
li+ vervalt.
5
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1936. BIJLAGE NO. 123.
Art. 13, laatste lid.
De toelagen, bedoeld in ar
tikel lij., onder I en Ha en b
gaan in met den eersten dag der
maand, volgende op die, waarin
daarop aanspraak is verkregen,
tenzij de akte of het diploma
op den eersten dag der maand
verkregen zij; in dat geval
gaan de toelagen op dien dag in;
de toelage,-bedoeld onder IIc
van dat artikel, met den dag,
waarop de belanghebbende als
plaatsvervangend hoofdonderwij
zeres optreedt.
Art. l6, le en 3® Hd.
1, Bij de aanvrage aan Bur
gemeester en Wethouders om ver
lof tot afwezigheid wegens
ziekte door een hoofdonderwij
zeres, een onderwijzeres of een
oppasster wordt tevens een ge
neeskundige verklaring overge
legd, waaruit blijkt, dat de
betrokkene wegens ongesteld
heid verhinderd is hare betrek
king waar te nemen.
3. Aan het onderwijzend per
soneel zal bij verlof tot af
wezigheid wegens ziekte eene
jaarwedde of belooning worden
uitgekeerd overeenkomstig de
regelen, welke daarvoor van
Rijkswege zijn of worden ge
troffen voor het onderwijzend
personeel bij het openbaar la
ger onderwijs.
Art. 23.
De regeling der vacantiën
en der buitengewone vacantie-
dagen Is gelijk aan die voor
de scholen voor gewoon open
baar lager onderwijs.
Art. VII.
Het laatste lid van arti
kel 15 wordt gelezen als volgt:
"De toelagen, bedoeld In
artikel lij., onder I en Ha en
b, gaan in met den eersten dag
der maand, volgende op die,
ft tarin daarop aanspraak is
verkregen, tenzij de akte of
het diploma op den eersten dag
der maand verkregen zij; In
dat geval gaan de toelagen op
dien dag in.".
Art. VIII.
De aanhef van het derde lid
van artikel 16 wordt gelezen
als volgt:
"Aan het onderwijzend perso
neel, bedoeld in het eerste
lid van dit artikel, zal
enz
Art. 25.
Overgangsbepaling.
(gemeenteblad 192ij. no. 26)
Voor de toepassing van deze
verordening:
a. wordt de voor 1903 door
het op 31 December 1915 aan d®
gemeentebewaarscholen alhier in
dienst zijnde personeel verkre
gen akte van toelating als be
waar schoolhouderes gelijk ge
steld met de akte als bewaar-
sohoolhouderes (akte B)
b. worden de beide op 31 De
cember 1913 aan gemeentebewaar-
Art. IX.
Artikel 23 wordt gelezen
als volgt:
"De regeling van de vacantiën
en van de buitengewone vacantie-
dagen is gelijk aan die voor de
scholen voor gewoon openbaar
lager onderwijs, waar het le
tot en met 6e leerjaar worden
onderwezen.
Art. X.
Artikel 25 der verordening
van 11 November I92I4. (gemeente
blad no. 26) wordt gelezen als
volgt
"Overgangsbepaling,
Voor de toepassing van deze
verordening wordt de voor 1903
door het op 31 December 1915
aan de gemeentebewaarscholen
alhier in dienst zijnde perso
neel verkregen akte van toela
ting als bewaarschoolhouderes
gelijk gesteld met de akte als
bewaarschoolhouderes (akte B).".