Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1936. BIJLAGE NO. 125
BIJLAGE NO. 125.
Aan den Gemeenteraad.
Bij besluit van Uwe Vergadering van 22 April 1930,
no. I29R/56 (bijlage no. 8 van 1930)goedgekeurd door Gede
puteerde Staten den 22sten April 1930, no» werd met hret
Eigen Pensioenfonds voor de Europeesche Burgerlijke Ambte
naren in Nederlandsch Indië, gevestigd te 's Gravenhage
(onder directie van de Pensioenfondsen voor de Koloniale
Landsdienaren en Locale Ambtenaren te 's Gravenhage) een
geldleening aangegaan groot f. 1.000.000.- tegen een rente
van lp 5/8^, parikoers. Onder de voorwaarden werd de bepaling
opgenomen, dat bij buitengewone aflossing te allen tijde 1%
boete verschuldigd is.
Het restant der leening bedraagt thans nog, sedert 1 Juli
j.l., f. 812.000.-, waarvan ten laste van:
het Electriciteitbedrijf
het Grondbedrijf
het Woningbedrijf 20.685
de Gasfabriek 35.OO9.oOl3
f. i3O.577.88
625.728.93^
20.683.58
f. 812.000.-
De geldgever is thans op ons verzoek bereid deze lee
ning te converteeren en heeft ons daarvoor de volgende aan
bieding gedaan:
A. rente lp$ 's jaars tegen een koers van 98.7$; aflos
sing volgens het bestaande aflossingsplan; eventueele extra-
aflossing uitsluitend op den aflossingsverschijndag; belas
tingen, geheven van aflossingen of rente komen ten laste der
gemeente; extra aflossingen zijn van deze belastingclausule
uitgezonderd
B. rente lp l/8$ 's jaars tegen parikoers; aflossing vol
gens het bestaande aflossingsplan; eventueele extra-aflossing
uitsluitend op den aflossingsverschijndag, met gedurende vijf
jaren 1% boete van het extra af te lossen bedrag; belasting-
clausule als onder A,
Wij achten de onder B genoemde aanbieding voor de ge
meente de meest aannemelijke en zouden op dien basis tot con
versie willen overgaan.
De geldgever is bereid het bedrag van 1% ad f. 8120»-
van het te converteeren restant der leening in de nieuwe
leening op te nemen. Door eenige wijziging in het aflossings
plan kan de verhooging van het bedrag der leening worden ge
dekt.
Wij stellen ons voor het aflossingsplan dan als volgt op
te zetten:
in de jaren 1937 t/m 1952 f. 28.5OO.-
in het jaar 1953 28.120.-
ln de jaren 1954 9n 1955 28.000.-
1956 t/m 1965 19.000.-
i' 1966 11 1970 18.000»-
Onder mededeeling, dat de Pinanoiëele Commissie zich met
ons voorstel kan vereenigen, stellen wij U voor te besluiten:
a. tot aflossing op 15 Januari 1937 van het restant
groot f. 812.000.- van de leening, oorspronkelijk groot
f. 1.000.000.- a lp 5/8$, aangegaan met het Eigen Pensioenfonds
voorde Europeesche Burgerlijke Ambtenaren in Nederlandsch
Indië te 's Gravenhage;
1: