Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Loeuwarden, 1936. BIJLAGE NO. 152. BIJLAGE NO. 152. Aan den Gemeenteraad. Bij de bestrijding van de onzedelijkheid in doge gemeente doet zich het gemis gevoelen aan bepalingen tot het tegengaan van de z.g. straatprostitutieeen euvel, dat zich ook hier ter stede voordoet. De Algemeens Politieverordening bevat namelijk op dit punt geen enkel voorschrift. Mede naar aanlei ding van rapporten van den Commissaris van Politie en van een verzoek der Centrale voor Zedelijke Volksgezondheid, alhier, hetwelk in Uwe vergadering van if Augustus j.l. om praeadvies in handen van Burgemeester en Wethouders werd gesteld, heeft dit College ons verzocht deze aangelegenheid te overwegen en een wijziging van de Algemeens Politieverordening te ontwerpen en bij Uwen Raad aanhangig te maken. Onze Commissie is unaniem van oordeel, dat bovenbedoelde leemte in de verordening moet worden aangevuld en biedt U derhalve hieronder een daartoe strekkend ontwerp ter vaststelling aan. In onderzoek is bij ons nog de vraag, of het noodig moet worden geacht, dat .nog verder gaande maatregelen worden genomen en, zoo ja, in welke bepalingen die zouden moeten worden vervat, in afwachting daarvan geven wij Uwe Vergadering thans in over weging: a. tot vaststelling van de in ontwerp hieronder afgedrukte verordening over te gaan; b. het adres d.d. lo Juli 193^ van "Centrale voor Zede lijke Volksgezondheid voor Leeuwarden e.o." als afgedaan te be schouwen. Leeuwarden, 28 December 193^* De Commissie voor de Strafverordeningen, J.M. VAN BEIJMA, Voorzitter. ONTWERP, VERORDENING, houdende wijziging van de Algemeens Politieverordening voor de gemeente Leeuwarden (gemeenteblad 1919 no» 7? 1920 no. 18; I92I4. no. 5? 1925 nos. 19 en I4.91927 no. 5; 1928 no. 6. 1933 nos. 11 en 12; 193b no. 12; 1935 nos. 10, Lfl en 1f3; 1936 no. 13. Artikel I. Na artikel 38 van bovengenoemde verordening wordt ingevoegd een nieuw artikel, luidende als volgt: "Art. 38bis. Het is verboden op of aan de straat, of waar zulks van de straat af waarneembaar is: a. de voorbijgangers door woorden, gebaren, teekenen of op ©enigerlei and ore wijze tot het plegen van ontucht uit te lokkon; b. zich to bevinden met het kennelijk doel voorbijgangers tot het plegen van ontucht uit te noodigon." Art. II. Aan artikel 10lf wordt toegevoegd een nieuw eerste lid, luidende als volgt: "l. Overtreding van artikel 3Öbis wordt gestraft met hechtenis van ton hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste f. 75.-.". De bestaande eerste, tweede, derde, vierde en vijfde leden worden respoctievelijk tweede, derde, vierde, vijfde en zesde lid en dienovereenkomstig genummerd. Verzonden 6 Januari 1937

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1936 | | pagina 419