Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1958» BIJLAGE NO. 1.
BIJLAGE NO. l.ft
Aan den Gemeenteraad.
In hunne nota's van opmerkingen betreffende de gemeente -
rekeningen over de dienstjaren 193^- en 1935 hebben Gedeputeer
de Staten aangedrongen op verlaging van de belooning van de
schatters voor het vergunningsrecht. Het komt ons gewenscht
voor hieraan gevolg te geven en deze belooning, in overeen
stemming met verschillende andere financiëele maatregelen
welke in de tegenwoordige omstandigheden moeten worden getrof
fen, met 20$ te verlagen en derhalve van f. 2.5O te brengen
op f. 2.- per schatting.
Ingevolge artikel LXII jo. art.LXVIbis van de wet van
22 April 1937Staatsblad no. Jll, tot wijziging van de Gemeen
tewet enz., in werking getreden op 1 Januari 1938, moeten de
voorschriften omtrent de invordering van belastingen voortaan
in de heffingsverordeningen worden opgenomen. De verordening
is hiermede in overeenstemming gebracht.
Wij geven U mitsdien in overweging tot vaststelling van de
in ontwerp hieronder afgedrukte verordening over te gaan.
Leeuwarden, 15 Januari 1938-
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.M. VAN BEIJMA, Burgemeester.
E. SCHOTMAN Secretaris.
ONTWERP
VERORDENING tot wijziging van de verordening op de
heffing van een vergunningsrecht en een verlofs-
recht ingevolge de Drankwet (Staatsblad 1931
no. I4.76(gemeenteblad 1932, no. 1I4 en 1935
no. 29)
Artikel I.
In het eerste lid van artikel 10 van bovengenoemde
verordening wordt in plaats van "f. 2.5O" gelezen "f. 2.-1'.
Art. II.
Artikel 17 wordt gelezen als volgt:
"De invordering van het vergunnings- en het verlofsreoht
geschiedt door den gemeente-ontvanger.
De betaling van het recht, alsmede van de in artikel 22
bedoelde verhooging, geschiedt in een termijn ten kantore
van den gemeente-ontvangertegen afgifte van kwitantie.
Van de ontvangst van het recht of van de verhooging
geeft de ontvanger onmiddellijk kennis aan Burgemeester en
Wethouders.".
Art. III.
Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden
op 1 Januari 1938.
Met ingang van dezen datum wordt de verordening op de
invordering van het vergunningsrecht en het verlofsreoht
ingevolge de Drankwet (Staatsblad 1931 no. 24.76(gemeenteblad
1932 no. lij.) geacht te zijn vervallen.
Verzonden 20 Januari 1938