Bijlage tot het verslag derhandelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1938. BIJLAGE NO» 3» BIJLAGE NO. 3. Aan den Gemeenteraad. In Uwe Vergadering van 5 dezer werd besloten tot aan houding van ons in bijlage no. 157 opgenomen voorstel in zake verlaging van jaarwedden en belooningen van onderwijzend personeel en het nemen van andere maatregelen met betrekking tot het onverplichte onderwijs. Nadien is ons gebleken, dat in andere gemeenten, welke ook reeds uitkeeringen uit het Werkloosheidssubsidiefonds ontvangen, nog steeds vakonderwijs in de lichamelijke oefening in de 5e en 6e leerjaren van de scholen voor gewoon lager on derwijs en in de 7e en 8e leer jaar scholen wordt gegeven. Dit gaf ons aanleiding alsnog een schrijven tot Gedeputeerde Staten te richten, waarin wij o.m. het volgende opnamen: "Wij maken van deze gelegenheid gebruik er op te wijzen, dat ons intusschen, tot onze verwondering, is gebleken, dat in andere gemeenten, met name in Haarlem en Deventer, welke gemeenten, üc,a wij we enen te weten, reeds uitkeeringen uit het Werkloosheidssubsidiefonds ontvangen, nog ,teeds vakonder wijs in de lichamelijke oefening in de 5e en 8e leerjaren van de scholen voor gewoon lager onderwijs en in do 'Jq en 8e leer- jaarscholen wordt gegeven. In ons voorstel aan den Gemeenteraad waarnaar wij kortheidshalve de vrijheid nemen te verwijzen, hebben wij ook als onze meening neergelegddat door dit onderwijs in handen te brengen van de klasse-enderwijzers, van een goede verzorging van het belangrijke vak lichamelijke oefe ning geen sprake meer kan zijn. De bevoegdheden der klas se-end er wi jzers toch bepalen zich voor de oudere slechts tot de zaalgymnastiek zonder toestellen, voor de jongere tot de zaalgymnastiek, waarbij de toestellen beperkt blijven tot wandrek, horizontale ladder en evenwichts- boom, zoodat dus verschillende andere toestallen, welke wel in de lokalen aanwezig zijn, uitgesloten zijn, Bovendien werden in de meeste gevallen deze bevoegdheden nog behaald op een vrij ver terug gelegen tijdstip. Dit onderwijs heeft juist in de latere jaran een dusdanige evolutie doorgemaakt, dat het den klasse-onderwijzer zelfs in het beperkte gedeelte, waartoe hij bevoegd is, onmogelijk zal blijken gunstige resultaten te bereiken. Of de leerkachten zich daarop alsnog zouden kunnen prepareeren? Deze veronderstelling moet werden afgewezen. Lichamelijke oefening is geen vak, dat op gevorderde leeftijden van 35 j3-3*1 zou kunnen worden geleerd. Op grond van het vorenstaande meenen wij derhalve dat ver vanging van den vakonderwijzer door den klasse-onderwijzer voor het onderwijs in de lichamelijke oefening uitermate schadelijk is Met betrekking tot het door de Commissie geeischte salaris van f. 59.- tot f. 75*" Per wekelijksch lesuur voor de vakonder wijzeressen in de handwerken aan de u.l.o.school merken wij noS OP? dat daarvoor in Uw schrijven van 18 Augustus 1937» no. 65, 2e afdF, eene belooning van f, 70*" f* 90*~ werd voorgeschreven, Dat deze onderwijzeressen hooger bezoldigd worden dan die aan de gewone lagere scholen (7© en 8e leerjaar) komt ons niet meer dan billijk voor ,crdat op de u.l.o .school naast de nuttige ook de fraaie handwerken worden onderwezen. Het bovenstaande gaf ons aanleiding Gedeputeerde Staten te verzoeken alsnog hun invloed te willen aanwenden opdat het onderwijs in de lichamelijke oefening aan de scholen voor gewoon lager onderwijs zoo mogelijk van het 5Q leerjaar, en anders van het 6e leerjaar, af blijft opgedragen aan vakonder wijzers in dat leervak, en dat de belooning van de vakonder wijzeressen in de handwerken aan de u.l.o.school worde bepaald op f. 7- tot f. 90""' Per wekelijksch lesuur.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1938 | | pagina 185