Bijlage tot het verslag der handelingen, van den gemeenteraad
van Leeuwarden ,1 9580 BIJLAGE NO .16,,
BIJLAGE NOol6.
Aan den Gemeenteraado
Hiernevens bieden wij U de ontwerp-gemeontebegrooting
voor 1958,zoomede de onwerp-öedrijfsbegrootingen voor dat jaar
aan,onder bijvoeging van de daarop betrekking hebbende advie
zen der commission,welke in dozen zijn gehoord,,
Zooals onzerzijds reeds in Uwe vorgadering van 13 Octo
ber 1937 werd medegedeeidlag het in onze bedoeling om te voor
komen,dat de voorbereiding van de bagrooting 1938 eon Qven onbe
vredigend verloop zou hebben als mot die voer 1937 het geval was
immers ondanks de vaststelling van laatstgenoemde begrooting in
Februari 1937 bestaat er zelfs thans,in Februari 193$j>dus im
loop van dat begrootingsjaar daarover nog geen zekerheid«Van
daar,dat wij op 29 September '1937 m0t den V001 zitter en enkele
leden der Commissie van Overleg in zake de gemeentebegrootingen
hadden afgesproken,dat wegens het nauwe verbandhetwelk tus-
schen de cijfers der begrootingen 1937 en ''938 gelegd is en mo
de ter voorkoming van misverstand en tijdverlieshet ontwerp der
begrooting 1938 eerst naar genoemde commissie zou worden ge
zonden,alvorens wij het; bij Uwen raad aanhangig zouden maken.
Wij deden van een en ander cp 11 October 1937 mededeeling aan
de Gedeputeerde Staten dezer provincie bij den brief,welken wij
in afschrift bij de stukken hebben gevoegd.
Zoodra do missive der Commissie van Overleg d.d„27 Novem
ber 1937 was behandeldhebben wij met spoed de voorontwerpen
der begrooting 1958 gereed gemaakt en deze,bij brief van Zhr Ja
nuari j.l,en voorzien van uitvoerige toelichtingen,aan Gedepu
teerde Staten ingezonden„Ook dezen brief leggen wij hierbij over
Op 28 Januari j.1«ontvingen wij echter een schrijven van
Gedeputeerde Staten,waarbij zij ons de ingestuurde voorontwerpen
terugzonden,met verzoek deze eerst in te dienen bij den Raad en
hun College de begrootingen aan te bieden terstond nadat ze door
den Raad zijn vastgesteld.
Het behoeft geen betoog,dat deze gang van zaken ons ver
wondert en dat wij hem betreuren
Verwonderen doen wij ons,omdat wij niet alleen na onzen
bovenvermelden brief van 11 October 1937 nimmer hebben vernomen,
dat bij Gedeputeerde Staten bezwaar tegen de daarin aangegeven
werkwijze bestond,maar vooral,omdat dit. College er nog bij
brief van 5 Januari I93P op aangedrongen heeft de concept-be
grooting 1938 "ten spoedigste in te zenden" en het er bij zijn
brief van 13 Januari 1938'op weesdat','zelfs nog geen vooront
werp van (ons) College voor die begrooting" bij hen was inge
komen.De inzending van een voorontwerp of concept-beerrooting
word tot op cl: fc oogenblik dus ook door Gedeputeerde Staten ver
wacht,althans verondersteldoIn een op 26 Januari j.l.ter pro
vinciale griffie gehouden bespreking met Gedeputeerde Staten
kregen wij de eerste aanduiding,dat dezen op een ander standpunt
bleken te staan,hetgeen werd bevestigd door den brief van 28
Januari j.1.hierboven reeds vermeld?
Betreuren doen wij dezen gang van zaken,omdat daardoor
de geschiedenis van het vorig jaar zich dreigt te herhalen met
alle voor de gemeent^Bngewenschte gevolgen van dienuFormeel
moge het laatstelijk door Gedeputeerde Staten ingenomen stand
punt juist zijn,na alles wat er zich met betrekking tot de oe-
grooting 1937 heeft voorgedaan lag het voor de hand,dat een zoo
doelmatig mogelijke behandeling van die voor 1938 - goüjk
de Commissie van Overleg was afgesproken - de aangewezen weg was
om de in 1937 ondervonden bezwaren te ontgaan.
Hoe dit zij,wij hebben ons gehaast,de ontwerpen thans
aan Uwen Raad aan te bieden,mede met het cog op de te ontvangen
machtiging van Gedeputeerde Staten tot het doen van uitgaven
voor het Ioopend§ dienstjaar,