2
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1938° BIJLAGE N0.1o.
In het ontwerp-gemeentebegrooting is een groot deel der
posten op de gebruikelijke wijze toegelicht. Daarnevens heb
ben wij de stukken gevoegdwelke nog een nadere toelichting
van onderscheidene posten bevat ten,doordat zij strekken tot
beantwoording van de desbetreffende opmerkingen door Gedepu
teerde Staten en de Commissie van Overleg gemaakt,zoo in nota's
aangaande de rekeningen over 193l|- 0n 1935>als brieven,ons
naar aanleiding van de begrooting 1937 toegezonden.
Aangezien zoodoende de overgelegde stukken een uitvoerig
en tot in bijzonderheden afdalend overzicht bevatten van
hetgeen bij de begrooting 1937 en,als rechtstreeksch gevolg
daarvan,bij de voorbereiding van de begrooting 1938 ter spra
ke is gekomen,meenen wij ons te dezer plaatse van een herha
ling daarvan te mogen onthouden.
Verwijzen wij 15 derhalve naar de ter inzage gelegde bij
lagen,daarnaast mogen hier nog enkele opmerkingen volgen.
Wij hebben deze ontweïp-begrooting niet anders sluitend
kunnen maken dan met een extra bijdrage ten bedrage van
f 212,355*00 9n "n belastingbijdrage ten beloope van
f 198.500.-,tezamen alzoo f Lj_1 O.855 -
In hun missive van 13 Januari j.l0wijzen Gedeputeerde
Staten er op,dat de begrooting 1938»wat den gewonen dienst
betreft,moet sluitend zijn en blijven met de bijzondere
bijdragen uit het Werkloosheidssubsidiefondswelke de Commis
sie van overleg te zijner tijd in uitzicht zal stellen.
Nog daar gelaten,dat het moeilijk is een sluitende begroo
ting te ontwerpen,wanneer een zoo voornaam onderdeel,als
deze bijdragen vormen,nog niet bekend is,dunkt ons dit
standpunt ook principieel niet juist. Het is toch veeleer
zoo,dat uit het daarvoor ingestelde fonds aan de gemeente in
uitzicht behoort te worden gesteld hetgeen die gemeente ten
slotte werkelijk te kort komt om haar begrooting sluitend
te kunnen krijgen.
Wanneer Gedeputeerde Staten aan het bovenaangehaalde nog
toevoegen,dat voorshands niet valt te rekenen op toekenning
voor 1938 van hoogere bijdragen dan die voor 1937 in uitzicht
zijn gesteld,dat wil dus zeggen dan f 190.000.- en wanneer
zij bovendien mededeelen,dat zij het ten laste van den kapi-
taaldienst brengen van gewone uitgaven van den dienst 193°
niet zullen kunnen goedkeuren,dan is het ons College niet
mogelijk aan den eisch van eene sluitende begrooting te vol
doen. Na immers jaar in,jaar uit te hebben nagegaan,op welke
onderdeelen nog kon worden bezuinigdzelfs daar waar ons dat
niet in het belang der gemeente scheen,is voor ons College
wel komen vast te staan,dat er van een verlaging van de gewone
uitgaven 0:1 /of vorh'ooging der gewone inkomsten tot een bedrag
van rond,220.QQ&.- geon sprake. kan zijn.
Aangezien wij voorts raming van de benoodigde bijzondere
bijdragen,als steunende op wettelijke voor schriften, volkomen
reëel en gerechtvaardigd beschouwen,daar entegen het aannemen
voor 1938 van een reeds voor 1937 willekeurig vastgesteld
bedrag als de bovengenoemde f 190.000.-,onlogisch en onge
motiveerd achten,hebben wij bij de ontwerp-begrooting 1938
rekening gehouden met de toekenning van de bijzondere bij
dragen uit het Werkloosheidssubsidiefonds,waarop Leeuwarden
naar onze stellige overtuiging gegronde aanspraak kan maken.
In de ontwerp-begrooting voor hot dienstjaar 1937 waren
deze bijzondere bijdragen geraamd op f 213.850.- en f I0J4..OOO,-.
Bij de reeds meermalen genoemde nota van de Commissie van
Overleg in zake de gemeentebegrootingen van 18 Augustus 1937
meende deze Commissiedat het tekort over 1937 ^ot I8O.85Ó.-
kon worden beperkt. Bij onze daarop gevolgde antwoord-nota
ven 29 September 1937 hebben wij aangetoonddat dit tekort
niet lager kon worden gesteld dan f 275*7''7*-'* Tenslotte
heeft de Commissie blijkens schrijven v^n Gedeputeerde Staten
ven 27 November 1937 het bedrag der extra-bijdrage bepaald
op f 190.000.-.