Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden,195®* BIJLAGE NO. 35. BIJLAGE NO.35. VERSLAG van Rapporteurs omtrent het verhandelde in de sectie-vergade ringen van den Gemeenteraad met MEMORIE VAN ANTWOORD van Burge - meester en Wethouaersbetreffende de ontwerp-begrootingen voor het dienstjaar 193§j Aan den Gemeenteraad. Algemeene opmerkingen. 1. V. Eenige leden was het opgevallen,datterwijl deze be grooting zeer sterk staat in het teeken der bijzondere bij dragen en uit alles blijkt,dat ook voor 1938 zonder deze bij dragen geen sluitende begrooting zal worden verkregen en er voorts in 1937 veel is gebeurd naar aanleiding van opmerkin gen van de Commissie van Overleg in zake de gemeentebegroo- tingen en van Gedeputeerde Staten om over dat jaar nog een bijdrage te verkrijgen,Burgemeester en Wethouders huns in ziens niet voldoende rekening hebben gehouden met de wenschen van hoogere instanties. Al wilden de leden,hier aan het vy°ord,niet al deze wen schen voetstoots aannemen,toch meenden zij wel,dat ze in groote lijnen dienden te worden gevolgd,zal de gemeente de bijzondere bijdragen deelachtig worden. Deze leden meenden,dat de bemoeiingen van het Rijk zoo moeten werden gezien,dat zij strekken om land en volk door de moeilijke tijden heen te helpen en op dat standpunt staande meende men deze bemoeiingen anders te moeten bezien dan wellicht menigeen. Een dezer leden zag den Raad de moeilijke taak opgelegd de meeningen van de Commissie van Overleg en Burgemeester en Wethouders te overbruggen. A« Reeds meermalen hebben wij te kennen gegeven,dat wij overal,waar ons dat,lettende op de daarbij betrokken belan gen,mogelijk voorkwam,bij het opmaken der begrootingen met de wenschen van hoogere instanties rekening hebben gehouden. Of dit "voldoende11 is geschiedhangt geheel af van het per soonlijk inzicht,dat men in dezen heeft, Die wenschen zijn intusschen voor het overgroote gedeelte nageleefd; slechts waar zij naar onze overtuiging al te zeer in strijd kwamen met hetgeen wij in het belang der gemeente raadzaam en wen- schelijk achtten hebben wij ons er tegen verzet,zulks op naar onze meening deugdelijke gronden,welke in sommige ge vallen aanvaard zijn. Wij vertrouwen,dat de Raad,na kennis neming da ar van,eenzelfde houding zal aannemen. Dat het de taak van den Raad zou zijn '"de meeningen van de Commissie van Overleg en Burgemeester en Wethouders te overbruggen"schijnt ons minder juist toeaangezien de Raad niet als bemiddelaar of scheidsman tusschen ons College en genoemde Commissie beschouwd moet worden. Na zelfstandige beoordeeling van alle factoren is het aan den Raad,om de begrooting voor 1938 vast te stellen zoo,als hij vindt dat dit,gezien de behoeften en te verzorgen belangen voor dat jaar,moot geschieden. Om deze beoordeeling te vergemakke lijken hebben wij alle stukken,op de voorbereiding van de begrooting betrekking hebbendeovergelegd 2.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1938 | | pagina 230