if
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden,1938. BIJLAGE NO.35.
V. Een lid vroeg zich af of het onevenredig succes na het
vele werk van het gemeentebestuur moet worden gezocht in het
feit,dat Friesland wordt ten achter gesteld.
A. Welke de oorzaak is,dat onze inderdaad met veel werk ge
paard gegane en met zooveel mogelijk pvc .-fedingskracht ggdane
pogingen om de billijkheid en noodzakelijkheid van hoo-
gere extra bijdragen uit het werkloosheidssubsidiefonds aan
te toonen,niet geslaagd zijn,kunnen wij niet zeggen. Het feit,
dat de middelen van genoemd fonds zeer beperkt blijken te zijn,
is er vermoedelijk niet vreemd aan,al is het in hooge mate
onbillijk,dat Leeuwarden daar de dupe van moet zijn. Van on
zen kant is dit in een vorige Raadsvergadering heeds uitvoe
rig betoogd 0
V. Een ander lid achtte voor den ongunstigen financiëelen
toestand verschillende oor zaken,buiten de macht van het ge
meentebestuur aanwezig,waarvan hij noemde de steeds stijgen
de kosten voor werkloosheids- en armenzorgvoorzieningen en
de vermindering van de uitkeering uit het Gemeentefonds.
Vooral ten aanzien van de werkverruiming zag het hier aan
het woord zijnde lid de verantwoordelijkheid bij de leiding
in de provincie. Indien Gedeputeerde Staten op tijd,5 a 6
jaren geleden,een andere koers hadden gevaren en gezorgd
hadden voor werkverruiming,evenals dat in andere gewesten
is gebeurd,zou dit van grooten invloed zijn geweest op den
financiëelen toestand van Leeuwarden.
Dit lid had er groot bezwaar tegen,dat Leeuwarden hoe
langer hoe meer door Gedeputeerde Staten wordt geregeerd.
V» Nog een ander lid uitte zijn ontstemming over de wijze
van behandeling van zaken door Gedeputeerde Staten,waar
uit de stukken blijkt,dat dit College op een brief van het
gemeentebestuur van 12 Juli 1937,bet reffende de uitvoe
ring van verbeteringen aan het Stadsverzorgingshuis,nog
steeds geen antwoord gaf,
V. Ditzelfde lid juichte het toe,dat geen belastingver-
hoogingen worden voorgesteld en was van oordeel,dat Burge
meester en Wethouders er steeds op bedacht zijn geweest naar
bezuiniging te streven.
Toch wilde dit lid nogmaals de aandacht van Burgemees
ter en Wethouders vragen voor een rechtvaardige verdeeling
der belastingheffing (o.a.bij de straatbelasting)omdat
vooral de middenstand het eerst door die heffingen wordt
ge troffen.
A» Met betrekking tot de straatbelasting zij verwezen
naar het daarover in den aanbiedingsbrief medegedeelde.
V. Een ander lid zag door den gang van zaken in 1937
de gemeentelijke autonomie steeds meer aan banden gelegd
en kon de behandeling van deze begrooting slechts als een
formeele handeling zien.
Niettemin steunde hij Burgemeester en Wethouders gaarne
in hun verwachting,dat voor 1938 de gevraagde bijzondere
bijdragen zullen worden verkregen en hoopte,dat hun de
teleurstellingen van het vorige jaar zullen worden bespaand.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden,193^* BIJLAGE NO, 33.
V. Een lid gaf Burgemeester en Wethouders in het algemeen
in overweging zich er grondig van te overtuigen,of er bij de
verschillende takken van dienst voldoende intensief wordt
gewerkt,op tijd wordt begonnen en niet voor den tijd wordt
geëindigd
A. Er is ons tot dusver nimmer gebleken,dat het noodig zou
zijn om,naast de leiding,door de hoofden van de verschillen
de takken van dienst aan hunne bedrijven,enzgegeven,neg een
onder zoek,als hier bedoeld,in te stellen,
V. Enkele leden gaven Burgemeester en Wethouders in over
weging,nu de Raadsvergaderingen op Woensdag worden gehouden,
geen stukken meer op Zondag voor den Raad ter inzage te
doen leggen.
Een ander lid achtte dit echter bezwaarlijk voor hen,die
tengevolge van hun werkkring geen andere gelegenheid hebben.
A. Wanneer de Raad te kennen mocht geven,niet langer prijs
te stellen op het tervisieliggen van de stukken op den
Zondag voor een Raadsvergadering,zullen wij daarmede voort
aan rekening houden.
Erfpachtscanon.
V.Eenige leden achtten daierfpachtscanon'van 6% in den tegen-
woordigen tijd te hoog en verzochten Burgemeester en Wethou
ders hun meening daarover in de memorie van antwoord mede
te deelen.
Zijn Burgemeester en Wethouders bereid voorstellen te doen
om te komen tot een andere regeling?
A. Het wil ons voorkomen,dat het,nu vermindering van de
gemeentelijke inkomsten zooveel mogelijk moet worden voorko
men, thans niet de tijd is om een verlaging van den erfpachts
canon in overweging te nemen,nog afgezien van andere argu
menten,welke daartegen zijn aan te- voeren.
f. V. Een dezer leden vestigde de aandacht op erfpachten
van ouderen datum tegen een lager percentage. In verband
met de stijging van de grondwaarde zou verkoop van deze
gronden voor de gemeente een belangrijk voordeel kunnen
opleveren.
Gevraagd werd of Burgemeester en Wethouders dit willen
nagaan.
A. De behoefte aan of de wenschelijkheid van verkoop
van de hierbedoelde gronden is nimmer gebleken. Of zooda
nige verkoop werkelijk een voordeel voor de gemeente zou
beteekenen,be twijfelen wij ten zeerste,zeIfs wanneer de
gemeente daarbij een vrij groot geldsbedrag zou ontvangen.
Wij meenen dit denkbeeld dan ook niet te moeten overnemen.
Straatbelasting.
8. V. Uit de uitingen van eenige leden bleek wederom,dat
deze heffing eenerzijds onrechtvaardig,and erzijd3,met een
heffingspercentage van 6jz%fte hoog werd geacht en een fac
tor van ontevredenheid blijft voor den middenstand,veorna-
melijk voor winkeliers.
Een dezer leden is steeds van oordeel goweest,dat indien
de gemeente van den aanvang af a 5^ zou hebben geheven,
7