28
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1938. BIJLAGE NO. 35.
Een voorstel tot samenvoeging van de Gemeentereinging
en het Openbaar Slachthuis is van ons niet te verwachten.
Niet alleen leenen deze twee geheel ongelijksoortige diensten
zich allerminst voor samenvoeging, maar ook is de voorstel
ling onjuist, dat de omvang van de taak van den directeur van
het Openbaar Slachthuis het zou toelaten daarnaast aan dien
functionaris het directeurschap van het Reinigingsbedrijf
op te dragen, gesteld, dat dit overigens moge li jk war e
95* V. Een ander lid vroeg voorts:
Is het juist, dat met ingang van 1 September 1937 aan
het Gemeentelijk Reinigingsbedr!jf eervol ontslag werd ver
leend aan mevr. A. de Vries-Sieswerdaals tweede klerk aan
dat bedrijf, nadat deze eerst een half jaar verlof had ge
noten met behoud van volle bezoldiging?
Kon gedurende dat halfjaar, zonder dat haar plaats toen
tijdelijk werd aangevuld,de administratie van het bedrijf
worden bijgehouden zonder noemenswaardige stagnatie of achter
stand?
Zoo ja, waarom is dan met ingang van 7 September 1937 de
vacature aangevuld door benoeming van d en heer J. Zijlstra
tot tweeden klerk?
A. Ingaande 1 Maart 1937 is °P haar verzoek aan mevr. A.de
Vries-Sieswerda, tweede l&erk bij het bedrijf, bijzonder
verlof verleend op grond van art. 55» eerste lid, van het
Ambtenarenreglement. Op een later door haar gedaan verzoek is
haar met ingang van 1 September 1937 eervol ontslag uit den
gemeentedienst verleend.
Gedurende het tijdvak 1 Maart - 1 September 1937 is
machineschrijver, tevens belast met bodediensten, ten volle
op het kantoor werkzaam geweest, terwijl de bodediensten ge
durende dien tijd zijn verricht door een der werklieden uit
het personeel. Ook heeft de controleur van den tonnendienst,
die voorheen op het kantoor werkzaam was als klerk, gedurende
dien tijd nu en dan hulp verleend bij de administratie, waar
door een te groote achterstand in de werkzaamheden kon worden
voorkomen. Bovendien heeft de boekhouder van het bedrijf ver
schillende werkzaamheden in de avonduren verricht zonder ver
goeding daarvoor te ontvangen, terwijl andere werkzaamheden
tot na 7 September moesten blijven liggen, zooals o.a. het
uitschrijven van de tonnenheffingskwitanties Deze werkzaam
heden moesten na 7 September worden ingehaald. De boekhouder
en de 2e klerk bij de afdeeling boekhouding hebben een volle
dagtaak.
96. V. Een derde lid vroeg nog eens de aandacht van Burgemeestér
en Wethouders voor de ruwe behandeling van aschvaten.
A. Hieraan wordt bij voortduring aandacht geschonken.
97* V. Een paar "eden verzochten te onderzoeken, of maatregelen
mogelijk zijn, dat vuilnisbakken niet zoo lang buiten behoe
ven te staan, voordat zij worden geledigd. Vooral buiten de
schooltijden schuilt hierin een hygiënisch gevaar voor kinde
ren, die meermalen deze aschvaten niet ongemoeid kunnen laten.
A. Het is moeilijk het ophalen van het huisvuil zoo te
regelen, dat daarbij rekening wordt gehouden met de school
tijden.
29
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1938- BIJLAGE NO. 35*
V. Nog een ander lid vroeg, of de steeds lagere kostprijs
van dit bedrijf een gevolg is van rationalisatie dan wel
van lagere belooningen aan het personeel. Is het laatste
het geval, dan moest dit lid dat ten zeerste betreuren.
A. De steeds lager wordende kostprijs van den Reinigings
dienst is voor een groot gedeelte een gevolg van rationali
satie en mechanisatie van het bedrijf. Ook zijn de loonsver
lagingen, zooals deze door den Raad zijn aangenomen, daarvan
oorzaak, evenwel voor een klein gedeelte. Andere verlagingen
van loonen zijn uiteraard niet toegepast.
GEMEENTEBE GR0 0TING
Bij de hierna volgende posten werden d oor verschillende
leden opmerkingen gemaakt of vragen gesteld:
Volgno. 200.
te verzoeken ook op de jaarwedde van den burgemeester 5$
te korten.
A. De Wethouders zijn van oordeel, dat deze zaak gevoege
lijk aan Gedeputeerde Staten kan worden overgelaten.
Volgno. 206.
100. V. Eenige leden wenschten in het verslag tot uiting te
doen komen, dat, waar de belooning van den concierge in het
Stadhuis en de vergoeding voor het schoonhouden van dat
gebouw deel uitmaakten van het overleg met de Commissie,
Burgemeester en Wethouders zich gesteund weten in hun
pogingen om voor den concierge een eenigszins dragelijke
positie te scheppen door de kosten van het schoonhouden'
minstens op f. 1200.- te handhaven. Zij bevalen de belangen
van dezen functionaris ten zeerste in de belangstelling van
Burgemeester en Wethouders aan.
Hoofdstuk III.
101. V. Eenige leden had het bevreemd, dat dit hoofdstuk, dat
een hoog nadeelig slot oplevert, bij het overleg met hoogere
instanties er ongeschonden is afgekomen.
Naar hun oordeel wordt bij dezen tak van dienst niet de
noodige zuinigheid betracht. Met name achtte men het aantal
inspecteurs en adjunct-inspecteurs te groot en zouden laatst
genoemden bij de controle op den straatdienst overbodig zijn,
omdat dit wel aan de hoofdagenten kan worden opgedragen.
A. Wetende, hoe de politie te dezer stede is ingericht en
wat voor een goede vervulling van hare taak noodig is, be
vreemdt het ons College niet, dat hoogere instanties, in
tegenstelling met de hier aan het woord zijnde leden, op de
desbetreffende posten der begrooting geen aanmerking hebben
gemaakt. Wat overigens de personeelsbezetting bij het corps
betreft, zij verwezen naar de alsnog overgelegde nota, waarin
dit punt uitvoerig is besproken.
99. V. Een lid herhaalde zijn voorstel om Gedeputeerde Staten