32
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1938* BIJLAGE NO. 35.
Wij zullen naar aanleiding van de hier gemaakte opmer
kingen een nader onderzoek dienaangaande instellen.
Volgnos. lpl/296.
IO9. V. Eenige leden verzochten maatregelen om het verlies op
de gemeentelijke badinrichting te verminderen. Gevraagd werd
of particuliere exploitatie niet tot dit resultaat kan
leiden.
Een der leden had reeds vroeger gevraagd in verband met
de oprichting der overdekte badinrichting en zweminrichting,
of deze niet voldoende in de behoefte voorziet.
Meerdere leden maakten bezwaar tegen een beperkte open
stelling der badinrichting en gaven Burgemeester en Wethouders
ernstig in overweging daartoe niet over te gaan.
Een ander lid achtte eenige reclame voor deze inrichting
ter bevordering van het gebruik gewenscht.
A. Reeds ten vorigen jare hebben wij medegedeeld, dat de
exploitatie van de badinrichting onze bijzondere aandacht
heeft.. Met het oog hierop hebben wij dezer dagen tot een
wijziging van de üren van openstelling besloten.
De gemeentelijke inrichting voorziet naar onze meening
nog steeds in een in ruimen kring gevoelde behoefte.
Het geregeld maken van reclame voor deze inrichting
door advertenties e.d. zou op het bezoek zeer waarschijnlijk
een gunstigen invloed hebben. Gezien echter het feit, dat
het uittrekken op de begrooting van een bedrag voor reclame
doeleinden van ook maar eenige beteekenis door hoogere
instanties niet goedgevonden wordt, veronderstellen wij, dat
zulks op bezwaren zou stuiten.
Overdracht van de exploitatie aan particulieren achten wij
niet wenschelijk.
Volgno323.
110. V. In verband met den achteruitgang van deze instelling
vroeg een lid of Burgemeester en Wethouders de mogelijkheid
willen onderzoeken om de beurs en waag onder te brengen bij
den Markt- en Havendienst.
Een ander lid achtte het gewenscht met een dergelijken
maatregel te wachten tot een vacature of totdat er een ge
schikte andere positie voor den beurs- en waagmeester kan
worden aangewezen. Opwachtgeldstelling en vervanging van
dezen functionnaris op Vrijdag zou toch geen vermindering van
kosten geven.
A. Deze mogelijkheid is door ons College ampel overwogen.
Daarbij is gebleken, dat daardoor geen bezuiniging zou worden
verkregen, welke niet evenzeer bereikbaar is, en bereikt is,
door de met ingang van 193$ ingevoerde maatregelen, reeds
vermeld in de ter visie liggende nadere toelichting naar
aanleiding van de diverse nota's.
Volgno. 329'
111. V. Enkele leden achtten het onjuist, dat van gemeentewege
gelegenheid wordt gegeven voorlichting te ontvangen omtrent
het plaatsen van grafmonumenten op de openbare begraafplaatsen.
Andere leden daarentegen vonden dit een juisten maatregel,
welke aan de sfeer welke op een doodenakker moet heerschen ten
goede zal komen.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 195®BIJLAGE NO. 35.
Gevraagd werd of Burgemeester en Wethouders de inrich
ting van een bewaarplaats voor urnen op de begraafplaats
willen overwegen.
A. Wij vereenigen ons geheel met de meening derhier aan
het woord zijnde andere leden. De mededeeling, welke te
dezer zake namens ons schriftelijk aan de belanghebbenden
wordt afgegeven, kan naar onze overtuiging niemands gevoelens
kwetsen; zij is alleen bedoeld om met respect-eering van
anderer opvatting uitingen van wansmaak tegen te gaan, het
geen aan de sfeer op het kerkhof slechts ten goede zal komen
en waartegen bij de nabestaanden toch zeker geen bezwaar kan
bestaan
Omtrent de eventueele inrichting van een bewaarplaats
voor urnen op de begraafplaats zijn wij sinds eenigen tijd
op haar verzoek in bespreking met een tweetal op dat gebied
werkzame vereenigingen
Hoofdstuk VIII 2 en 1+.
112 V. Een lid sprak nogmaals zijn spijt erover uit, dat het
zwemonderwijs is afgeschaft en dit nuttige onderwijs aan het
arbeiderskind wordt onthouden.
A. Het heeft geen nut thans in een bespreking van dit
onderwerp terug te treden.
Volgno. I4-60.
II3. V. Betreurd werd, dat de schoolvoeding tijdens de vacanties
en tot half April is ingekrompen, niettegenstaande de toe
stand onder de bevolkingsgroepen die het noodig hebben steeds
slechter wordt.
Gehoopt werd, dat dit een maatregel van tijdelijken aard
zal zijn, zoolang de toestand zoo blijft, dat schoolvoeding
dringend noodzakelijk is. Uit de rapporten van de Commissie
van Toezicht op het Lager Onderwijs en de Schoolarts blijkt,
dat de toestand van de kleeding van schoolkinderen zoodanig
is, dat het noodig is er op te wijzen.
A. Het eindigen van de schoolvoeding half April a.s. houdt
verband met het intreden van de Paaschvacantie
Volgno. I169.
lll|. V. Een lid vroeg, welke bezuiniging zou kunnen worden
verkregen door opheffing van de Middelbare school en Hoogere
Burgerschool voor Meisjes.
A. Onder verwijzing naar hetgeen wij te dezer zake hebben
medegedeeld in de memorie van antwoord aangaande de begrooting
voor'1935 (zie bijlage no. 19 van dat jaar, blz. 33) zij er
nog de aandacht op gevestigd, dat opheffing van deze inrich
tingen van onderwijs de gemeente daarenboven voor extra uit
gaven zou plaatsen, aangezien zij, na de desbetreffende wijzi
ging van de Middelbaar Onderwijswet, dan aan het Rijk zou
moeten bijdragen voor alle uit Leeuwarden afkomstige meisjes
leerlingen der Rijks hoogere burgerscholen. Thans is de ge
meente daarvan vrijgesteld, omdat zij een hoogere burgerschool
voor meisjes met overeenkomstigen cursus in stand houdt.
Het is dus uiterst twijfelachtig, of opheffing van deze
inrichtingen van onderwijs financieel voordeel zou opleveren,
nog afgezien van de nadeelen, welke zoodanige opheffing uit
anderen hoofde zou medebrengen.