Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden,1938o BIJLAGE NO,78.
BIJLAGE NO.78.
Aan den Gemeenteraad.
Bij Uw besluit van 26 Januari 1 938,no8R/13,werd
de verordening op de heffing van een vergunningsrecht en een
verlofsrecht ingevolge de Drankwet gewijzigd in dier voege,
dat de belooning van de schatters (daaronder mede te verstaan
de herschatters,de derde schatters en derde herschatters)
voor het vergunningsrecht met 20$ verlaagd en gebracht werd
op f 2.- per schatting,terwijl verder de voorschriften omtrent
de invordering in de heffingsverordening werden opgenomen
(zie bijlage no.1 van dit jaar).
Gedeputeerde Staten hebben ons deze wijzigingsverordening,
hun ter verkrijging van de Koninklijke goedkeuring toegezon
den,weder doen toekomen,vergezeld van een brief van den Mi
nister van Binnenlandsche Zaken aan hun'College en met ver
zoek om wijziging van de verordening in den daarin aangegeven
zin te bevorderen.
Wij leggen deze stukken hierbij aan U over.
Uit den brief van den Minister blijkt,dat Gedeputeerde Staten
hem in kennis hebben gesteld met een bezwaar,dat bij hen be
staat tegen het bedrag der belooning,aan de schatters toe te
kennen. De Minister toch deelt daarin mede,dat hij zich met
dat bezwaar kan vereenigen.
Bovendien doet de Minister opmerken,dat het desbetreffende
artikel 10 der verordening (zie gemeenteblad 1932 no.ll].),
evenals artikel 9>r'eHelende de eedsaflegging van de schat
ters voorschriften inhoud en,welke feitelijk niet thuis behoo-
ren in de onderwerpelijke verordening,maar in de instructie
voor de schatters. In verband daarmede geeft de Minister in
overweging de artikelen 9 en 10 uit de verordening te lichten.
Omdat het doelmatig en overzichtelijk was om alle bepalin
gen aangaande de heffing en den aanslag,daaronder begrepen
al hetgeen de schatting betrof,in één verordening onder te
brengen,zijn ook de artt.9 en 10 daarin opgenomen. Een aparte
instructieof een reglement,voor de schatters bestaat dus niet.
Wij zouden er de voorkeur aan geven dezen toestand te besten
digen,doch hebben er geen bezwaar tegen om,nu de Minister van
Binnenlandsche Zaken zulks in verband met de goedkeuring van
de wijzigingsverordening ver zoektdeze bepalingen er uit te
lichten en in een afzonderlijke verordening onder te brengen.
Hieronder stellen wij U mitsdien voor,tot dat doel de noodige
besluiten te nemen.
V/at nu de belooning van de schatters betreft,wij hebben
die ook in het nieuw ontworpen,hieronder afgedruktereglement
bepaald op het bedrag, zooals dat na de door 'Uwen Raad daarop
toegepaste verlaging,is vastgesteld,n.l.f 2.- per schatting.
Uit de nota's van opmerkingen aangaande de gemeentereke
ningen 193^4- en 1955 was bekend,dat het Provinciaal Bestuur
een vergoeding van f_2.50 per schatting te hoog vond; daarna
heeft dan ook de zcoëven vermelde verlaging met 20$ plaats
gehad. In een brief dd.30 Maart 1938>t|etrekking hebbende op
de gemeenterekening 1954- deelt de Commissaris der Koningin
nu mede,dat ook na die korting de onderwerpelijke belooning
nog veel" te hoog wordt geacht en dat voor elke schatting
met f 1.- per persoon moet kunnen worden volstaan.
Na ampel onderzoek van den arbeid,die verbonden is aan
het schatten van de huurwaarde der dranklocaliteiten als
grondslag voor de berekening van het vergunningsrecht,zijn
wij tot de overtuiging gekomen,dat een belooning van f 2.-
per schatting geenszins te hoog is. Het is van groot belang
voor de gemeentedat,overeenkomstig het voorschrift van art.
23 der Drankwet en art.2 der heffingsverordening telken jare
de huurwaarde der diverse vergunningslocaliteiten nauwkeurig
wordt nagegaan en geschat. Het,niet altijd even aangename,
werk,dat dit voor de ongeveer 80 localiteiten vergt,de vele