Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1938. BIJLAGE NO. 110. ONTWERP DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Overwegende, dat bij de wet van 22 April 1937 stb. no. 311)in werking getreden 1 Januari 1938, artikel 0 der Gemeentewet is gewijzigd o.a. in dier voege, dat de raad den zittingsduur regelt van de leden der daar bedoelde vaste commissiën van voorbereiding en van bijstand, met dien verstande* dat die zittingsduur niet langer mag zijn dan die der leden van den zittenden raad; Overwegende, dat het wenschelijk is, den zittingsduur der bedoelde commissieleden gelijk te maken aan dien van de raadsleden en, zij het wellicht ten overvloede, een regeling te treffen omtrent den zittingsduur van commissieleden, die bereids tot September 1938 benoemd zijn, zóó, dat die be noeming geacht wordt te duren tot den eersten Dinsdag in September 19395 BESLUIT: A. te bepalen - zulks, wat de thans bestaande commissiën betreft, met afwijking in zooverre van de in de desbetreffende verordeningen voorkomende bepalingen omtrent den duur hunner benoeming en behoudens het bepaalde in het eerste lid van artikel 197 der Gemeentewet dat de zittingsduur van den voorzitter en de leden der vaste commissiën van voorbereiding, zoomede die der leden van do vaste commissiën van bijstand gelijk zal zijn aan dien der leden van den op het oogenblik van hunne benoeming zittenden raad; B. te bepalen, dat de zittingsduur van de thans in functie zijnde leden der onder A bedoelde commissiën zal eindigen met ingang van den eersten Dinsdag van September 1939, worden de hunne benoemingen mitsdien geacht tot dat tijdstip te heb ben plaats gehad Leeuwarden, 1938. De Raad voornoemd, Verzonden 12 Augustus 193®' Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1930* BIJLAGE NO. 111. BIJLAGE NO. 111. Aan den Gemeenteraad. Het Bestuur der Vereeniging voor Christelijk School onderwijs, alhier, vraagt bij het hiernevens overgelegde schrijven van 27 Juli j.l. gelden uit de gemeentekas voor het aanschaffen van leermiddelen ten behoeve van zijn school voor gewoon lager onder wijs aan de Leeuwrikstraat no. 10. Uit het adres blijkt, dat het gevraagde noodig is voor het onderwijs in de Priesche taal. Krachtens het bij de wet van 22 Mei 1937 (Staatsblad no. 323) in art. 2 van de Lager-onderwijswet 1920 opgenomen derde lid, kan deze taal worden begrepen in het onderwijs van de vakken lezen en Nederlandsche taal. Het dienovereen komstig gewijzigde leerplan der school maakt aanschaffing van nieuwe leermiddelen noodig, Uit een ingesteld onderzoek is ons gebleken, dat bij deze aanvrage de normale eischen, aan het geven van lager onderwijs te stellen, niet worden overschreden. Mitsdien is geen der weigeringsgronden, als bedoeld in art. 75, tweede lid, der wet aanwezig, zoodat de gemeente de in de aanvrage bedoelde gelden behoort beschikbaar te stellen. Wij gpven U derhalve in overweging te besluiten: aan het Bestuur der Vereeniging voor Christelijk School onderwijs, alhier, uit de gemeentekas gelden te verstrekken voor het aanschaffen van leermiddelen ten behoeve van zijn school voor gewoon lager onderwijs aan de Leeuwrikstraat no.10. Leeuwarden, 11 Augustus 193®* Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.M. VAN BEIJMA, Burgemeester. E. SCHOTMAN Secretaris. Verzonden 18 Augustus 1938»

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1938 | | pagina 341