io.—
39.—
40.—
age m
9
102.—
106.-
108.—
112.-
116.-
120.-
122.-
126.-
128.-
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1938,
een lager bedrag in aanmerking genomen zou zijn,
indien zij liun woonplaats in de gemeente Leeuwar
den hadden.
Art. 5.
Voor hen, die op het tijdstip, bedoeld in art. 4,
gehuwd waren en bij den aanvang van het heffings
tijdvak van het schoolgeld niet meer gehuwd zijn,
wordt het schoolgeld geheven naar de gemengde
hoofdsom, welke vermoedelijk in aanmerking geno
men zou zijn, indien het huwelijk reeds op eerstbe
doeld tijdstip ontbonden zou zijn geweest.
Art. 6.
Waar in deze verordening gesproken wordt over
leerjaar, wordt daaronder verstaan het tijdvak van
1 September tot en met 31 Augustus.
Art. 7.
Het schoolgeld bedraagt
Verschuldigd bedrag
Gemengde hoofdsom
per leerling
en per jaar
beneden 2.
vrij
2.-
2.40
4.-
3.-
6.
3.60
8.—
4.20
10.—
4.80
12.—
5.40
14.—
6.
„16.—
6.80
„18.—
7.60
20.—
8.40
22.—
9.20
24.-
26.—
10.80
28.—
11.60
30.—
12.40
32.—
13.20
34.—
14.—
36.—
14.80
38.—
15.60
40.-
16.40
42.—
17.20
44.—
18.-
46.
18.80
48.—
19.60
50.—
20.40
52.—
21.20
54.—
22.—
56.—
23.—
58.—
24.—
60.—
25.—
62.—
26.—
64.-
27.—
66.—
28.—
68.
29.—
70.—
30.—
72.—
31.—
74.-
32.—
76.—
33.—
78.—
34.—
80.—
35.—
82.—
36.—
84.—
37.—
86.—
38.-
88.—
90.—
92.—
41.-
tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1938. Bijlage no. 150.
Gemengde hoofdsom
Verschuldigd bedrag
per leerling
en per jaar
94.-
96.—
98.—
100.-
104.-
110.-
114.—
118.-
124.—
130.en daarboven
42.-
43.-
44.-
45.-
46.-
47.-
48.-
49.-
50.-
51.-
52.-
53.-
54-
55.-
56.-
57-
58.-
59.-
60.-
Art. 8.
1. Indien meer dan één leerling uit hetzelfde gezin
gelijktijdig een gemeentelijke inrichting van onder
wijs bezoekt, wordt het schoolgeld voor den tweeden
leerling met twintig, den derden met veertig, den
vierden met zestig en den vijfden met tachtig ten
honderd verminderd en is voor de volgende leerlingen
geen schoolgeld verschuldigd.
2. De volgorde der vermindering, in het eerste lid
bedoeld, geschiedt volgens den leeftijd der leerlingen,
met dien verstande, dat de oudste leerling als de
eerste wordt beschouwd.
3. Is het schoolgeld niet voor alle leerlingen ge
lijk, dan wordt de leerling, voor wien het hoogste
schoolgeld verschuldigd is, als de eerste beschouwd
en heelt de vermindering plaats in volgorde van de
hoegrootheid van het schoolgeld.
4. Overeenkomstige Rijks- en bijzondere inrichtin
gen worden te dezen met gemeentelijke gelijkgesteld,
indien de beheerders of besturen van die inrichtingen
ten genoegen van Burgemeester en Wethouders de
verplichting hebben aanvaard om naar denzelfden
maatstaf als in dit artikel is vermeld, vermindering
toe te staan en bij die vermindering rekening te hou
den met leerlingen in de gemeente schoolgaande op
andere Rijks-, gemeentelijke, of bijzondere inrich
tingen als bovenbedoeld.
Art. 9.
Het schoolgeld wordt met de helft verhoogd, indien
het wordt berekend naar de omstandigheden, van
slechts één ouder, zoo deze hetzij van den anderen
ouder, hetzij ingevolge artikel 344a van het Burger
lijk Wetboek een bijdrage ontvangt in de kosten van
onderhoud en opvoeding van den leerling, met dien
verstande evenwel, dat het schoolgeld niet stijgt
boven het maximum, verschuldigd na toepassing van
het bepaalde in art. 8.
Art. 10.
De schoolgeldpliehtigen zijn gehouden op aanvraag
van den Controleur der gemeentebelastingen binnen
20 dagen na dagteekening van het daartoe gedaan
verzoek, aan dezen ter inzage over te leggen hun
aanslagbiljet (of duplicaat daarvan) in eene inkom
stenbelasting of andere bescheiden, die kunnen dienen
voor de berekening van een schoolgeldaanslag. In-