18 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1938. hoogd, dat een aanslag ten onrechte is achterwege gebleven of door een beslissing van den Controleur der gemeentebelastingen ten onrechte is verlaagd of vernietigd, of dat een te lage aanslag is opgelegd, wordt het te weinig geheven schoolgeld van den schoolgeldplichtige of zijn erfgenamen of rechtver krijgenden nagevorderd, zoolang niet sedert den aanvang van het betrokken leerjaar drie jaren zijn verstroken. Art. 13. Door den Controleur der gemeentebelastingen wordt ontheffing of teruggaaf van schoolgeld ver leend: a. indien de tot grondslag gestrekt hebbende ge mengde hoofdsom blijkens onherroepelijk geworden uitspraak op een ingediend bezwaarschrift is ver laagd, mits binnen twee maanden na dagteekening der uitspraak en onder overlegging daarvan aan vraag aan den Controleur voornoemd wordt gedaan; b. indien een leerling door ziekte gedurende ten minste 30 achtereenvolgende dagen in een leerjaar de school niet heeft kunnen bezoeken, mits binnen een maand na afloop van het leerjaar aan den Con troleur der gemeentebelastingen daartoe het verzoek wordt gedaan. Deze ontheffing bedraagt voor ieder vol tijdvak van 30 dagen 1/12 gedeelte van het voor den betrokken leerling over een vol leerjaar ver schuldigde schoolgeld. Art. 14. Voor de toepassing van de artikelen 297, 299 en 300 der Gemeentewet treedt ten aanzien van deze veror dening in de plaats van den Raad, Burgemeester en Wethouders of van den Burgemeester, de Controleur der gemeentebelastingen of zijn plaatsvervanger. Art. 15. 1. De hoofden der scholen leggen bij den aanvang van het leerjaar een lijst aan van de leerlingen, die alsdan tot de schoolbevolking behooren, ingericht overeenkomstig het door den Controleur der gemeen tebelastingen vast te stellen model. 2. In die lijst worden de in den loop van het leer jaar plaats hebbende veranderingen in de schoolbe volking dadelijk en nauwkeurig aangeteekend. Art. 16. 1. Binnen 10 dagen na den aanvang van het leer jaar wordt door de hoofden der scholen een door hen voor deugdelijk verklaard afschrift van de in het eerste lid van het vorig artikel bedoelde lijst aan den Controleur der gemeentebelastingen gezonden. 2. Een uittreksel uit de lijst van het loopende leer jaar, wat de veranderingen in de schoolbevolking betreft, wordt vervolgens door hen voor den 5en van iedere maand aan den Controleur der gemeentebelas tingen ingediend. 3. Hebben in den loop eener maand geen verande ringen plaats gehad, dan wordt het uittreksel ver vangen door een negatief bericht. c m Art. 17. De Controleur der gemeentebelastingen maakt uit de volgens het vorig artikel ontvangen opgaven zoo spoedig mogelijk lijsten van aanslagen op en zendt die, na vaststelling, a. wat het openbaar onderwijs onderwijs betreft aan den Gemeente-ontvanger ter invordering van de daarin uitgetrokken bedragen; b. wat het bijzonder onderwijs betreft aan het betrok ken schoolbestuur, tenzij dit vooraf den wensch heeft 19 tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1938. BijlclQC IIO. 1 50. te kennen gegeven, dat het innen door het gemeente bestuur zal geschieden, in welk geval met deze lijsten wordt gehandeld als met die onder a vermeld. Art. 18. Na ontvangst van een lijst van aanslagen zendt de Gemeente-ontvanger binnen 14 dagen een gedagtee- kend aanslagbiljet, waarvan het model door den Controleur der gemeentebelastingen wordt vastge steld, aan de daarop voorkomende schoolgeldplich- tigen. Art. 19. 1. De schoolgelden zijn invorderbaar in zooveel termijnen als er na de maand, waarin een lijst aan den Gemeente-ontvanger is toegezonden, nog maan den van het leerjaar overblijven. 2. De eerste termijn vervalt den laatsten dag van de maand, volgende op die, waarin de toezending heeft plaats gehad en zoo vervolgens den laatsten dag van iedere opvolgende maand één termijn. 3. De schoolgelden, uitgetrokken op de lijsten, die in de laatste maand van het leerjaar of later aan den Gemeente-ontvanger worden toegezonden, zijn één maand daarna ineens invorderbaar. Art. 20. Bij nalatigheid in het tijdig aanzuiveren van ver vallen termijnen geschiedt de invordering der school gelden overeenkomstig de voorschriften van de artikelen 291 tot en met 294 der Gemeentewet. Art. 21. 1. Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 September 1938. 2. Alsdan vervalt de verordening tot het heffen en op de invordering van schoolgeld voor het lager onderwijs (gemeenteblad 1937, no. 15), behalve voor- zooveel betreft de aan het leerjaar 1938/'39 vooraf gaande leerjaren.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1938 | | pagina 392