b Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad va-n Leeuwarden, 1938» BIJLAGE NO. 165. Art. 12. Voor de toepassing van de artikelen 297 299 en 3^0 der Gemeentewet treedt ten aanzien van deze verordening in de plaats van den Raad, Burgemeester en Wethouders of van den Burgemeester, de Controleur der gemeentebelastingen. Art, 15. De invordering van de straatbelasting geschiedt door den Gemeenteontvanger krachtens de door den Controleur der gemeentebelastingen vastgestelde en hem toegezonden kohie ren. Art. 1I4., Na ontvangst van het kohier zendt de Gemeenteontvanger binnen 1I4. dagen een gedagteekend aanslagbiljet, waarvan het model door Burgemeester en Wethouders wordt vastgesteld, aan de daarop voorkomende belastingplichtigen. Art. 15. lo De belasting is invorderbaar in zoovele termijnen, als er na de maand, waarin een belastingkohier aan den Gemeenteontvanger is toegezonden, nog maanden van het be lastingjaar overblijven. 2. De eerste termijn vervalt den laatsten dag van de maand, volgende op die, waarin de toezending heeft plaats gehad, en zoo vervolgens den laatsten dag van iedere op volgende maand een termijn. 3De belastingbedragen, uitgetrokken op de kohieren, welke in de laatste maand van het belastingjaar of later aan den Gemeenteontvanger worden toegezonden, zijn een maand daarna ineens invorderbaar. Art. 16. Bij nalatigheid in het tijdig aanzuiveren van verval len termijnen geschiedt de invordering der belasting over eenkomstig de voorschriften van de artikelen 291 tot en met 29I1 der Gemeentewet. Art. 17. 1. Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1939* 2. Alsdan vervallen de verordeningen tot heffing en op de invordering van een straatbelasting (gemeenteblad 1936 no. 23) behalve voor zooveel betreft de aan het be lastingjaar 1939 voorafgaande belastingjaren. Vergonden JO November 1938° Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1938. BIJLAGE NO. l66 BIJLAGE NO. l66. Aan den Gemeenteraad. In verband met het aan mej. P.A. BRANDSMA verleende eervol ontslag als tijdelijk leerares aan de middelbare school en hoogere burgerschool voor meisjes, is het noodig in het door haar gegeven onderwijs in het Duitsch en het Pransch te voorzien. Wij geven U derhalve, na ingewonnen advies van de Commissie van Toezicht en na raadpleging van den Inspec teur van het Middelbaar Onderwijs, in overweging te besluiten, gerekend met ingang van 21 November 1938, tijdelijk en tot wederopzegging, te benoemen aan de middelbare school en hoogere burgerschool voor meisjes: a. tot leeraar in de Duitsche taal en letterkunde J. HOEKSTRA, leeraar aan de Rijks hoogere burgerscholen te Leeuwarden en te Zwolle; b. tot leerares in de Pransche taal en letterkunde mej. H.M.S, VELSINK, leerares aan de Rijks hoogere burger school alhier en aan het gymnasium te Groningen. De hiertoe betrekkelijke stukken worden hierbij over gelegd Leeuwarden, 1 December 1938. Burgemeester en Wethoudors van Leeuwarden, J.M. VAN BEIJMA,Burgemeester E. SCHOTMAN Secretaris. Verzonden 3 December 1938.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1938 | | pagina 415