Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 193Ö* BIJLAGE N0.l80. 'BIJLAGE NO.l80. Aan den Gemeenteraad. Binnenkort eindigen de overeenkomsten,waarbij verschil lende perceelen weiland,de huizinge met landerijen aan de Potmarge en het gardeniersland bij "Krom en Regt" zijn ver huurd terwijl de huur van het gardeniersland aan de Huizumer- laan bereids op 1 November jl. is afgeloopen. De onderschei dene huurders hebben-allen verzocht deze landerijen opnieuw te mogen pachten ,met dien verstande,dat P.BERGSMA heeft verzocht in zijn plaats als pachter te aanvaarden zijn zoon JBERGSMA Naar aanleiding hiervan brengen wij het volgende onder Uwe aandacht De'nieuwe verpachtingen vallen onder de bepalingen van de Pachtwet,die op 1 November jl. in werking is getreden. Als gevolg hiervan zullen de nieuwe overeenkomsten voor onbepaal- den tijd gelden,behoudens de bevoegdheid tot opzegging in gevolge de artt.3i| e.v. der wet. Deze opzegging moet ten minste achttien maanden voor den datum,met ingang waarvan wordt opgezegd,geschieden. Het is echter wenschelijk,dat de gemeente op korteren termijn kan beschikken over de ver pachte eigendommen, Dit kan geschieden door gebruik te maken van de bevoegdheid van den verpachterneer gelegd in artikel I4.I der wet,om zich voor te behouden de overeenkomst te doen eindigen om aan het verpachte of een gedeelte daarvan een bestemming te geven in het belang van volkshuisvesting, handel of nijverheid. Dit voorbehoud zal dan ook in alle pachtovereenkomsten moeten worden opgenomen. Voorts kan op grond van artikel 5 der wet een pachtover eenkomst voor den duur van ten hoogste een - jaar worden aan gegaan, indien uit de bijzondere omstandigheden van het geval een korte duur van de overeenkomst redelijkerwijze voort vloeit. Déze omstandigheden doen zich naar onze opvatting -waarmede de pachters-, instemmen- voor ten opzichte van de perceelen weiland aan'den Harlingertrekweg en aan het einde van de Beethovênstraat,thans in gebruik respectievelijk bij Th.VAN DER MEER en W.ALVES. De bestemming toch welke op het ontwerp-uitbreidingsplan aan deze perceelen is gegeven is van dien aard,dat verpachting voor langer dan een jaar niet raadzaam is. Met de pachters is daarom overeengekomen de verpachting telkens voor een jaar te doen geschieden. Wat overigens de hierbij overgelegde verzoeken betreft, zijn wij van oordeel,dat tegen verpachting op de voorwaar den,in de rapporten van den deskundige voor de gemeente- landerijen verme.ïd., -alsmede tegen de' overdracht van de pacht van P.BERGSMA op zijn zoori, geen bezwaar bestaat. Uiter aard zullen de thans geldende voorwaarden aan de bepalingen der Pachtwet moeten worden aangepast. Hierbij vestigen wij op enkele punten Uw aandacht, In de bestaande contracten is steeds de bepaling opgenomen, dat het verpachte moet worden aanvaard in den staat,waar in het verkeert. Het. komt ons wenschelijk, voor,deze bepaling ook in de nieuwe contracten te handhaven, en daartoe eenigs- zins af te wijken van het bepaalde in'artikel lé der Pacht wet. Eveneens wenschen wij ten opzichte van het onderhoud van het gepachte af te wijken van de Pachtwet. Volgens artikel 16 komen de z.g. grove re-paratiën ten laste van den verpachter, terwijl de pachter de bevoegdheid heeft de reparation,na schriftelijke aanmaning, zelf te doen verrichten en de daarvoor gemaakte noodzakelijke kosten te vorderen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1938 | | pagina 443