Bijlage tot hot verslag der handelingen van den gemeenteraad van. Leeuwarden ,1939° BIJLAGE NO.lp® tusschentijdsche wijzigingen zooveel mogelijk met den werke- lijken toestand te laten overaènstemmen. V. Een lid wees er op,dat opnieuw in den aanbiedingsbrief wordt gezegd,dat de begrooting 1939 in het teeken van verso bering staat. Gezien het beeld,dat ten slotte 1937 "bij 'lage no.70 van 1938) omtrent welke begrooting eenzelfde mededeeling was gedaan en waarop ten slotte nog belangrijk kon worden bezuinigd (b.v. op de Gemeentewerken f.17.000.-) achtte dit lid,en anderen met hem, dit niet een term,waar door veel houvast wordt geboden. Een ander lid achtte het voordeel op 1937^afgeziQn van enkele bijzondere posten,niet het gevolg van bezuinigingen® Dat o.a„ op Gemeentewerken een overschot bleef van f.l7»000o- was veeleer het gevolg van het feit,dat geen uitgaven konden worden gedaan,omdat ze niet of niet tijdig waren toegestaan. Ao Wij achten het niet voor tegenspraak vatbaar,dat op de begrootingen der laatste jaren zeer veel is bezuinigd. De ontwerp-bogrootingen 1939 bewegen zich eveneens op dat sterk verlaagde niveau. -Voorts sluiten wij ons aan bij het lid,dat van meening is,dat de z.g. meevaller over 1937 het gQ~ volg van een te hooge raming is geweest,die de conclusie wettigt,dat nog grootere bezuiniging had moeten plaats vin den O V. Eenige leden maakten aanmerking op een zinsnede in den aanbiedingsbrief op blz.2,welke aanvangt met de woorden: "Wij onthouden ons hier van beschouwingen enz.".Het begin van deze passage was naar hunne meening goed,hetgeen evenwel wordt ge temperd door het woord "opzettelijk"dat verder in den zin voorkomt. Deze leden zagen hierin een verwijt aan bepaalde instantiesdat zij er opzettelijk aan medewerken,de werkloos heid te vergrooten. Hadden Burgemeester en Wethouders zich van beschouwingen willen onthouden,dan ware het woord "op zettelijk" beter in de pen gebleven. Andere leden daarentegen achtten dit een verkeerde interpre tatie van "opzettelijke medewerking" en meenden,dat Burgemees ter en Wethouders willen zeggen,dat zij,indien daartoe niet gedwongen, niet opzettelijk een zoo drastische inkrimping der gemeentelijke bemoeiingen zouden hebben voorgesteld. A.In de hierboven geciteerde passage van den aabiedingsbrief hebben wij. gezegd niet in beschouwingen je willen treden over de vraag,of hot op zichzelf wel juist is cm door een zoo dras tische inkrimping van bemoeiingen,als van de gemeente geeischt wordt en die ontslag van personeel en beperking van arbeid tot rechtstreeksch gevolg heeft,opzettelijk mede te werken aan de vergrooting van de werkloosheid. Wij hebben gemeend het woord "opzettelijk" hier te mogen gebruiken,omdat naar ons gevoelen opzettelijk wordt gehandeldwanneer men een handeling verricht, wetende wolk gevolg daaruit voort zal vloeien. Dit nu doet zich in het door ons genoemde geval ontegenzeggelijk voor. Een "verwijt aan bepaalde instanties" gelieve men daarin niet te lezen; slechts bedoelden wij zoo kort mogelijk te kennen to geven,datwfj. de juistheid en de doelmatigheid van het in dezen gevolgde systeem in twijfel trekken® Ook als inleidende zin tot beschouwingen over de werkloosheid achten wij de aangehaal de passage niet misplaatst. 3 Bijlage tot hot verslag der handelingen van den gemeenteraad van .Leeuwarden, 1939° BIJLAGE NO.Ij.. 6. V. Meordere ledon vonden de overlegging van een afzonderlijke memorie van toelichting nuttig en verholderond en hoopten,dat dit in het vervolg zou kunnen worden bo'stcndigd. A. Uit hot begin van den aanbiedingsbrief (2o alinea) kan blijken,dat het inderdaad de bedoeling is de afzonderlijke memorie van toelichting in volgende jaren te bestendigen. 7. V. Een lid wenschte uiting te geven aan zijn meening,dat in de sectievergaderingen algemeene beschouwingen overbodig zijn en zij in hoofdzaak dienen om enkele punten te bespreken, welke men in openbare vergadering wenscht te behandelen en voorts ter verkrijging van inlichtingen van B.en W, 8; V. Oud tekort 193^° Eenige leden betreurden het,dat. onder volgno.l9lp niet weer een post van f.56.000.was uitgetrokken'tot dekking van een gedeelte van het oude tekort 193^° Nu-de Commissie van Overleg in zake gemeentebegrootingen na 's Raads besluit van 12/13 October 1938 daaromtrent nog geen mededeeling heeft gedaan,had op grond van de motieven, waarop de Raad dat besluit nam,deze post dienen te worden gehandhaafd Andere leden daarentegen konden zich met afvoering van dit bedrag vereenigen of achtten een herstel van den post van geen beteakenisomdat niet op goedkeuring kan worden gerekend, A. Aan hetgeen hieromtrent in den aanbiedingsbrief (blz.l) is medegedeeld, hebben wij niets toe te voegen. 9V. Financiëole verhouding Rijk en Gemeenten Een lid behield zich vrijheid voor de financiëole ver houding tusschen het Rijk en de gemeenten bij de algemeene beschouwingen te bespreken,omdat de Raad de mogelijkheden moet trachten te vinden om aan de schier onduldbare greep van. hooger toezicht te ontkomen. Een ander lid zag in deze begrooting de gevolgen van een slechte financieele verhouding tusschen het Rijk en de Ge meenten, welke zonder belangrijke wijzigingen geen uitzicht biedt. Een derde lid zag voor den Raad geen andere taak in dit opzicht,dan een anders opgezettesluitendebegrooting of een adres aan de Regeering. A. Dat de bestaande regeling in zake de financieele ver houding tusschen het Rijk en de gemeenten niet voldoet aan de noodzaak van de tijdsomstandigheden,mag langzamerhand als een communis opinio worden beschouwd. Een bespreking van dit onderwerp in deze memorie van antwoord zal echter naar onze meening weinig practisclpëf fee t hebben, terwijl wij ook van een individueel adres van Uw Raad aan de Re-, geering weinig invloed verwachten. Het derde hier aan het woord zijnde lid geeft als oplossing van de. bestaande moeilijkheid nog "oen anders opgezette,sluitende,begrooting",maar wij vragen ons af,of daarbij niet-uit het oog verloren wordt,dat juist de boven vermelde onvoldoende financieele verhouding als oen der groo- te beletselen voor een (zonder bijzonderen steun) sluitende begrooting is aan te merken.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1939 | | pagina 208