Bijlage tot-hot verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1939» BIJLAGE NO. 11. de bestemming van haar grondgelegen Achter de Hoven,heeft ons geen aanleiding gegeven in het nieuwe plan te dan opzichte wijziging aan te brengen. De Kroon zelf zegt in haar over wegingen reeds,dat die bestemming wel in het kader van de toe komstige bebouwing van dit stadsdeel past en moeilijk ten gunste van genoemde vennootschap is te verandoren,, Wij merken hierbij op,dat Uw Raad bij zijn besluit tot vaststelling van het vorige plan,in de bebouwingsvoorschriften nog een bepaling heeft opgenomen,waarbij ten aanzien van bestaande fabrieken en bedrijven uitbreidingen kunnen worden toegestaan.Deze bepaling is ook in de nieuwe bebouwingsvoorschriften opgenomen (artikel 5 sub 7) De belangen van meergenoemde vennoot '.chap zijn daar mede naar onze meening voldoende verzekerdOok van haar is thans trouwens geen bezwaarschrift ingekomen, In het nieuwe plan is eenige ruimte gereserveerd voor zooge naamde speelvelden,n.l. in het Noordwesten en in het Zuidoosten der gemeente. Nieuw is voorts de in het achtste lid van artikel 3 der be bouwingsvoorschriften opgenomen bepaling,waarbij aan Burgemees ter en Wethouders de bevoegdheid wordt toegekend ontheffing te verleenen van de verplichting tab het bouwen van winkels op de daarvoor op het uitbreidingsplan aangegeven terreinen. In de practijk is n.l. gebleken,dat aan een dergelijke bepaling behoefte bestaat. Verder is in genoemde voorschriften een nieuw artikel (5) opgenomen,strekkende om bij hoekbebouwingen een gewenschte open ruimte te verkrijgen, 'Overigens is bij de uitwerking van het nieuwe plan zooveel mogelijk het vorige plan gevolgd. Wij wijzen er op,dat,nu inmiddels de richting van het kanaal' Fonejacht - Harlingen bekend is geworden,het thans ter vaststel ling aangeboden uitbreidingsplanspoedig door een meer volledig en .definitief plan zal moeten worden gevolgd. Met het oog op den fatalen termijn van art,38 der Woningwet is het echter noodig,dat Uw Raad het onderhavige plan vaststelt en ter goed keuring inzendt,aangezien na ver oop van dien termijn de Raad volgens de bestaande jurisprudentie niet meer bevoegd is om het uitbreidingsplan vast te stellen,doch zulks dan door Gede puteerde Staten zou moeten geschieden. Voor nadere bijzonderheden verwijzen wij naar de overgelegde bescheiden. Het ontwerp-uitbreidingsplan met de bijbehoorende bebouwings- voorschriften heeft overeenkomstig de bepalingen van de Vtoning- wet gedurende vier weken voor een ieder ter inzage gelegen ter Secretarieder gemeente en wel van 19 December 193® tot en met' 15 Januari jl.,van welke nedorligging op de bij de wet voorge schreven wijze kennis is gegeven en waarbij er op is gewezen, dat belanghebbenden binnen don bovenvermelden termijn bezwaren tegen het plan bij Uwen Raad konden inbrengen. Van deze gelegenheid is gebruik gemaakt door B.DE VRIES,Noor dersingel no.2,alhier, die op 12 Januari jl. derhalve tijdig, een bezwaarschrift heeft ingediend. Het bezwaar van den adressant richt zich tegen het feit,dat de verkaveling van zijn perceel,kadastraal bekend gemeente Leeuwar den,sectie F no, 2Lj.2 nabij den Groningerstraatweg,ongunstiger is dan bij het vorige uitbreidingsplan,aangezien de oppervlakte van het na straataanleg overblijvende bouwterrein aanzienlijk kleiner zal worden. Adressant deelt mede,dat hij het betreffende perceel op 10 Januari 1935 heeft gekocht en bij dien aankoop rekening heeft gehouden met het toen bestaande uitbreidingsplan. Naar aanleiding hiervan zij opgemerkt,dat het ontwerp-uitbrei dingsplan eerst op 28 Januari 1935 ter inzage is gelegd en dat het plan zelf op 13 Augustus 1935 werd vastgesteld. Het feit van bedoelden aankoop is als motief voor zijn bezwaarschrift derhalve van weinig belang voor de beoordeoling daarvan. Naast de mededeeling van zijn bezwaar tegen het uitbreidingsplan vraagt adressant toepassing van de "Schadevergjr.dingsverordening Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1939» BIJLAGE NO.11. (Gemeenteblad no,8 van 19~0) en verzoekt hij de schade vast te stellen,welke hij bij toepassing van het uitbreidingsplan ter plaatse zal lijden. Het door adressant aangevoerde bezwaar kan geen aanleiding zijn om wijziging in het ontworpen plan aan te brengen,terwijl,ten aanzien van de door hem gevraagde vaststelling van schade eerst dan,wanneer overeenkomstig een goedgekeurd uitbreidings plan tot straataanleg ter plaatse mocht worden overgegaan,het toekennen van schadevergoeding overeenkomstig de aangehaalde verordening zal kunnen worden overwegen. Het verzoek van den adressant om die schade reeds thans vast te stellen,kan derhal ve niet worden ingewilligd. De Commissie voor de Openbare Werken kan zich,blijkens haar schrijven van 10 Februari jl. met het uitbreidingsplan en de daarbij behoorende bebouwingsvoor schriften vereenigen. Wij geven U in overweging te besluiten: I. over te gaan tot vaststelling van het uitbreidingsplan der gemeente overeenkomstig de bijbehoorende kaarten en tot vast stelling van de bij dat plan behoorende bebouwingsvoorschrif ten; II. het verzoek van B.DE VRIES,alhiertot toepassing van de "Schadevergoedingsverordening" af te wijzen, en daartoe te nemen de in ontwerp hierachter afgedrukte besluiten I en II. Leeuwarden, 11 Februari 1939» Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.M.VAN BEIJMA Burgemeester. E»SCHOTMAN Secretaris. ONTWERP I. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethou ders tot vaststelling van een plan van uitbreiding der gemeente; Gelet op het Koninklijk Besluit van 2 Maart 1938,no.27 en op de bepalingen dor Woningwet; Overwegende,dat het door B.DE VRIES,alhier_ingediende be zwaarschrift geen aanleiding kan zijn wijziging in het ontwerp van het plan aan te brengen; BESLUIT: a. tot vaststelling van een plan van uitbreiding der ge meente Leeuwardon,als bedoeld in artikel 3^ der Woningwet, overeenkomstig de bij dit besluit behoorende teekeningen; b. tot vaststelling van de bij het sub a bedoelde plan behoorende en daarmede een geheel vormende bebouwingsvoor- schr if tens, c. aan Burgemeester en Wethouders de bevoegdheid te ver leenen om van de bepaling van de bestemming in onderdeelen van het onder a genoemde plan van uitbreiding af te wijken binnen de grenzen,welke in de bebouwingsvoor schriften zijn aangegeven. Leeuwarden, den De Raad voornoemd,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1939 | | pagina 245