Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1939* BIJLAGE" "NO.0 BIJLAGE NO.76. Aan den Gemeenteraad. Bij Uw besluit van 7 Juni jl,no «137R/H7,. tot nadere regeling van de verificatie der gemeen tefinancié'n (bijlage- no.64 van dit jaar)_ werd aan het Centraal-Bureau voor Verificatie en Financieels Adviezen der Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten de controle opgedragen van de bedrij ven,den dienst voor Sociale Zaken en een tweetal woningbouw verenigingen, en werd met toepassing van het tweede lid van artikel 12Iq der Gemeentewet ons College de bevoegdheid 'gegeven 'om het opnemen van de boeken en de kas van den gemeente -.ont vanger op te dragen aan een deskundigeals hoedanig door Uwen Raad werd aangewezen de commies ter secretarie N.FEDDES. Naar aanleiding van ons verzoek om goedkeuring met name van laatstgenoemd besluit,hebben Gedeputeerde Staten ons bericht, dat bij hun College sterk de v/ensch naar voren is getreden, dat ook de controle over den gemeente-ontvanger aan genoemd Centraal-Bureau worde opgedragen. In verband daarmede hebben Gedeputeerde Staten hun beslissing op Uw desbetreffend besluit aangehouden. Het kan U bekend zijn,cfiat ook wij dit punt hebben overwogen en dat wij van oordeel waren,dat er geen bedenkingen behoefden te bestaan tegen^een nieuwe regeling van de verificatie, waarbij de controle op de boeken en de kas van den ontvanger kwam te berusten bij den bovengenoemden ambtenaar,die door zijn langdurige werkzaamheid en ervaring bij de verificatie en door zijn nauwgezette plichtsbetrachting deze taak zonder bezwaar zelfstandig zou kunnen uitoefenen. Daarbij was het mede uit een oogpunt van een zoo goed mogelijke werkverdee- ling,dat .tslj deze regeling meenden te moeten voorstellen, terwijl bovendien gold de" overweging,dat opdracht van deze controle aan het Centraal-Bur eau de daaraan te betalen ver goeding met f.óOO.'s jaars zou doen stijgen. Niettemin warem ook wij van oordeel,dat principieel algeheele controle door het verificatiebureau aanbeveling zou verdienen. Het lag echter voor de hand,dat wij rekening hielden met den toestand,zooals die hier bestond; vandaar ons voorstel van 31 Mei jl.,waarmede Uwe Vergadering "zich heeft vereonigd. Nu intusschen Gedeputeerde Staten -de aansluiting bij het Centraal-Bureau ten zeerste toejuichende- ook de controle op den gemeente-ontvanger daaraan wenschen te zien opgedragen en trouwens ook in Uwen Raad de wenschelijkheid daarvan door eenige leden is betoogd, hebben wij deze aangelegenheid opnieuw onder oogen gezien. Daarbij hebben wij eenerzijds overwogen,dat naar onze overtuiging de controle op de ontvan ger sadministratie alleszins naar behooren door den meerge- noemden ambtenaar zal kunnen worden verricht en de hegeling van 7 Juni jl. voor de gemeente het voordeeligst is,doch dat wij anderzijds niet kunnen ontkennen,dat verificatie door het Centraal-Bureau uiteraard aan hooge eischen voldoet. Tevens hebben wij daarbij laten gelden,dat ons uit nadere inlichtingen gebleken is,dat Gedeputeerde Staten togen hand having van de op 7 Juni door U getroffen regeling,voorzoover de controle op den ontvanger betreftinderdaad overwegend bezwaar hebben en dat Uw desbetreffend besluit dus naar alle waarschijnlijkheid de vereischte goedkeuring niet zal verkrijgen. De verschillende hierbij betrokken belangen daarna tegen elkander afwegendezijn wij tot de conclusie gekomen,dat wij ons tegen opdracht ook van de controle op den ontvanger aan

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1939 | | pagina 316