Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad' van Leeuwarden, 1939. BIJLAGE N0o110. BIJLAGE 'HÓ. HO. Aan den Gemeenteraad., Bij besluit van Uwe Vergadering van 16 November 1938 wer den, gerekend met ingang van 1 'September te voren, nieuwe schoolgeldverordeningen vastgesteld voor alle gemeentelijke onderwij sinrichtingen. Met uitzondering van de verordening' voor de gemeentelijke bewaarscholen vaarvóor de goedkeuring voor onbepaalden tijd is verleend- zijn deze schoolgeldregelingen Koninklijk goed gekeurd tot 1 September 1939, zoodat, gerekend met ingangvan dien datum, bedoelde verordeningen, al dan niet gewijzigd, opnieuw moeten worden vastgesteld Blijkens het schrijven van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen d.d, 2 Maart 1939 en den door den Staatsraad'iabod», Commissaris der Koningin in de provincie Friesland in onze handen gestelden brief van den Minister van 3Lnnenlandsche Zaken d.d0 11.Februari 19395heeft de verorde ning tot heffing van schoolgeld voor het onderwijs aan de mid delbare school en hoogere burgerschool voor meisjes., de ge meentelijke hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus A en het gymnasium genoemden Ministers aanleiding gegeven het vol gende op te merken: 1. Aangezien in de verordening met betrekking tot de termij nen, waarover schoolgeld verschuldigd is, met maanden wordt gerekend, terwijl de schoolgeldrégeling voor de Rijks hoo gere burgerscholen met kwartalen rekent, is een ten minste even hooge opbrengst als'bij toepassing van laatstgenoemde regeling zou worden verkregen, niet gewaarborgde Overeenstemming op dit punt met de Rijksregeling zal kun nen' worden verkregen door wijziging van het tweede lid van arto 12 en het tweede lid van arte 13 (en eventueel art, 20) o 2. Het eerste lid van art, 12 zal in overeenstemming moeten worden gebracht met art. 20 van de regeling voor de Rijks hoogere burgerscholen. 3. Ingevolge het 3e lid, onder j, van art, 37 der Middelbaar onderwijswet berust de bevoegdheid tot het vaststellen van bepalingen nopens geheele of gedeeltelijke ontheffing van schoolgeld bij den Gemeenteraad® Het eerste lid van- art, 13 en art, 14 van de verordening zuilen dienovereenkomstig moeten worden gewijzigd® Ten aanzien van de sub 1 gemaakte opmerking zijn wij van oordeel, dat handhaving van de voor alle scholen geldende be paling, volgens welke het schoolgeld per maand berekend wordt, t,er wille van de uniformiteit aanbeveling zou verdienen, doch dat dit voorschrift overigens te weinig toepassing vindt, om C-ns tegen den wensch van de Ministers, om met kwartalen te rekeneh, te verzetten. Gm dezelfde reden bestaat onzes inziens evenmin bezwaar tegen opvolging van den sub 2 gestelden eisch, dat voor de leerlingen, ingeschreven zijnde voor een leerjaar, doch die bij d,en aanvang van den cursus wegblijven, het schoolgeld niet verschuldigd is, indien een kennisgeving van verhindering vóór 26 Juli is ingekomen, doch dat het over het eerste kwar taal moet worden betaald, indien bedoelde kennisgeving na 25 Juli is ontvangen. In de ontwerp-verordening (A) is met de sub 1 en 2 bedoel de wenschem rekening gehouden. "Wat"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1939 | | pagina 351