6 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1939. Bijlage anderen ouder, hetzij ingevolge artikel 344a van het Burgerlijk Wetboek een bijdrage ontvangt in de kosten van onderhoud en opvoeding van den leerling, met dien verstande evenwel, dat het schoolgeld niet stijgt boven het maximum, genoemd in de van toepassing zijnde kolom van de tabel. Art. 10. 1. Voor na 31 Augustus 1933 tot een van de in artikel 1 genoemde onderwijsinrichtingen toegelaten leerlingen, die, na reeds eenmaal als leerling aan de zelfde of aan een overeenkomstige Rijks-, gemeentelijke of bijzondere school niet tot een hoogere klasse te zijn bevorderd, andermaal niet tot een hoogere klasse wor den bevorderd, of die, na reeds eenmaal niet tot een hoogere klasse van dezelfde of van een overeenkomstige Rijks-, gemeentelijke of bijzondere school te zijn bevor derd, het onderwijs in de hoogste klasse als leerling volgen, nadat zij dit reeds aan dezelfde of aan een overeenkomstige Rijks-, gemeentelijke of bijzondere school tot het einde hebben gevolgd, is anderhalfmaal het schoolgeld verschuldigd, met dien verstande, dat het schoolgeld niet stijgt boven het maximum, genoemd in de tweede kolom van de in artikel 8 opgenomen tabel. De verhooging van schoolgeld is uitsluitend verschul digd voor het leerjaar of de leerjaren, waarin de leerling niet voor de eerste maal het onderwijs in de klasse, waarin hij geplaatst is, volgt; te dezen wordt met de klasse, waarin de leerling geplaatst is, gelijkgesteld de overeenkomstige klasse eener overeenkomstige Rijks-, gemeentelijke of bijzondere school. 2. Voor de toepassing van het eerste lid van dit artikel worden leerlingen, die, na voorwaardelijk tot een hoogere klasse te zijn bevorderd, worden teruggesteld, voor den duur van het geheele leerjaar, waarin zij werden teruggesteld, als niet bevorderd aangemerkt. 3. In bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en Wethouders bepalen, dat het eerste lid van dit artikel niet wordt toegepast. Art. 11. De schoolgeldplichtigen zijn gehouden op aanvraag van den Controleur der gemeentebelastingen binnen 20 dagen na dagteekening van het daartoe gedaan verzoek, aan dezen ter inzage over te leggen hun aan slagbiljet (of duplicaat daarvan) in eene inkomsten belasting of andere bescheiden, die kunnen dienen voor de berekening van een schoolgeldaanslag. Indien aan de aanvraag binnen dien tijd niet wordt voldaan, kan de aanslag naar het hoogste schoolgeld worden opgelegd. Art. 12. 1. Het schoolgeld is verschuldigd voor de leerlingen, die bij den aanvang van het leerjaar tot de schoolbe volking behooren. 2. Voor hen, die, als leerling ingeschreven zijnde voor een leerjaar, bij den aanvang van den cursus weg blijven, is, indien een kennisgeving van verhindering vóór 26 Juli is ingekomen, schoolgeld niet verschuldigd. 3. Voor hen, die, als leerling ingeschreven zijnde voor een leerjaar, bij den aanvang van den cursus weg blijven, is, indien een kennisgeving van verhindering na 25 Juli is ingekomen, schoolgeld over het eerste kwartaal verschuldigd. 4. Voor hen, die in den loop van het leerjaar wor den toegelaten, wordt het schoolgeld per kwartaal be rekend, waarbij gedeelten van kwartalen voor geheele worden geteld en per kwartaal het J4 gedeelte van het over een vol jaar berekende schoolgeld verschuldigd is. Art. 13. 1Door den Controleur der gemeentebelastingen wordt ontheffing of teruggaaf van schoolgeld verleend: 7 e tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1939. Bijlage no. 110 a. indien de tot grondslag gestrekt hebbende ge mengde hoofdsom blijkens onherroepelijk geworden uit spraak op een ingediend bezwaarschrift is verlaagd, mits binnen twee maanden na dagteekening der uit spraak en onder overlegging daarvan aanvraag aan den Controleur voornoemd wordt gedaan b. bij overlijden van den leerling c. wegens het verlaten der school door den leerling als gevolg van vertrek van dengene, die volgens art. 2 schoolgeldplichtig is d. om andere redenen dan de onder b en c ge noemde, vóór 1 Maart van het loopende leerjaar e. indien een leerling door ziekte gedurende ten minste 30 achtereenvolgende dagen in een leerjaar de school niet heeft kunnen bezoeken, mits binnen een maand na afloop van het leerjaar aan den Controleur der gemeentebelastingen daartoe het verzoek wordt gedaan. 2. De teruggaaf of ontheffing bedraagt a. in het geval sub b en c zooveel vierde gedeelten van het voor een geheel leerjaar verschuldigde bedrag als er na den dag van het overlijden of na den datum van het vertrek nog volle kwartalen van het leerjaar overblijven b. in het geval sub d 4/j 2 gedeelte van het voor een geheel leerjaar ver schuldigde bedrag c. in het geval sub e voor ieder vol tijdvak van 30 dagen 1/12 gedeelte van het voor den betrokken leerling over een vol jaar verschuldigde schoolgeld. Art. 14. Indien blijkt, dat de tot grondslag gestrekt hebbende gemengde hoofdsom bij navordering is verhoogd, dat een aanslag ten onrechte is achterwege gebleven of door een beslissing van den Controleur der gemeente belastingen ten onrechte is verlaagd of vernietigd of dat een te lage aanslag is opgelegd, wordt het te weinig geheven schoolgeld van den schoolgeldplichtige of zijn erfgenamen of rechtverkrijgenden nagevorderd, zoolang niet sedert den aanvang van het betrokken leerjaar drie jaren zijn verstreken. Art. 15. Voor de toepassing van de artikelen 297, 299 en 300 der Gemeentewet treedt ten aanzien van deze veror dening in de plaats van den Raad, Burgemeester en Wethouders of van den Burgemeester, de Controleur der gemeentebelastingen of zijn plaatsvervanger. Art. 16. 1. De directrice, de directeur der school of de rector van het gymnasium, legt bij den aanvang van het leer jaar een lijst aan van de leerlingen en toehoorders, die alsdan tot de schoolbevolking behooren, ingericht overeenkomstig het door den Controleur der gemeente belastingen vast te stellen model. 2. In die lijst worden de in den loop van het leerjaar plaats hebbende veranderingen in de schoolbevolking dadelijk en nauwkeurig aangeteekend. Art. 17. 1. Binnen 10 dagen na den aanvang van het leer jaar wordt door de directrice, den directeur der school of den rector van het gymnasium een door haar/hem voor deugdelijk verklaard afschrift van de in het eerste lid van het vorig artikel bedoelde lijst aan den Con troleur der gemeentebelastingen gezonden. 2. Een uittreksel uit de lijst van het loopende leer jaar, wat de veranderingen in de schoolbevolking be treft, wordt vervolgens door haar/hem vóór den 5en

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1939 | | pagina 354